15: Een meisje

30 2 0
                                    

Rollend met mijn ogen geef ik Thijn een duw. Hij zag het niet aankomen en daardoor ligt hij bijna naast de bank. Eigen schuld. 

'Sukkel ik zag je wel kijken. Wie appt jou?' 

Hij gaat weer goed zitten en kijkt me twijfelend aan. Dit is toch serieuzer dan ik dacht. Nu wil ik het al helemaal weten, aangezien Thijn nooit serieus is. 

'Iemand van voetbal.' zegt hij dan droog. Wauw Thijn. Denk je nu echt dat ik het daarbij laat zitten?

'Een meisje?' Veelbetekenend kijk ik hem aan.

'Ja Mae, een meisje.' zucht hij dan.

Ha! Ik wist het. 

'Ahhh! Laat zien!' 

Thijn lijkt zich te beseffen dat hij hier niet meer onderuit gaat komen en pakt zijn telefoon nu helemaal uit zijn zak. Ongeduldig wacht ik op hem. Hij heeft nooit eerder iemand leuk gevonden, dus nu ben ik echt benieuwd. 

Hij tikt wat op zijn telefoon en draait het scherm dan naar mij. Een knap blond-harig meisje kijkt me glimlachend aan. Ze komt me bekend voor, maar ik heb geen idee waarvan. Ze zal wel op iemand lijken.

'Ahh wat leuk. Zit ze ook op voetbal?' 

Thijn rolt zijn ogen en knikt. 'We kunnen het ook weer over jou en Bryan hebben?' stelt hij voor. 

'Nee dankje.' zeg ik meteen.

Daardoor proest hij het uit. Nou zeg. 'Ik snap niet wat er zo leuk aan hem is. Een paar dagen geleden zag ik hem nog op school met die Emily.' 

Urgh alsof ik dat niet weet Thijn. Dat heb ik ook gezien.

'Er is niks aan de hand.' vind ik 

'Luister Mae. Ik ken jou en ik ken mijn broer en er is duidelijk iets aan de hand.' 

'Hoe bedoel je? Kunnen we het weer hebben over dat meisje van voetbal. Wat is haar naam eigenlijk?' praat ik aan een stuk door. Ik heb geen zin om hierover te praten, want ik snap het zelf niet eens. 

'Ze heet Jacky, maar daar hadden we het niet over. We hadden het over jou en Bryan.' 

'Stop eens. Er is geen mij en Bryan.' zucht ik. 

'Maecy wat denk je dat er was gebeurd, als wij niet binnen waren gekomen?' 

Dat noem je nou een kut vraag. Wat moet ik daar nou weer op antwoorden. Dat antwoord heb ik zelf ook nodig, want ik heb geen idee. Soms wil je liever onder een steen in Antarctica liggen. Hebben ze daar eigenlijk wel stenen?

'Weet ik veel. Gelukkig kwamen jullie binnen.' is mijn zielige antwoord dan ook. Ondertussen ben ik alvast mijn opties aan het bekijken qua stenen. Dan maar eentje hier in Nederland. 

Helaas worden mijn zoektocht en ik onderbroken door de telefoon van Thijn. Hij kijkt op zijn telefoon en grinnikt. Dan neemt hij op, maar voordat hij dat doet fluistert hij nog snel de naam van degene die hem belt. Bryan. Wat gezellig. 

Met mijn mislukte gebaren probeer ik hem duidelijk te maken dat hij de telefoon op luidspreker moet zetten. Gelukkig begrijpt hij me al snel en doet het dan ook nog. 

'Thijn ben je er?' klinkt Bryan zijn stem vragend uit de telefoon. 

'Ja ik ben er. Wat is er?' antwoordt Thijn. 

'Uh waar ben je nu?' 

Meteen begin ik mijn hoofd te schudden naar Thijn. Hij kijkt me aan, alsof hij me gaat vermoorden, maar zegt toch niks over dat hij nog met mij is. En dat ik dit hele gesprek kan volgen.

'Op een bankje. Ik ben net met Maecy meegelopen. Hoezo?' 

'Oh oké en uh zei ze iets of niet?' 

'Het is Mae. Die zegt wel meer dan iets.' Is Thijn zijn reactie daarop. Dat vat ik maar op als een compliment. 

'Je weet wat ik bedoel Thijn.' 

Weer begin ik mijn hoofd te schudden naar Thijn. Hij haalt zijn hand door zijn haar en begint weer tegen Bryan te praten. 

'Nope ze zei helemaal niks. Wat zei pap?' 

Ik hoor Bryan geïrriteerd zuchten door de telefoon. Dat was vast een erg gezellig gesprek. 

'Niet zo veel eigenlijk. Wat hij altijd zegt, maar mam was niet te houden. Ik werd gek van haar enthousiasme.' 

Thijn grinnikt, wanneer Bryan dat zegt. Cynthia is gewoon altijd enthousiast. Vooral als ze samen is met mijn moeder.

'Dat geloof ik, maar ik spreek je zo nog wel.' probeert Thijn het gesprek af te sluiten. Bryan mompelt een vage tot zo en dan is hij weer weg. 

'Als hij hier achter komt ben ik dood.' zegt Thijn dan tegen mij. Je bent niet de enige Thijn. Dan kunnen ze ons samen gaan begraven. 

'Als jij niks zegt en ik ook niet, dan is er niks aan de hand.' zeg ik dan ook. Ik wil graag nog niet dood en hij ook niet lijkt me. 

'Dat is waar. Kom jij moet naar huis mevrouw.' Beide staan we op van het bankje en lopen weer door. Het is best nog wel een stukje lopen, aangezien we pas een straat verder zijn gekomen. Mijn huis ligt nou niet bepaald om de hoek van die van de Wouters. 

'Het is Mae die zegt wel meer dan iets.' Herhaal ik de zin die Thijn net tegen Bryan zei. 'Is het de bedoeling dat ik dat opvat als een compliment?' grinnik ik.

Hij haalt zijn schouders op en zegt: 'Dat moet je zeker doen.' 

Dat klonk heel sarcastisch. Daarom zeg ik: 'Ahh wat lief.' Wat hij kan, kan ik ook. Mijn handen haal ik door zijn haren heen, want ik weet dat hij daar niet tegen kan. 

Daarom ren ik ook meteen van hem weg, want anders is vandaag toch nog de dag dat ik dood ga. 

'MAECY!!'


EINDELOOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu