Ik keek recht in de ogen van een andere vampier! Alleen er was iets vreemds aan hem. In plaats van rode ogen.. Had hij gouden ogen.
Ik had gedacht dat de vreemde vampier me aan zou vallen, maar in de plaats daarvan groette hij mij. 'Ik ben Liam.' zei hij. 'En mag ik vragen wie jij bent?' glimlachte hij er achter aan.
'Ik ben Emily,' zei ik, 'maar wat was dat voor een beest net?'
Liam lachtte. 'Dat was een weerwolf. Die lopen hier soms wel eens rond.'
'Maar waarom heb je me gered?' vroeg ik verbaasd. Liam haalde zijn schouders op. 'Leg ik straks wel uit.'
Toen hij wegliep liep ik achter hem aan. 'Ren maar met me mee' riep hij over zijn schouder, 'als je me bij kunt houden tenminste' grinnikte hij daar achter aan.
'Dat kan ik met gemak!' grijnsde ik. Ik begon te rennen. In eerste instantie dacht ik sneller te zijn, want Liam rende een paar honderd meter achter me, maar opeens haalde hij me in. Toen hij mijn blik zag lachtte hij. Ik probeerde nog wat te versnellen. Gelukkig met succes, want nog geen seconde later haalde ik in. Ik stak mijn tong naar hem uit en lachte.
Opeens stopte Liam met rennen. Zo snel als ik kon stopte ik ook. 'Waarom stopte je nou?' plaagde ik hem, 'kon je me niet meer bijhouden?'
'Je hebt gewonnen' glimlachte hij. 'Volgende keer weer een nieuwe kans!'
'Maar waar gaan we eigenlijk naar toe?' vroeg ik.
'Ik ga je laten zien waar ik woon' antwoordde Liam.
We liepen nog een paar honderd meter naar het noorden. Toen ik stopte zag ik een enorm huis voor me opdoemen. Het was een groot landhuis. Het stond op een heuvel en was omringt met bomen.
'Wauw!' zei ik. Naarmate we dichter bij het huis kwamen kon ik steeds beter zien wat voor huis het was. Op de begane grond waren heel veel ramen. Ik kon vanaf hier zo de woonkamer in kijken.
'Dit is mijn huis' glimlachte Liam. Verwonderd keek ik naar het huis. 'Ik wist niet dat vampieren zo in luxe konden leven!'
'Dit is nog lang niet alles,' grinnikte Liam, 'kom maar mee naar binnen.'
Binnen een halve seconde stonden we binnen. 'Wie is dat?' hoorde ik een meisjesstem zeggen.
Toen ik opkeek zag ik een meisje van ongeveer mijn leeftijd. Ze had lang golvend bruin haar dat tot haar middel kwam en dezelfde kleur ogen als Liam.
'Dit is Emily' zei Liam, 'ze werd aangevallen door een weerwolf en ik heb haar geholpen.'
Het meisje liep naar mij toe en stelde zich voor. 'Ik ben Sophie' glimlachte ze.
Ik glimlachte terug. 'Zijn jullie dus familie?' vroeg ik onzeker. Sophie knikte instemmend. 'Ik, Liam, Damian, Lily, Michael en onze ouders, Henry en Julia.'
'Jullie hebben best een grote familie.' reageerde ik, 'maar waar zijn ze allemaal?'
Nog voordat Sophie kon antwoorden stond er opeens een jongen naast me. 'Hier zijn wij' grijnsde hij. 'Ik ben Michael'
Michael's zwarte stekeltjeshaar stak mooi af tegen zijn lijkbleke huid. Ik stelde me voor en gaf hem een hand.
Nog geen seconde later stond de rest van Liam's familie voor me. Een voor een stelden ze zich voor. Damian was een jongen met warrig bruin haar dat ongeveer tot boven zijn kaak kwam. Lily daarentegen was helemaal in het roze. Ze had haar lange blonde haren in een staart gedaan. Zelfs het elastiekje van haar paardenstaart was roze!
Michael was toch wel de meesterversierder. Toen hij mij zag liep hij meteen naar mij toe en begon al meteen met mij te flirten. 'Michael!' hoorde ik Lily zeggen, 'niet hier!' Michael grijnsde, maar hield toch zijn mond.
Henry en Julia waren dus hun ouders. Henry was een man die gezag uitstraalde. Hij had donkerblond haar, waarbij er een paar plukjes over zijn voorhoofd vielen.
Julia had lang kastagnebruin haar wat in pijpenkrullen over haar schouders viel. Ik was nu al jaloers op haar haar!
'Wie is dat?' vroeg Damian terwijl hij naar me wees. 'Dit is Emily,' begon Liam, 'ze werd aangevallen door een weerwolf in het bos en ik heb haar gered.'
'Wat ben je toch weer een held,' grapte Michael.
'Hoe ben je hier eigenlijk terecht gekomen?' vroeg Damian opeens.
'Uhm..' Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik moest zeggen.. 'Ik ben soort van.. gevlucht, omdat het me even te veel werd..'
Toen ik rondkeek leken ze het allemaal te geloven. Julia glimlachte, 'bij ons ben je welkom!' zei ze. Ik glimlachte en keek haar dankbaar aan.
'Maar er zijn hier wel een paar regels' ging Henry verder, 'zoals je ziet zijn onze ogen allemaal goudbruin.' Ik knikte. 'Dit komt omdat wij dierenbloed in plaats van mensenbloed drinken. Onze belangrijkste regel is wel dat je dat ook gaat doen, want wij zijn het er allemaal over eens dat mensen vermoorden niet kan.'
Hier moest ik even over nadenken. Mensenbloed is zo veel lekkerder dan dierenbloed! Maar om van dierenbloed te leven zou in mijn geval lastig worden, maar niet onmogelijk.
'Ik zal me daaraan houden.' beloofde ik.
'En natuurlijk dat niemand ons geheim mag weten' reageerde Sophie.
'Zal je ik je de omgeving laten zien?' bood Liam aan. Ik knikte en volgde hem naar buiten. Ik was zo blij dat ik meteen na de eerste dag al onderdak had gevonden! Ik glimlachte in mezelf en volgde Liam.
Nadat we een paar kilometer verder het bos in waren gerend stopten we op een open plek. 'Dat zal flink afkicken worden' glimlachte Liam. Ik haalde mijn schouder op en glimlachte. 'Ik denk dat ik er wel aan kan wennen.'
Ik snoof diep in. In eerste instantie rook ik niets anders dan boslucht, maar opeens rook ik het bloed van een hert. Zo snel als ik kon rende ik op het hert af en zette mijn tanden in de nek van het beest.
Mensenbloed smaakte zo veel beter! Maar ik kan toch maar het beste gewend raken aan dierenbloed en ik geef Liam's familie gelijk dat mensen doden eigenlijk verkeerd is. Ik had er nooit zo erg over nagedacht dat het ook anders kon.
Naar mijn idee bevatte het hert veel te weinig bloed! Ik wilde meer! 'En.. Hoe bevalt het dierenbloed?' vroeg Liam nieuwsgierig
'Mensenbloed is veel beter!' reageerde ik. Ik bekeek Liam nog eens goed.
Hij had bronskleurig haar dat ongeveer tot boven zijn oren kwam. Zijn ogen staken mooi af tegen zijn mooie haar. Zijn jukbeenderen waren perfect gevormd en zijn huid was natuurlijk lijkbleek en ijskoud, net als mijn huid.
'Wat is er?' vroeg Liam opeens. Ik schrok op uit mijn gedachten en keek naar mijn schoenen. 'Niks hoor.' Liam liep mij voorbij en glimlachte. 'Ik ruik een andere vampier' zei hij, 'zullen we even gaan kijken?'
Ik probeerde de geur op te vangen. Die geur kwam me erg bekend voor... Toen pas realiseerde ik me dat die geur van Laurens was! Laurens was hier! Het drong nog maar amper tot me door. Waarom is hij mij gevolgd? Wat doet hij hier? Ik dacht dat hij liever bij zijn mensenvriendinnetje zat..
'Is er iets?' vroeg Liam toen hij mij zag. 'Uhm.. Nee, er is niks..' begon ik, maar voordat ik mijn zin af kon maken was Liam al richting de geur van Laurens gerend.
Ik rende zo snel als ik kon om Liam tegen te houden. Ik vloog bijna. De bomen, de takken en de dieren schoten langs mij af. Ik moest Liam tegenhouden! Al wist ik dat Laurens mij vroeg of laat toch zou vinden.. Om nu al een confrontatie aan te gaan ging voor mij te snel.
Eindelijk zag ik Liam weer. Hij stond vlakbij een meer. Laurens' geur werd steeds scherper. Hij moest ook bij dat meer zijn!
Toen ik bij het meer was aangekomen stopte ik met rennen en haalde een paar keer diep adem. 'Hij is hier..' zei ik. 'Wie?' vroeg Liam verbaasd. 'Laurens..' antwoordde ik.
Net op dat moment zag ik Laurens uit een boom springen. Toen zijn ogen mij vonden wilde ik wegrennen, maar ik was al te laat..