17

746 30 4
                                    

Daar is 'ie dan: onze grote vriend Wolfs!

Zenuwachtig trommel ik met mijn vingers op het stuur. Het is al bijna 8 uur 's avonds en mijn gezin is in geen velden of wegen te bekennen. Normaal zijn we rond 5 uur klaar met werken. Of als we een zaak hebben kan in ieder geval één van ons rond die tijd weg om de kinderen op te halen. Nu is die taak aan Eva. De vrouw waar ik onbeschrijfbaar veel van hou. Het klinkt misschien gek omdat ik het het de laatste tijd niet heb kunnen laten zien. Maar toch is het zo. Met alles wat ik in me heb, maar dan ook écht alles, hou ik van haar. Zo ongelooflijk veel. En ik hoop dat ze dat, ondanks alles, weet. Dat ze het weet en nooit zal vergeten. Ook als dit slecht afloopt. Zo lang ik me kan herinneren houd ik al van haar. Niet meteen natuurlijk. Dat kan niet. Maar toch al heel snel. Heel snel wist ze mijn hart te veroveren. Want zij is anders dan anderen. Anders dan al die vrouwen waarvan ik daarvoor dacht te houden. Maar ook anders dan al die andere mensen die ik ooit heb ontmoet of nog ga ontmoeten. Zij is dan ook de enige die mijn hart stal en het wist te behouden. We werden partners. Ik vond haar mooi. Toeval wou dat ik bij haar in huis kwam wonen. Ik begon haar leuk te vinden. We deelden ons leven op zoveel verschillende manieren. Ik werd tot over mijn oren verliefd op haar. We begrepen elkaar zo goed, dat er al na enkele maanden een gevoel ontstond dat ik nog nooit gevoeld had. En sindsdien houd ik van haar. En zij van mij. Misschien klink ik nu wel als een sentimentele ouwe zak, maar dat maakt me niet uit. Wat Eva en ik samen hebben, is ongrijpbaar. Houden van betekent heel veel dingen. Het betekent samen lachen. Het betekent samen huilen. En soms doet het pijn, maar vaak is het het beste gevoel dat je je voor kunt stellen. Samen genieten van de allerkleinste dingen. Of juist ruzie maken over onbenulligheden. Elkaars zinnen aanvullen. Elkaar de ruimte geven. Genoeg hebben aan één blik. Genoeg hebben aan één woord. Momenten van ultiem geluk. Momenten van wanhoop. Kleine aanrakingen van grote significantie. Grote ruzies van kleine betekenis. Troostende armen om een trillend lichaam. Gretige handen op een tintelend lichaam. Alle uitersten hebben we samen meegemaakt. Maar dit voelt anders. En toch is dit ook houden van. Want soms betekent houden van loslaten. En dat heb ik gedaan. Ze zal alleen achterblijven met Loek en Siem. Alleen, maar veilig. Toch lijkt het niet genoeg te zijn. Want ze is niet thuisgekomen na het werk. Ze heeft geen Chinees besteld. Ze heeft de kinderen niet op bed gelegd. Ze heeft ze geen verhaaltje voorgelezen. Ze zit niet op de bank met een veel te vol glas chocolademelk Homeland te kijken. 'Verdomme', met grote vaart raakt mijn hand het koude leer van het luxe autostuur. Twijfelend kijk ik naar het mobieltje op de bestuurdersstoel. Het prepaid apparaat waardoor Eva mij niet bereiken, maar ik haar wel. Zal ik? Nee. Ik mag haar niet in gevaar brengen. Ik mag de kinderen niet in gevaar brengen. Ik zou Marion kunnen bellen. Of Romeo. Maar wil ik dat risico nemen? Is dat het waard? Waarschijnlijk is er niets aan de hand. Is er een simpele uitleg voor het feit dat ze nog niet thuis zijn gekomen. Waarschijnlijk heeft Mechels haar verteld over Bodil de Herder. Ze is ongetwijfeld boos op me. Boos dat ik haar niet heb verteld over de privédetective die ik heb ingeschakeld. Boos dat ik niet ben thuisgekomen, zoals ik haar beloofd had. Boos en verdrietig. Maar dan gaat ze toch juist naar huis? Dan heeft ze toch geen zin in mensen om zich heen? Mensen die zich met haar en haar gevoelens bemoeien. Mensen die vragen stellen. Mensen die haar, ondanks hun goede bedoelingen, het bloed onder de nagels vandaan halen? Of ken ik haar toch niet zo goed als ik denk. Niet zo goed als ik hoop. Ik moet haar zoeken, ik moet weten of ze oké is. Of Loek en Siem oké zijn. Mijn voet trapt de versnelling in, mijn hand gaat naar de sleutel, maar op het moment dat ik hem om wil draaien, komt er een auto de straat in gereden. Net voor de felle lichten mijn aanwezigheid verraden, duik ik omlaag. De voor ons huis gestopte Citroën C3 herken ik uit duizenden. Het is die van Marion. Als ik mijn vrouw uit de bijrijderskant zie stappen, valt een last van mijn schouders. Al snel komen ook de kinderen tevoorschijn. Lichter dan dit heb ik me al een tijdje niet gevoeld. Ze zijn veilig. Alle drie.

TurbulentieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu