33: Kater-ochtend

37 3 0
                                    

De zon voel ik licht op mijn ogen prikken. Als ik mijn ogen open merk ik al snel dat de zon door een kiertje van het gordijn naar binnen schijnt. Het is de ochtend erna en voorzichtig kom ik overeind. Naast me kijk ik op de wekker en daar zie ik 10:18 staan. 

Langzaam voel ik een lichte koppijn naar boven stijgen, maar ik had het erger verwacht. Geen erge kater voor mij dus. Ik besluit om uit bed te stappen en mezelf te bekijken in de spiegel. 

Spoiler: geen goed idee.

De make-up die Layla gister op mijn gezicht heeft gesmeerd zit nu verspreid over mijn hele gezicht. Ik draai de kraan open en laat het water warm worden. Met dit water was ik mijn gezicht, totdat het make-up-loos is. Dan bind ik mijn nu nog steile haren in een staart. 

Dan trek ik sokken aan en trippel ik de gang op. Ik ben benieuwd of er al iemand wakker is, maar dat denk ik niet. De kamer van Thijn is recht langs de logeerkamer en daar bons ik even hard op. Dan trek ik de deur open en loop de kamer in. 

Al meteen zie ik dat Thijn me een vernietigende blik stuurt en dan de deken over zijn hoofd trekt. Een paar plukken van zijn blonde haar steken nog boven de dekens uit. Hij doet net alsof hij een vampier is en niet tegen licht kan. 

Eerst trek ik de deken van hem af, zodat ik zijn hoofd tenminste kan zien. Dan ga ik op zijn bureaustoel zitten, die tegenover zijn bed staat. Grinnikend kijk ik Thijn aan.

Thijn kijkt me nogal moordend aan, terwijl hij veel te snel rechtop gaat zitten. Meteen grijpt hij richting zijn hoofd. Hij heeft dus zeker wel een kater en dat vind ik ook niet gek. Ik geef hem een van de paracetamols die ik had meegenomen. Hij gebruikt het glas water op zijn nachtkastje om de paracetamol in te nemen. 

'Gisteren was me toch een avond.' spreek ik dan mijn gedachte uit. Er is echt te veel gebeurd op één avond. 

'Zeg dat wel.' mompelt Thijn.

'Kun je je er nog wel iets van herinneren?' plaag ik hem. Hij was gisteravond namelijk ver weg. Helaas voor mezelf weet ik nog precies wat er allemaal is gebeurd. 

'Oh shit ik heb iets doms gedaan.' Je bent niet de enige, vriend. Ik vraag me af waar hij het over heeft, want ik heb hem niks doms zien doen. Behalve dan toen we zingend op zoek gingen naar de wc, maar dat viel nog mee.

Vragend kijk ik Thijn aan, want ik wacht op uitleg. Hij negeert mijn blik en kijkt om zich heen op zoek naar iets. Als hij zijn telefoon ziet, dan pakt hij die op. Oh daar was hij dus naar op zoek.

'Thijn, wat is er aan de hand?' vraag ik dan. Op mijn blikken reageert hij niet, dus dan maar met woorden. 

Hij tikt op zijn telefoon, terwijl hij tegen me praat. 'Gisteravond toen iedereen ongeveer naar huis ging heb ik Jacky wat gevraagd en ze zei ja. Alleen nu weet ik niet of ze serieus is of dat het een grapje was.' 

Jacky haar naam doet me meteen aan Chloe denken. En laat dat nou net de persoon zijn aan wie ik niet wil denken. Nooit niet. Thijn is hem helemaal aan het stressen, terwijl hij nu aan het typen is.

'Oh en wat heb je haar gevraagd dan?' Het antwoord op die vraag weet ik denk ik al, maar ik wil het graag uit zijn mond horen. 

'Kan ik dit sturen?' Thijn negeert mijn vraag en draait zijn telefoon naar me toe. Er staat alleen: Ik denk dat we moeten praten. Dat is nogal vaag, maar ook wel goed denk ik. Waarom vraagt hij dat ook aan mij?

Zonder hem te antwoorden druk ik op het verstuur knopje. Thijn kijkt me eerst aan alsof hij me wilt uitmoorden, maar daarna lijkt hij al snel opgelucht. Als hij zich zo erg aan het stressen is, dan moet hij Jacky wel heel leuk vinden. 

'Heb je haar DE vraag gesteld?' Nog steeds heeft hij me geen duidelijk antwoord gegeven.

'Ja Mae, ik heb haar volgensmij gevraagd of ze mijn vriendin wilt zijn.' Hij lijkt er zelf nog even over te twijfelen, waardoor ik in de lach schiet.

'Volgensmij?' Grinnik ik dan ook. 

Hij rolt zijn ogen, maar dan zie ik toch een kleine glimlach op zijn gezicht. We schrikken beide op door de harde ping die uit Thijn zijn telefoon komt. Meteen gooit hij de telefoon die hij nog in zijn handen heeft de lucht in. Paniekerig gooit hij hem naar me toe. 

Nog steeds lachend vang ik de telefoon. Hardop lees ik het berichtje voor wat hij binnen heeft gekregen. 'Waar en wanneer?' 

Thijn kijkt weer even opgelucht en grist zijn telefoon uit mijn handen. Hij typt een antwoord terug en gooit de telefoon dan weer paniekerig naar mij toe. Jongens zijn nog erger dan meisjes. 

'Isgoed.' Lees ik weer hardop voor. Dat was het antwoord van Jacky op Thijn z'n bericht. Straks hebben ze dus afgesproken. Thijn zucht opgelucht. 

'En hoe was jouw avond?' vraagt hij me dan. Heftig. 

Ineens schiet me te binnen dat ik Layla ook helemaal niet meer gesproken heb. Ik moet nog een hartig woordje spreken met haar, na dat incident met Hugo. Dan bel ik haar zometeen wel. 

Net als ik antwoord wil geven op Thijn komt er iemand doodleuk binnen gestormd. 

'Thijn ik moet je spreken - oh.' 

Ongemakkelijk schieten Bryan zijn ogen van Thijn naar mij. Er heerst nogal een dodelijke stilte, waarin ik besluit op te staan. Bryan en zijn schatti - uh ik bedoel - rotkop kunnen oprotten. Daarom loop ik langs hem richting de deur. 

Als ik langs hem loop voel ik zijn blik op me branden. Toch negeer ik het en loop ik door. 

'Ik kan ook later terugkomen.' Bryan zegt het tegen niemand in het bijzonder. Ik maak de fout om hem aan te kijken. Snel schud ik mijn hoofd en ga ervandoor, voordat ik in die ogen verdrink. 

Shit man.


EINDELOOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu