36

1K 73 22
                                    

Ik sla mijn handen voor mijn mond. Automatisch denk ik aan de brandoefeningen die we elke maand in het weeshuis deden. Ik sprint naar de openstaande ramen waar nog een zielig straaltje licht uitkomt. Met een harde klap sluit ik de raam. Alanis is ondertussen hetzelfde beginnen doen met de deuren. De vlammen hebben ondertussen de woonkamer al bereikt. Het licht dat de vlammen geven verlicht de woonkamer waardoor ik Louis nu kan zien. Hij staat stokstijf te kijken naar het vuur. Zijn mond staat een stuk open en in zijn ogen zie ik iets angstig. 'Zijn alle deuren en ramen toe?!' Roept Alanis. 'Ik denk het!' Roep ik terug. 'Kom naar buiten!' Roept Louis. Hij loopt naar de voordeur, op dat moment hoor ik een sirene. 'Shit! Jessy, waar is de sleutel?!!' Roept Louis. Ik facepalm mezelf. 'Hij lag in de keuken!' Zucht ik. Louis duwt met zijn schouder tegen de deur. Alanis begint in het rond te kijken. 'We moeten door die raam klimmen!' Roept ze. Ik knik en kijk naar Louis. We haasten ons naar de raam en ik open ze. Louis geeft Alanis een zetje waarna ze door de raam kruipt. Louis houd zijn handen klaar om mij een zetje te geven. Ik zet mijn voet op zijn hand en hij duwt me omhoog. Ik klem mijn handen aan de rand van de raam en trek mezelf op. Ik hoor Louis hoesten op het moment dat mijn hand wegschuift en ik op de grond val. Gelukkig wel aan de goede kant. Ik sta op maar zak weer door mijn voet. 'Shit.' Mompel ik. Ik kijk naar de raam, Louis zou nu toch wel al door de raam geklommen moeten zijn. 'LOUIS!!!!' Gil ik. Er legt iemand zijn hand op mijn schouder. Ik draai me om en zie een brandweerman staan. 'Jessy, wordt rustig!' Hoor ik Alanis roepen. Ik adem kort in en uit. De man zegt ons dat we hem moeten volgen. We zijn door het raamje in de achtertuin beland. Alanis trekt me mee. Ik zie een ambulance en 2 brandweerwagens staan. Enkele brandweermannen zijn bezig met de deur open te breken. Het lukt hen ook. Ze gaan met de brandslangen naar binnen. Ook gaan 2 mannen men een brancard binnen. Een koude rilling loopt over me heen.

*****
De brandweermannen komen weer naar buiten. Ik haal nog een keer diep adem en zie de mannen met de brancard volgen. Er ligt een deken over, maar ik ben zeker dat Louis eronder ligt. Ik wil naar hen toe lopen maar ik voel een grote hand op mijn schouder die me tegenhoud.

AdoptedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu