6: Cupcake mix

33 3 0
                                    

Zenuwachtig sta ik op uit de stoel. Wat zou ze willen zeggen? 'Loop maar even mee.' zegt de verpleegkundige. Ik draai me om naar Bryan, maar die trekt alleen een wenkbrauw naar me op. 'Je gaat mee.' zeg ik. En ik pak zijn hand en trek hem mee achter de verpleegkundige aan. Ik ga echt niet alleen.

We volgen haar naar een kleine kamer verderop in de gang. Eenmaal binnen vertelt ze ons te gaan zitten. Ik merk dat ik Bryan zijn hand nog steeds vast heb en snel laat ik die los. Ongemakkelijk gaan we tegenover de verpleegkundige zitten. 

Ze stelt zich eerst voor, dus doen wij dat ook maar snel. Ik wil gewoon weten hoe het met haar gaat. Mijn handen zijn ondertussen al aan het trillen. 'Ik zal maar meteen ter zake komen. Het gaat gelukkig goed met Quinty nu.' Ik zucht opgelucht, als we dat te horen krijgen. Godzijdank. 

'We hebben haar wonden gehecht, dus ze moet wel voorzichtig doen. Over een week mogen de hechtingen er weer uit.' En zo vertelt ze nog wat over dat we moeten opletten met water en dat de wond droog moet blijven. Ik ben allang blij dat het goed gaat met haar. 'Dus ze mag nu gewoon mee?' vraag ik dan. De verpleegkundige knikt en loopt met ons mee naar Quinty.

Als we bij de goede kamer zijn staat Quinty al helemaal klaar. Meteen trek ik haar in een stevige knuffel. 'Doe dat nooit meer.' zucht ik. Ze knikt en glimlacht naar me. Dan geeft ze Bryan natuurlijk ook nog een knuffel. Ze fluisteren wat, maar dat is niet te verstaan. Wat dus ook de bedoeling is van fluisteren. Dan praten we nog wat met de verpleegkundige en mogen we al snel gaan.

Quinty loopt vrolijk de gang door, alsof ze niet net haar hoofd hebben gehecht. Bryan aan ik lopen allebei naast haar en kijken haar hoofdschuddend aan. We zijn ondertussen al bij de uitgang en lopen naar buiten. Dan bedenk ik me pas dat ik hier met de ambulance ben gekomen en ons huis ligt nou niet bepaald om de hoek. Wat moeten we nu weer?

'Hoe komen we nu thuis?' vraag ik verward. Quinty en Bryan lijken zich daar namelijk helemaal geen zorgen om te maken. 'Toevallig staat mijn vaders auto daar.' wijst Bryan. Ik volg zijn vinger en zie dan inderdaad de auto van Mark. 

'We komen net het ziekenhuis uit. Wil je weer terug ofzo?' vraag ik sarcastisch. Hij heeft echt pas net zijn rijbewijs en hij mag nog helemaal niet rijden, want hij is pas 17. Eigenlijk boeit me dat niet zoveel, maar Quinty is er ook bij en die is net gehecht.

'Stel je niet zo aan. Ik ben een echte pro.' stelt Bryan me gerust. Nou wat geruststellend. 'Goed, maar als we dood gaan is het jouw schuld.' grijns ik en we lopen richting de auto. 'Yes!' roept mijn zusje vrolijk. Dit wordt nog wat. 

'Hoe heb je die auto eigenlijk meegekregen?' vraag ik nieuwsgierig als we allemaal zitten. Quinty achterin en wij twee voorin. 'Dat was niet zo moeilijk. Mijn vader is toch de hele dag thuis op zaterdag.' antwoord hij nonchalant. Dat is bij mijn ouders wel een ander verhaal. De verpleegkundige vertelde ons dat ze mijn ouders hadden gebeld. Ze zijn niet eens gekomen.

Via de spiegel zie ik dat Quinty tegen het raampje aan in slaap is gevallen. Bryan ziet het ook. 'Jouw ouders zouden wel gekomen zijn.' zeg ik tegen hem. Hij draait zijn hoofd even naar me toe, maar al snel richt hij zijn ogen weer op de weg. Hij weet niks te zeggen. En hij weet ook dat het waar is. 

Na een paar minuten staan we voor ons huis. Onderweg hebben we niet veel meer gezegd. Quinty wordt wakker, doordat we stoppen. Alle drie stappen we naar buiten. Mijn zusje en Bryan lopen naar de kofferbak en je raad nooit wat ze daaruit halen. Een krokodil? Nee. Een deur? Weer fout. 

De cupcake mix. 

Bryan heeft de freaking cupcake mix meegenomen. 

Als ik die zie begin ik keihard te lachen. Na deze ochtend hebben we dat wel verdiend. Ik steek mijn sleutel in de voordeur en trek de deur open. Quinty sprint al meteen naar binnen met de cupcake mix. 'Vind je het goed als ik nog even blijf?' vraagt Bryan me. Zijn ogen staren in de mijne. Dat moet hij echt niet doen.

'Alleen omdat we levend uit die auto zijn gekomen.' plaag ik hem. 

Hij rolt lachend zijn ogen en loopt achter me aan naar binnen. Mijn zusje heeft het pak al open gescheurd, als we binnen komen. Die meid weet niet wat geduld betekent. Met z'n allen verzamelen we alle spullen die we nodig hebben. Daar gaan we dan. 

Ongeveer een halfuur later staan de cupcakes veilig in de oven. In dat halfuur zijn er twee eieren op de grond gevallen, vloog er meel in het rond en verbrandde ik mijn vinger. Maar ze staan nu in de oven. 

Ik kijk naar mijn zusje die er helemaal prima uitziet. Dan kijk ik naar Bryan en schiet in de lach. Zijn bruine haren zijn meer wit nu en ook in zijn gezicht zitten vegen. Zelf zie ik er net zo uit, maar dan met nog een knalrode vinger. Oeps.

'Wat hebben jullie met me gedaan?' vraagt Bryan, als hij ons ziet lachen. Dan haalt hij zijn hand door zijn haren, waardoor alles op de grond valt. 'Je hebt wat laten vallen sukkel.' lach ik. Hij kijkt van mij naar de grond. 'Er zit nog veel meer in je haren!' roept Quinty. Dan veegt hij wat overgebleven meel van de keuken af en loopt richting mijn zusje, maar die is nog best slim. Ze rent meteen weg. En Bryan achtervolgt haar natuurlijk richting de woonkamer. 

Ondertussen was ik het meel van mijn gezicht af en trek mijn krullende haren los. Daar schud ik het meel uit. Als ik daar mee bezig ben komt Bryan al pratend terug de keuken ingelopen. 

'Ze zit nu op de bank tv te kijken. Volgensmij is ze-' 

Ik kijk op, als hij stopt met praten. 'Ze is?' vraag ik hem. Bryan kijkt me verward aan. 'Ze is best moe.' antwoord hij dan toch. 

Oké?


EINDELOOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu