'Ja, loop maar weer weg!', voor de zoveelste keer dreigt hij midden in een ruzie te vertrekken. Dat is namelijk wat Wolfs doet. Waar hij goed in is: weglopen. Weglopen als hij niet kan omgaan met de pijn. Weglopen als hij met zijn gevoelens in de knoop zit. Weglopen als het moeilijk wordt. 'Zeg nou eens wat, lul!', geschrokken hoor ik mijn eigen woorden echoën in de keuken van onze vrijstaande woning. Het is een tijdje geleden dat ik zo tegen hem geschreeuwd heb. Toch lijken mijn woorden hem eindelijk te bereiken. Midden in de deuropening blijft hij staan. Snel herpak ik me, zodat hij niet met mijn verdriet, maar met mijn woede wordt geconfronteerd als hij zich zo meteen woest omdraait. 'Let op je woorden, Van Dongen!', het vuur dat net nog uit mijn ogen spuwde, maakt nu ongetwijfeld toch plaats voor verdriet. Ik ben redelijk goed in het verbergen van mijn gevoelens, zelfs voor de liefde van mijn leven. Maar dit gaat te ver. Hij weet dondersgoed dat hij me kwetst door het gebruiken van mijn meisjesnaam. Ik moet moeite doen om niet gelijk in te storten, 'serieus?'. Mijn emotionele reactie raakt hem. 'Eva, ik...', ik schud mijn hoofd. Zijn excuses zijn aan dovemans oren gericht, 'laat maar, rot alsjeblieft op'. 'Ik wil niet dat je mijn kleindochter zulke woorden aanleert', zijn priemende vinger wijst in mijn richting. 'Jouw kleindochter?', ongelovig kijk ik hem aan, 'ga weg, Wolfs, ga weg'. 'Mama...', het meisje in mijn armen slaat haar armen steeds steviger om mijn nek. 'Sssh, er is niets aan de hand, lieverd', mijn lippen vinden haar wang, in een poging haar wat te kalmeren. Van onze afspraak om geen ruzie te maken waar de kinderen bij zijn blijft de laatste tijd ook steeds minder over. Met lede ogen kijk ik toe hoe hij ons de rug toekeert. Hoe mijn man voor de zoveelste keer op mijn hart trapt. Ik krimp ineen als hij de deur hard dichtslaat. Nu hij weg is, kan ik de tranen niet langer tegenhouden. Want stiekem wil ik helemaal niet dat hij weggaat. Heel eventjes overweeg ik om achter hem aan te gaan, maar al snel zet ik me daar overheen. De slaande deur heeft niet alleen mij aan het huilen gemaakt, het jonge kind in mijn armen snikt zachtjes en het ventje boven heeft het inmiddels ook op een krijsen gezet. Eventjes neem ik het meisje steviger vast, door sussende woordjes in haar oor te fluisteren probeer ik haar wat te kalmeren. Als de peuter steeds harder begint te huilen, zucht ik diep. 'Siem is wakker, schatje', ik zet het meisje op de grond en veeg snel de tranen van mijn eigen wangen. 'Is opa weg?', 'ja, lieverd', ik ga wat door mijn knieën en veeg ook de tranen van de wangen van het 6-jarige kind dat ik als mijn dochter beschouw. 'Hij vindt mij niet meer lief', fluistert ze zachtjes, zonder me aan te kijken. 'Jawel, Loek, hij vindt jou wel lief', ik trek haar dicht tegen me aan en bedelf haar met kusjes, 'opa houdt heel veel van jou'. 'Maar hij is boos', ik moet slikken en verberg mijn gezicht in de donkerbruine krullen van het meisje. Het doet me pijn om haar zo te zien. Zo verdrietig. Zo bang dat haar opa niet meer van haar houdt. Even laat ik mijn woede voor wat het is. Het maakt niet uit hoe boos Wolfs en ik op elkaar zijn. Loek moet weten dat wij onvoorwaardelijk van haar houden. Zelfs als hij zich als een ongelooflijke eikel gedraagt, moet ik achter hem blijven staan. Dat verdient ze. 'Opa is boos op mij, Loek', zachtjes wrijf ik over haar rug, 'niet op jou. Hij vindt jou de allerliefste'. 'Siem huilt', mompelt ze, terwijl ze me een stukje van zich afduwt. Ik zucht diep. De meeste mensen denken dat Loek enorm onzelfzuchtig is, als ze weer eens zoiets zegt. Als ze aan Siem denkt, terwijl ze zelf ook verdriet heeft. Ik ben bang dat ze anderen gewoon een stuk belangrijker vindt dan zichzelf. Een slechte karaktereigenschap die ze helaas van mij heeft overgenomen. 'Jij ook', grinnik ik door mijn tranen heen. Mijn duim beweegt zachtjes over haar betraande wang. 'Omdat jij huilt, mama Eva', haar lip trilt een beetje. 'Oh, schatje, dat geeft toch niets. Huilen mag', Loek kijkt me even onzeker aan, maar knikt dan toch. 'Het komt wel goed, liefje', ik geef haar een aai over haar bol en neem haar dan bij de hand, 'kom, we gaan bij je broer kijken'.
JE LEEST
Turbulentie
FanfictionTot voor kort ging het goed tussen Eva en Wolfs. Zo goed en zo kwaad als het ging hebben ze hun leven opgepakt na het vroegtijdige overlijden van Fleur. Ze genoten van hun leven, de kinderen, hun werk en bovenal van elkaar. Nu is alles anders. Of no...