14

792 27 3
                                    

'Mama', ik word wakker van kleine vingertjes die aan mijn oor friemelen, 'waar is opa?'. Als ik me omdraai, is de plek naast me inderdaad leeg. De lakens zijn niet koud, maar ook niet echt warm meer. Hij is al een tijdje weg, dus. Gelukkig ligt Siem wel veilig in mijn armen, met Loek achter zich. 'Ik weet het niet, lief', mijn duim kriebelt zachtjes over haar wang, 'heb je lekker geslapen?'. Ze haalt haar schouders op en verbreekt ons oogcontact. 'Loek?', ik til haar kin op en kijk haar vragend aan. 'Ik had een nachtmerrie', fluistert ze, als ze me uiteindelijk aankijkt kan ze haar angst niet verbergen. 'Kom eens hier', snel kruipt ze, over haar broertje, in mijn armen. 'Wat heb je gedroomd, lieverd?', 'je was een sterretje, net als mama Fleur', snikt ze. 'Ik ben geen sterretje, lief. Het was maar een droom, het was niet echt, Loek', ik druk haar dicht tegen me aan. 'Wie was die enge meneer?', ik slik. Wat moet ik haar in godsnaam vertellen? 'Dat was iemand die een beetje in de war is', mijn vingers maken figuurtjes op haar rug in een poging haar te kalmeren. 'Hij heeft je pijn gedaan', 'het valt wel mee, Loek', ik laat mijn verbonden arm zien, 'kijk maar, het doet helemaal geen pijn meer, nu'. 'Komt hij terug?', mompelt ze tegen mijn borst. 'Nee, lieverd', ik haal een hand door haar donkere krullenbos en druk een kus op haar slaap, 'je hoeft niet bang te zijn. Die meneer komt nooit meer terug'. Op dat moment wordt de voordeur met een klap dichtgeslagen en kruipt niet alleen Loek, maar ook Siem nog dichter tegen me aan. 'Mama', hij slaat zijn armpjes angstvallig stevig om me heen. 'Sssh, het is papa maar', en inderdaad, enkele momenten later komt Wolfs de slaapkamer binnenlopen. 'Ha, lieverds', hij drukt een kus op mijn mond, 'ik heb jullie toch niet laten schrikken?'. 'Een beetje wel hè, jongens', zonder té expliciet te zijn, vertellen mijn woorden hem dat we na vannacht twee enorm angstige kindjes in huis hebben. 'Oh nee toch', hij haalt een hand door Loeks haren en drukt een kus op Siems slaap, 'ik dacht dat jullie nog sliepen, volgende keer zal ik weer roepen dat ik het ben'. 'Heb je de enge meneer gepakt, opa?', Loek weet dat Wolfs en ik samen boeven vangen. 'Ja, kruimel', vertelt hij haar de leugen om bestwil, 'hij zal ons niet meer lastigvallen'. 'Opa heeft de boef gepakt, Siem', ik smelt als ze mijn tweejarige zoontje probeert gerust te stellen. Toch laat het normaal zo vrolijke ventje mij voorlopig niet los. Hij is echt geschrokken vannacht. 'Kom je mij even helpen een ontbijtje maken, Loek?', hij steekt zijn hand naar haar uit, 'dan kan Eva Siem even in bad doen'. 'Samen?', met grote ogen kijkt ze haar opa aan. 'Ja, jij en ik', ik ben blij dat hij een beetje lijkt te zijn bijgedraaid. Dat de goede oude Wolfs weer even terug is. Loek, gevoelig als ze is, voelt haarfijn aan dat het niet helemaal lekker loopt tussen ons. 'Wafels?', Wolfs doet even of hij twijfelt, maar hij kan haar vrij weinig weigeren, 'vooruit'. Als ze vrolijk in zijn armen springt, verschijnt er een brede glimlach op zijn gezicht. Het lijkt mijn man goed te doen. 'Eva en Siem nog een kus', hij buigt voorover en we krijgen allebei een dikke pakkerd. 'Lopen maar', hij zet zijn kleindochter op de grond, 'ga de spulletjes maar alvast klaarzetten'. Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen, Loek vliegt onze slaapkamer al uit. Hij draait zich om en buigt zich naar me toe, 'gaan jullie anders nog even slapen', hij streelt me zachtjes over mijn wang. Ik schud mijn hoofd, 'dan is heel zijn ritme door de war'. 'Jullie zijn allebei nog hartstikke moe', daar heeft hij dan weer wel gelijk in. Toch heeft hij maar een blik nodig om te zien dat zijn advies niet ter harte zal worden genomen. 'Vanavond maar vroeg naar bed dan', zegt hij voor zijn lippen nogmaals de mijne vinden, 'en rustig aan vandaag'. 'Het gaat wel, Flo', ik glimlach ondeugend, 'je hebt me gewoon uitgeput vannacht'. Hij moet grinniken om mijn woorden, 'lekkerding', hij drukt nog een kus op mijn voorhoofd en dat van ons zoontje, om vervolgens de slaapkamer uit te lopen. Glimlachend wrijf ik over het buikje van mijn zoon, 'gaan wij lekker badderen, vriendje?'. 'Met mama?', 'ja, met mij', ik trek hem lekker dicht tegen me aan. Hij heeft me nog niet losgelaten sinds hij wakker is en lijkt dat ook niet van plan te zijn. Normaal is hij nooit zo knuffelig, dus stiekem geniet ik er dan ook wel van. Toch blijft het knagende gevoel in mijn achterhoofd zitten. De man die ons huis binnendrong vannacht, wist wie ik was. Hij gebruikte mijn naam. Het was een gerichte actie. De veiligheid van mijn gezin baart me zorgen. Ook is er dat kleine stemmetje dat me vertelt dat Wolfs' gedrag van de laatste tijd iets te maken heeft met wat er vannacht is gebeurd. Ik moet met hem praten. Maar eerst even genieten van dit momentje met Siem. Zachtjes haal ik mijn hand door zijn blonde haartjes. De tijd gaat veel te snel. Het lijkt wel gister dat hij nog écht een baby'tje was. Dat Wolfs hem met gemak in één hand kon houden. Soms verlang ik wel eens terug naar die periode. Toen we nog zo'n kleintje hadden. Toen we nog twee handen op één buik waren en ons geluk oneindig leek.

TurbulentieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu