53

669 26 3
                                    

'Ik, eh..', wat onbeholpen staat Romeo in de kamer, 'ik laat jullie wel even alleen'. Eva is inmiddels bij mij in bed gekropen. Nog wat nasnikkend ligt ze in mijn armen. Hij pakt zijn pet, die in alle chaos op de grond is gevallen, en wil weglopen. 'Romeo?', het is Eva die haar hoofd een stukje van mijn borst optilt, 'dank je wel'. 'Geen dank', hij glimlacht wat ongemakkelijk. 'Hou je ons op de hoogte?', wil ik weten. 'Natuurlijk', hij knikt plichtsgetrouw, 'we doen er alles aan, om...'. Hij valt even stil als hij Eva's verdrietige ogen ontmoet, maar herpakt zich snel. 'We gaan ze vinden', spreekt hij zelfverzekerd, 'vandaag nog'. Mijn mondhoek krult wat omhoog. Ik geloof hem op zijn woord. Vaak zijn we het oneens. En vaak irriteer ik me aan zijn nauwkeurigheid. Maar als het puntje bij het paaltje komt, zijn collega's als Romeo goud waard. Collega's die alles doen voor hun team. Collega's die uiteindelijk vrienden worden. 'Bedankt Romeo', hij pakt mijn uitgestoken hand en knijpt er stevig in, 'succes'. Na een veelbetekenende blik verlaat hij de kamer, waarna ik me met een zucht terug in het kussen laat vallen. De exercitie van daarnet heeft me veel energie gekost. Het zweet staat op mijn voorhoofd en mijn hand die over Eva's rug wrijft, trilt. Net als mijn vingers, die zachtjes over haar wang strelen. 'Flo?', 'mm?', zachtjes druk ik mijn lippen op haar voorhoofd, 'denk je echt...'. 'Denk ik echt, wat?', geruststellend laat ik mijn vingers door haar haren glijden. Ze haalt diep adem, om daarna weer schokkerig uit te ademen. Ik voel hoe haar hart nog altijd flink tekeergaat. Ze heeft gewoon een paniekaanval gehad net, dat kan niet anders. 'Komt het goed?', piept ze uiteindelijk. Mijn hart krimpt ineen bij het horen van de angst in haar stem. Wat zou ik dat graag allemaal weghalen. Die radeloosheid, dat verdriet, de onzekerheid. 'Het komt goed, Eef', ik pak haar nog iets steviger vast, 'ze zijn sterk, Loek en Siem'. 'Ze zijn nog zo klein', ze kruipt zo mogelijk nog dichter tegen me aan, waardoor ik even op mijn tanden moet bijten om niet te kermen van de pijn. 'Sorry', geschrokken neemt ze afstand, 'sorry, sorry, sorry'. Met betraande ogen kijkt ze me aan, 'ik doe je pijn'. 'Kom hier, gek', ik trek haar weer tegen me aan, 'je doet me geen pijn, liefje'. Een tijdje liggen we zo, terwijl Eva's grip steeds steviger wordt. Tot de knokkels van haar hand waarmee ze mijn shirt vastheeft spierwit zijn. 'Eef, lief, ontspan', ik leg mijn hand zachtjes op de hare. 'Ik kan het niet, Wolfs... Wat nou als.. Als...', de ingehouden tranen vinden ongecontroleerd en in overvloed hun weg naar buiten. Geëmotioneerd door haar tranen, sla ik mijn armen opnieuw stevig om haar heen. Een poosje doe ik niets anders dan haar vasthouden. Haar heel stevig vasthouden. Zachtjes wieg ik haar heen en weer. Druk ik kusjes op haar wang, op haar slaap. Af en toe fluister ik haar haar toe dat het goed komt, dat ik van haar hou. Langzaam maar zeker drogen haar tranen op. 'Sorry', mompelt ze, 'hormonen...'. 'Geen sorry, lieverd', teder veeg ik de laatste tranen van haar wangen, 'onze kindjes zijn zo sterk, Eva. Zo dapper. Over een paar uur heb je je ze gewoon weer in je armen. Écht. Daar moet je in geloven'. 'Dat...', ze wordt onderbroken door haar rinkelende telefoon. Snel haalt ze hem uit haar broekzak. 'Mechels', met grote ogen kijkt ze me aan, zonder verder actie te ondernemen. 'Neem maar op', ik neem haar trillende hand in de mijne. 'Ja, tuurlijk, stom, sorry', ze schudt haar hoofd even om dan snel de telefoon naar haar oor te brengen. 'Eva', haar stem is bijna onherkenbaar. 'Ja', ze drukt op een knopje en kijkt me angstig aan, 'u staat nu op speaker'. 'Goed', onze chef klinkt kalm als altijd, 'de kinderen zijn gelokaliseerd'. Ik knijp zachtjes in Eva's hand en we kijken elkaar hoopvol aan. 'Er wordt een inval voorbereid', met ingehouden adem luisteren we naar onze baas, 'het is de bedoeling dat ze over anderhalf uur naar binnen gaan'. 'Anderhalf uur!?', verontwaardigd staar ik naar het beeldschermpje. 'Eerder kan ik geen team op locatie hebben, Wolfs', anders dan anders zegt ze dit op een verontschuldigende manier, 'en ik wil dat mijn mensen dit doen. Onze mensen. Dit moet goed gebeuren. Het welzijn van Siem en Loek is mijn topprioriteit'.

TurbulentieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu