3: Vrijdagavond

42 1 0
                                    

School is al een tijdje uit en ik zit nu thuis. Over een paar minuten gaan we naar de Wouters. Mijn zusje heeft er zoveel zin in, dat ze nog net niet door het huis springt. Ze is pas 5 en echt een schatje hoor, maar Quinty houdt echt van de familie Wouters. En dan vooral van Bryan. Vraag me niet waarom. 

Langzaam kom ik de trap afgeslenterd. Mijn moeder staat in de hal en trekt haar schoenen aan. Als ze mij ziet betrekt haar gezicht meteen. 'Maecy wat heb je nu weer aan?' zucht ze. Verontwaardigd gooi ik mijn handen in de lucht. Ik draag een joggingsbroek, een hemdje en een vest erover. Wat is daar nu weer mis mee?

'Je gaat wat anders aantrekken.' is mijn moeders bevel. Wat boeit het nu hoe ik eruit zie? De Wouters hebben me wel erger gezien. Toch luister ik naar mijn moeder, want anders gaat ze de hele avond chagrijnig zijn. Daar zit vast niemand op te wachten. Dus sprint ik de trap op en kleed me weer om. Ook bind ik mijn zwarte krullende haren nog stel in een hoge staart. 

Als ik weer beneden kom staat Quinty bij de kapstok te springen. Ze komt er nog niet bij. Ik grinnik en daardoor ziet ze me. Met haar kleine beentjes rent ze naar me toe. 'Mae. Kan je me helpen?' vraagt ze vrolijk. Ik knik en loop met haar mee naar de kapstok. Als ik haar jas van de kapstok haal staat ze weer te springen. Ik help haar met haar jas en pak de mijne ook gelijk maar. 'Heb je er zin in?' vraag ik lachend aan het drukke meisje. Ze knikt meteen hevig.

'Papa, mama, komen jullie nog!?' schreeuwt ze dan door het hele huis. Precies op dat moment komen mijn ouders de hal ingelopen. Mijn vader schudt lachend zijn hoofd, doordat Quinty zo op en neer springt. 'Tijd om te gaan.' zegt mijn moeder. Zo lopen we met z'n vieren de oprit af. Eigenlijk met z'n drieën, want Quinty staat al naast de auto. Aan de deur te trekken. 

Na 5 minuten rijden staan we voor het huis van de Wouters. In die vijf minuten heeft de hemel ineens besloten om te gaan huilen. Super leuk dus. Wonder boven wonder is er een parkeerplaats vrij en hoeven we niet te rennen door de regen. Nou ja Quinty rent sowieso al.

Wanneer ik uit de auto stap trek ik snel mijn capuchon over mijn hoofd heen. Mijn zusje staat al enthousiast de deurbel kapot te drukken. Cynthia opent gelukkig snel de deur, zodat we naar binnen kunnen. Als ik naar binnen loop hoor ik Quinty al vrolijk praten met Thijn en Bryan. Die meid weet wel wie ze leuk vind. 

Mijn ouders zijn in gesprek met Cynthia over wijn of zoiets, terwijl ik mijn jas in de kapstok hang. In die paar seconde die ik heb gelopen is mijn jas toch nog nat geworden. Handig. Ik loop langs mijn ouders en Cynthia af de woonkamer in. Als ik daar binnen loop krijg ik onbewust een glimlach op mijn gezicht. 

Mijn zusje staat op de schoot van Thijn, die weer op de bank zit. Voor haar staat Bryan, en Quinty haar handen zitten in het bruine haar van Bryan. Geen idee wat ze ermee doet, maar het ziet er lachwekkend uit. Bryan ziet dat ik kijk en geeft me een knipoog, waarop ik mijn ogen rol. Hij blijft me aanstaren, waardoor ik ongemakkelijk wegkijk. Gelukkig hoor ik achter me mijn redder in nood.

De vader van Thijn en Bryan, Mark staat achter me. Hij begroet me en ik doe hetzelfde. We praten nog wat over school, tot mijn ouders en Cynthia ook verschijnen. Cynthia had me nog niet echt begroet, dus dat doet ze nu. En daarmee bedoel ik dat ze me tegen zich aandrukt en me knuffelt. Dat doet ze altijd. Geen idee waarom, maar ik mag haar wel. 

'Mam laat haar maar los.' grinnikt Thijn die is opgestaan. Cynthia laat me los en ik glimlach naar haar.  'Niet jaloers worden hoor. Moet je ook een knuffel?' plaagt Cynthia hem. Ik proest het uit om het gezicht van Thijn. Hij zet meteen een stap terug en trekt zijn wenkbrauw op. Dan lopen onze ouders de eetkamer in. 

 'Wat een humor.' zegt Thijn droog.

'Ik vond jouw gezicht anders best grappig.' 

Als ik dat zeg stompt hij me tegen mijn schouder aan. Auw. Zielig trek ik een pruillip. Thijn rolt zijn ogen en ineens vliegt er iemand om mijn nek. Echt een dagelijkse gebeurtenis. Ik weet al dat het Quinty is en haar zachte gegiechel bevestigd dat. 'Quin wat doe je?' zucht ik. Ondertussen probeer ik haar van me af te schudden, maar ze is sterker dan het lijkt en houd zich goed vast. 

Dan giert ze het ineens uit van het lachen en begint te bewegen. Ik probeer te zien wat er gebeurd, maar dat is nogal lastig als er een meisje aan je nek hangt. Uiteindelijk laat ze los en dan snap ik dat Bryan haar heeft gekieteld. Goede zet, want daar kan die meid echt niet tegen. Geen idee waar hij vandaan komt trouwens. 

'Eindelijk iemand die me helpt.' zeg ik en ik houd mijn hand omhoog voor een high-five. Helaas voor mij sta ik daar debiel met mijn hand omhoog zonder en high-five te krijgen. Dus doe ik wat iedereen zou doen in die situatie. 

Mezelf een high-five geven met mijn andere hand. Als het er op neer komt kan je altijd op jezelf rekenen. 'Of toch niet.' grijnst Bryan. En ze lopen met z'n drieën richting de eetkamer, waar onze ouders al zijn. 

Ahh! Die irritante grijns ook altijd. Het past perfect bij zijn veel te perfecte irritante hoofd. En zijn veel te perfecte irritante groen-bruine ogen. En dan hebben we het nog niet gehad over zijn haar. Ik wil hem slaan.

'Kom je nog?' 

EINDELOOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu