11: Hoofdpijn

32 2 0
                                    

Voorzichtig open ik mijn ogen. De zon schijnt door een kiertje naar binnen. Door het felle licht knijp ik al snel mijn ogen dicht. Dan schiet mijn hand naar mijn hoofd. Het voelt alsof iemand van binnen met een hamer tegen mijn hoofd slaat. Geen prettig gevoel kan ik je vertellen.

Flarden van gisteravond komen weer bij mij binnen, als ik de deken over me heen trek. Het laatste wat ik me herinner is dat ik samen met Bryan naar zijn auto liep. Volgensmij zeurend over dat ik mijn ouders onder ogen moest komen. Het is namelijk onmogelijk om ons huis binnen te komen, zonder dat een van hun wakker word. Vraagt me niet hoe ze het doen.

Hoe ben ik eigenlijk thuis gekomen? Ik kan me er niks van herinneren. Geïrriteerd trek ik de deken weer van me af. De deken heeft een normaal blauw dekbed. Een die zeker niet van mij is. Meteen ben ik klaar wakker en scan ik de kamer. Witte muren, bureau, kast, deur. Alles wat normaal is in een slaapkamer, maar dit is zeker niet mijn slaapkamer. 

Het is de slaapkamer van Bryan fucking Wouters. 

Hoe ben ik hier in hemelsnaam gekomen? Met zijn vaders auto natuurlijk. Ja dat snap ik ook wel, maar waarom ben ik hier. En niet in mijn eigen bed. Snel check ik de kleren die ik aanheb. Hetzelfde als gisteravond. Waarom weet ik dan ook niks meer? Mijn hoofd herinnert me eraan waarom ik niks weet. Alcohol. Altijd weer die alcohol. 

Ik spring uit het bed om een spiegel te zoeken. Op de klok zie ik dat het 11 uur is. Zo lang heb ik in geen tijden geslapen. Er is nergens een spiegel te vinden, dus trek ik de deur open en loop naar de badkamer. De weg ken ik hier wel. 

Zoals ik al dacht zie ik er niet zo goed uit. Mijn spiegelbeeld kijkt me geschrokken aan. Er zitten allemaal make up vegen op mijn gezicht. Doordat ik de make up er niet heb afgehaald zie ik op mijn kin al een puistje ontstaan. Urgh. Ik zet de kraan aan en was alle make up eraf. Mijn krullen die alle kanten opstaan prop ik nog snel in een knot. Dat ziet er al iets beter uit. 

Zo lijk ik niet meer op een lijk, maar meer op een geest. Daar moeten we het maar mee doen. Wacht eens. Wat ga ik zeggen tegen Thijn en zijn ouders? Oh waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht. Ik had beter uit het raam kunnen springen. 

En ik vraag me nog steeds of waarom ik hier ben. Ik hoop maar niet dat ik dat heb gevraagd, want dan spring ik straks onder mijn deken en kom er nooit meer onder uit. Op mijn tenen loop ik de gang door. De slaapkamerdeur van Thijn staat open, dus kijk ik naar binnen. Niks te zien. Verder hoor ik ook niemand praten, dus het zal wel.

Die jurk van gisteravond zit ook voor geen meter. Ik trek hem een beetje recht, maar het zit niet veel beter. Hij lijkt een beetje op mijn leven. Nou ja daar gaan we dan maar. Voorzichtig loop ik de trap af naar beneden. 

Als ik in de hal voor de deur sta denk ik na over mijn opties. Ik kan nu ook gewoon door de voordeur naar buiten rennen. Of ik loop door deze deur en ik heb geen idee wat er daar gaat gebeuren. Of wie er is. Waarom is het leven zo moeilijk? Fuck it ook.

Al snel zie ik dat er niemand in de woonkamer is. Er komt wel geluid uit de keuken, dus loop ik daar maar heen. Daar aan de bar zit een jongen met bruin warrig haar en een kop thee in zijn handen. Gelukkig is hij ook de enige die daar zit. 

'Goed geslapen?' vraagt hij droog. In mijn herinneringen was hij minder knap. Urgh.

'Hoofdpijn.' 

Grinnikend staat Bryan op. Hij schuift me een kop thee voor met een paracetamol. Dankbaar neem ik het aan.

'Dit is niet mijn huis.' merk ik dan slim op. Iemand moet erover beginnen.

'Serieus? Dat had ik nog niet gemerkt.' 

Leuk dat sarcasme Bryan. Love it. 

'Je zei de hele tijd in de auto dat je niet naar huis wilde, dus nu ben je hier.' zegt hij simpel. Oh nee toch. Ik sla mijn hand tegen mijn hoofd.

'Wat heb ik nog meer gezegd?' 

'Niet veel, behalve iets over mijn haar en 'mooie' ogen?' In Bryan zijn ogen staan pretlichtjes, als hij dat zegt. Aarde. Mag ik alsjeblieft door de grond zakken?

'Oh nee. Laat me nooit meer drinken.' zucht ik. 

Bryan schudt lachend zijn hoofd en neemt een slok van zijn thee. Ik duw de paracetamol naar binnen en neem ook een slok. 

'Waar is iedereen eigenlijk?' vraag ik me dan hardop af. 

'Naar Thijn zijn voetbalwedstrijd.' Oh ja. Thijn heeft natuurlijk elke zondag een wedstrijd. Er ontstaat een glimlach op mijn gezicht, als ik eraan denk dat Cynthia en Mark altijd komen kijken. 

Dan schiet mijn blik naar Bryan. Hij lijkt eigenlijk totaal niet op zijn jongere broertje. Thijn heeft blonde haren, blauwe ogen en praat altijd heel makkelijk met iedereen. Bryan daarentegen heeft bruine haren, zijn bruin-groene ogen en een totaal andere persoonlijkheid. Eigenlijk weet ik helemaal niet veel over Bryan. Hij is nogal afstandelijk, als er meerdere personen bij zijn. 

Ineens schiet me iets te binnen. 'Speel je gitaar?' 

Bryan versteend door mijn vraag. Geschokt kijkt hij me aan. Ik zag een gitaar staan op zijn kamer en dacht er ineens aan. Hij lijkt niet echt blij te zijn met mijn vraag.

Ongemakkelijk draait Bryan zich om en mompelt wat. Vaag hoor ik er een soort van ja uit. Al weet ik het niet honderd procent zeker. 'Bryan?' Mijn hand leg ik op zijn schouder in de hoop dat hij omdraait. Gelukkig doet hij dat.

'Sorry. Eigenlijk weet niemand het.' zucht hij. 

'Helemaal niemand?' 

Bryan schudt zijn hoofd. Als ik gitaar kon spelen zou ik het voor iedereen doen. Ik ga hem overhalen om ooit voor mij te spelen. Anders verklap ik zijn geheim gewoon. Grapje! Zo gemeen ben ik ook weer niet. 

'Waarom?' vraag ik voorzichtig. 

Hij haalt zijn schouders op. 

Dus grijp ik zijn arm en trek hem mee. 

EINDELOOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu