19

668 26 12
                                    

Omdat jullie allemaal zulke lieve reacties achterlaten, nog een stukje vandaag... 🥰

'Jezus, man', geschrokken kijkt mijn vriend me aan, 'wat doe je hier zo laat?'. 'Ik heb je hulp nodig', bewust van hoe vreemd dit moet overkomen, probeer ik mezelf een houding te geven. Ik haal een hand door mijn haar en kijk Kris wanhopig aan. 'Mijn hulp?', ik knik en loop op hem af. Ik wrijf een paar keer over mijn gezicht. Mijn baard is aan een scheerbeurt toe en mijn wallen hangen ongetwijfeld bijna tot aan mijn knieën. 'Wat, Wolfs?', hij legt een hand op mijn schouder en kijkt me vragend aan. Bezorgd zelfs. 'Eva... Ze...', 'heeft ze je er uitgeflikkerd?', ik schud mijn hoofd, 'was het maar zo'. De onderzoekende blik van mijn vriend blijft even hangen op mijn gewonde hand, en als ik hem dat zicht ontneem kijkt hij me even doordringend aan. 'Kom', hij loopt naar de bar en kiest een fles whisky uit. 'Wat is er aan de hand, Floris?', 'het is een lang verhaal...', zuchtend neem ik plaats op een barkruk. 'Ik heb de tijd', 'ik weet het niet, Kris', hoofdschuddend drukt hij de kurk weer in de fles. 'Je bent zelf hierheen gekomen', hij zet een iets te vol glas voor mijn neus neer en kijkt me even streng aan, 'je hebt hulp nodig?'. Ik knik, 'maar ik kan je niet te veel vertellen'. 'Geheimzinnig', grinnikt hij. 'Het is niet grappig', mijn knokkels kleuren wit om het glas heen en mijn andere hand vormt zich tot een vuist. 'Rustig maar', hij trekt zijn wenkbrauw op, 'wat kan ik voor je doen?'. 'Ik ben weg bij Eva', 'weg?', ik laat het mahoniekleurige goedje rondjes draaien in mijn glas. Een korte norse knik geeft antwoord op zijn vraag. 'Ben je gek geworden?', verontwaardigd kijk hij me aan, 'Waarom?'. Schichtig observeer ik de ruimte, voor ik over de bar naar hem toe buig, 'ik word bedreigd Kris. Er is al iemand vermoord. Of als ik gelijk heb, twee...'. 'Wat?', fluistert hij, 'wie?'. 'Een privédetective die ik heb ingehuurd en...', weer schiet ik vol. Ik kan mezelf wel vervloeken. Het is drie jaar geleden, maar nog heb ik moeite haar naam uit te spreken zonder in tranen uit te barsten. Zeker nu ik weet dat ze waarschijnlijk niet door een noodlottig ongeluk om het leven is gekomen, maar is vermoord. En blijkbaar was dat niet genoeg. Blijkbaar moet de rest van mijn gezin ook kapot. 'En wie, Wolfs?', 'Fleur...', de snik in mijn stem valt niet te onderdrukken. 'Het was een ongeluk', ik zie hem denken. Denken dat ik gek ben. Net zoals Bodil eerst deed. Maar ik ben niet gek. Iemand heeft Fleur vermoord en is er nu op uit om mij nog meer pijn te doen. Om mijn gezin nog meer pijn te doen. Maar waarom? God mag het weten. 'Het was geen ongeluk. Het was opzet', boos kijk ik hem aan, 'en nu ben ik aan de beurt'. 'Hoe kom je daarbij?', 'sms'jes, telefoontjes, e-mails. Foto's van Eva, foto's van Loek en Siem. De hele reutemeteut', ergens ben ik opgelucht dat ik het aan iemand kan vertellen, 'eergisteren is er nog iemand binnengedrongen. Als Eva niet wakker was geworden...'. 'Jezus', geschokt wrijft hij over zijn kin. Ik knik, 'toen heb ik besloten dat het zo niet langer kon. Dat ik ze niet langer in gevaar kon brengen. Ik heb gedaan wat ze vroegen en ik ben weg gegaan'. 'En Eva en de kids? Zijn ze oké? Zijn ze veilig?', hij lijkt oprecht bezorgd om het welzijn van mijn gezin. 'Zo lang ik doe wat ze zeggen wel, maar...', 'maar wat?', ik voel de tranen achter mijn ogen prikken. 'Maar dit kan ik niet doen', 'wat niet?', ruw veeg ik een ontsnapte traan van mijn wang. 'Ze willen dat ik Siem meeneem en verdwijn, anders doen zij het', 'wat?', onbegrijpend kijkt hij me aan. 'Waarom in godsnaam?', 'ik weet het niet, Kris', ik laat mijn hoofd in mijn handen zakken, 'ik weet het echt niet'. 'Wolfs, man', hij legt zijn hand op mijn schouder, 'waarom heb je je baas niet ingelicht? Je hebt het hele politieapparaat tot je beschikking, man. Je laat je toch zeker niet gek maken door een stelletje criminelen?'. 'Ze weten alles van ons. Ze weten hoe laat Eva de kinderen op school brengt. Hoe laat ze haar rondje gaat doen. Hoe laat we thuiskomen. Er mag haar niets overkomen, Kris. Haar, Loek én Siem niet. Ik kan niet zonder ze', de tranen lopen inmiddels over mijn wangen. 'Dat ben je nu ook', vindt hij. Ik knik en richt me weer op, zodat ik hem recht in de ogen kan kijken, 'maar ze zijn wel veilig'.

TurbulentieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu