Ik stond nog steeds in brand, al had ik het idee dat het al minder werd. Soms hoorde ik twee personen tegen elkaar praten, de stem van een jongen en een meisje. 'Hoelang zou het nog duren denk je?', vroeg de jongen. 'Weet ik niet', antwoordde het meisje, 'bij jou duurde het 2 dagen'. 'Dan zou ze elk moment kunnen ontwaken!', zei de jongen.
Na enige tijd voelde ik dat het branden was gestopt. Ik deed mijn ogen open. Het eerste wat ik zag was een plafond van houten balken. Maar er klopte iets niet.. Ik kon elke houtnerf van de houten planken heel scherp zien. Mijn ogen zijn nooit heel goed geweest, dus dat vond ik raar.
Opeens realiseerde ik me dat ik al die tijd nog niet ingeademt had! Ik ademde in, maar het voelde raar, eigenlijk alsof het niet meer nodig was. Alsof ademen overbodig was geworden.. Ook voelde ik een brandend gevoel in mijn keel.
Ik voelde paniek opwellen.. Wat is er met me gebeurd?! Ik ging rechtop zitten. Nog voordat ik kon zien waar ik was stond het meisje met het bruine haar opeens voor mij. Ze zag er nog even perfect uit als dat ik me herrinnerde. Ze glimlachte. 'Wat heb je met me gedaan?', fluisterde ik. 'Ik heb je geholpen', antwoordde ze, 'zoals je wilde. Je wil toch wraak?'. Ik wendde mijn blink van haar af. 'ja, ik wil wraak, maar wat heb je met me gedaan? Waarom hoef ik niet meer te ademen? Waarom brandt mijn keel zo? Waarom zie ik alles opeens zo goed? Waar ben ik?!' Nu keek ik haar recht aan. Het meisje glimlachtte weer. 'Voordat ik je dat vertel zal ik me even voorstellen. Ik ben Vanessa.', zei ze. 'We zijn nu in een scoutinghutje, wat alleen in de zomer gebruikt wordt, aangezien het nu winter is, staat het leeg' Ze zuchtte. 'Dan zal ik nu al je vragen beantwoorden.. Ik zag je laatst huilend van school wegfietsen naar huis. Ik besloot je te volgen. Vanuit jouw achtertuin zag ik jou in een boekje - jouw dagboek weet ik nu, schrijven. Toen je het huis verliet heb ik jouw dagboek gelezen'. Voordat ik kon protesteren ging Vanessa door met haar verhaal. 'Ik las hoe ongelukkig je was en hoe graag je uit bent op wraak. Ik ken het gevoel. Zo graag wraak op mensen willen nemen, maar je weet niet hoe.' Vanessa wendde haar blik af. Ik zag voor me hoe ze nu terugdacht aan haar negatieve ervaringen met mensen die haar pijn gedaan hebben. 'Maargoed', vervolgde Vanessa, 'Je bent nu geen mens meer. Je bent een vampier, je zintuigen hebben zich nu zo ontwikkeld tot soort jagerszintuigen, zo noem ik ze altijd. Je kunt heel hard rennen, hele grote sprongen maken en je bent heel sterk.' Ik had hier geen woorden voor. Dit drong nog maar half tot mij door.. Ik, een vampier?! Ik dacht altijd dat vampieren in overdag slapen in doodskisten en geen spiegelbeeld hebben.. Ik had het gevoel dat ik opeens aan meerdere dingen teglijk kon denken, dat ik meer kon onthouden.. Dat zal ook wel een van de bijwerkingen zijn.. 'Laurens! Kom eens even!', riep Vanessa richting de deur. Nog voordat ik hoorde wat Vanessa riep, stond Laurens voor mij. Ik kon geen woord uitbrengen. Hij was zo perfect! Hij lachtte naar me bij het zien van mijn reactie. 'Dat doen ze allemaal!', zei hij lachend. 'En.. Heeft Vanessa al je vragen al beantwoord?', vroeg hij. 'Al wel een paar,' antwoordde ik, 'uhm. Ik vroeg me af waarom Vanessa míj heeft uitgekozen en niet iemand anders. Er zijn zo veel andere ongelukkige mensen als mij op de wereld..' 'Dat is een goeie vraag', Vanessa keek van Laurens naar mij, 'Ik zag een hele speciale gave in je, iets wat ik nog nooit bij andere mensen of vampieren heb gezien' Ik keek verbaasd naar Vanessa. Ze lachtte schaapachtig. 'Elke vampier heeft een gave. Mijn gave is bijvoorbeeld dat ik kan zien welke gave mensen zouden hebben als ze een vampier zouden zijn en natuurlijk de gaven die vampieren hebben' 'Dus jij weet mijn gave?' Hoopvol keek ik Vanessa aan. 'Ja', zei ze, 'met jouw gave kun je de geest van mensen en vampieren sturen. Je kunt ze laten doen wat jij wil dat ze doen' Verbijsterd keek ik haar aan. 'Natuurlijk moet je nog wel oefenen! Daar helpen wij je bij!, voegde Laurens eraan toe. 'Dus ik heb soort superkrachten?', vroeg ik. Vanessa en Laurens lachtten. 'Ja, daar komt het ongeveer op neer', grinnikte Laurens. Ik zat nog steeds op het bed waar Vanessa mij had opgelegd toen ik aan het transformeren was. Ik had het gevoel dat dit het beste was wat me ooit had kunnen overkomen. Ik heb maar één doel. Ik ben uit op wraak. Ik stond op. Ik probeerde een paar passen te lopen, maar tot mijn verbazing liep ik heel snel naar de andere kant van de kamer, 6 meter verder, nog bijna voordat ik bedacht had dat ik daar heen wilde lopen. Dit is zo gaaf! 'Zou ze al dorst hebben?', hoorde ik Laurens tegen Vanessa zeggen. Dit had Laurens beter niet kunnen zeggen.. Toen ik dit hoorde dacht ik weer aan mijn keel. Hij brandde. 'Ze moet gaan jagen', constateerde Laurens, 'ik neem haar wel mee en zal haar leren hoe ze moet jagen'. Jagen?! dacht ik.. 'Waarop?', vroeg ik. 'Wat denk je?', Vanessa keek me aan alsof ik een grap maakte, 'mensen natuurlijk'.