48

665 22 4
                                    

'Dat bewijs is geplant', met mijn tanden op elkaar geklemd buig ik voorover. Ik zit aan de verkeerde kant van de tafel. Het is niet de eerste keer dat ik hier zit, maar toch voelt het anders. Er staat veel op het spel. Eva staat op het spel. Onze kinderen. Ons leven. 'Joshua de Koning heeft mijn DNA achtergelaten op het lichaam van Bodil de Herder', herhaal ik voor de zoveelste keer, 'mijn vrouw loopt gevaar'. 'Uw vrouw loopt gevaar? Eva van Dongen, bedoelt u?', 'Eva, ja', ik haal gestrest mijn hand door mijn haren, 'en ze heet Wolfs. Eva Wolfs'. De twee mannen kijken elkaar even aan. 'Als dat zo is, dan komen we daar snel genoeg achter', 'hoe bedoel je', de jongere man haalt zijn schouders op, 'dat gaat u niets aan'. 'Ze is mijn vrouw', 'nog wel', knipoogt hij. Met een woeste beweging sta ik op. Mijn stoel valt naar achter en de tafel duw ik in de richting van de twee rechercheurs. Een agent stormt naar binnen en wordt al snel gevolgd door Romeo. 'Wolfs, doe rustig man!', de ene agent heeft mijn armen op mijn rug vastgepind, en mijn vriend en collega pakt me bij mijn revers, 'dit gaat je niet helpen. Dit gaat Eva niet helpen'. 'Meneer Wolfs!', de stem van mijn baas bereikt een schril hoogtepunt, 'wat heeft dit te betekenen'. 'Ik moet hier weg', Romeo duwt me stevig terug tegen de muur als ik een stap vooruit probeer te zetten, 'ik moet naar Eva'. 'Eva is naar een afspraak en daarna mag ze je bezoeken', woedend kijkt ze me aan, 'als je je gedraagt, ten minste'. 'Jullie snappen het niet', de agent heeft mijn handen losgelaten en gestrest haal ik ze weer door mijn haren, 'Eva loopt gevaar. Dit is zo gepland door Joshua. Hij is niet wie we denken dat hij is'. 'Wolfs, alsjeblieft', Mechels zucht diep en kijkt me hoofdschuddend aan. 'Wacht heel even', de oudere rechercheur maant mijn korpschef tot stilte. Haar ogen puilen nog net niet uit. 'Agenten, ik denk dat we het wel onder controle hebben', hij stuurt Romeo en de andere man het verhoorkamertje uit en wijst naar de stoel. Ietwat gekalmeerd ga ik zitten. Doordringend kijkt de man mij aan, 'wat weet u van de ware identiteit van Joshua de Koning?'. Eén seconde komt het in me op om te liegen. Want de manier waarop we achter Joshua's ware identiteit zijn gekomen is natuurlijk volkomen illegaal. 'Nou?', dringt Mechels aan, 'geef antwoord, brigadier'. 'Bram de Keyzer', zeg ik simpelweg. De mond van mijn baas valt open. Een korte blik tussen de twee rechercheurs tegenover mij bevestigt nog eens dat het inderdaad zo is. 'Hij is fout', woede begint weer in me op te borrelen, 'hij is de half-broer van Luca de Keyzer. Een crimineel'. 'Hij heeft tegen zijn broer getuigd', meent de rechercheur. 'Onzin!', Mechels' waarschuwende blik dwingt me terug in mijn stoel, 'hoe kan het dat hij nog steeds beschermd wordt terwijl het al jaren bekend is dat Peer Walraven, de hoofdofficier die dit heeft geregeld, fout was?'. 'Er is nooit bewezen dat Bram samenwerkte met zijn broer', 'nee, omdat Peer hem uit de wind hield!', gefrustreerd gooi ik mijn handen de lucht in. 'Peer Walraven is dood', 'dat mag ik hopen, ja', ik begraaf mijn gezicht in mijn handen, 'dat mag ik hopen...'. 'Waarom denkt u dat uw vrouw gevaar loopt', 'omdat we al weken bedreigd worden. Mijn zoon en kleindochter zijn veilig, maar Eva... Niemand beschermt Eva'. 'Waarom zou hij jullie bedreigen?', 'omdat hij de half-broer is van de man van mijn dochter. Hij is de oom van mijn kleindochter. Hij wil Loek', het wordt me steeds duidelijker wat er gaande is. Waarom Siem en ik zo nodig uit de weg moesten zijn. 'Maar wat heeft uw vrouw daarmee te maken, dan?', 'weet ik veel!', dat stukje ontbreekt nog. Ik kan er geen logsich antwoord op vinden. 'Maar het is zo. Echt waar. Al sinds hij hier werkt kan hij zijn ogen niet van haar afhouden. Raakt hij haar aan wanneer hij maar kan', mijn handen vormen zich tot vuisten, 'die klootzak...'. Opeens schiet me iets te binnen. 'Ze heeft zelf bloemen van hem gekregen. Van B., van Bram! Wat stond er nou verder op het kaartje?', wanhopig kijk ik mijn baas aan. Ik zie aan haar dat het haar ook begint te dagen. 'Mevrouw Mechels?', de rechercheur kijkt haar vragend aan. 'Dat tekst op het kaartje was inderdaad uiterst zorgwekkend', knikt ze, 'als het inderdaad van Bram afkomstig is, dan loopt Eva direct gevaar'.

TurbulentieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu