Ik knipperde een aantal keer met mijn ogen. Waar was ik? Mijn ogen schoten de kamer rond en tot mijn grote schrik realiseerde ik me dat ik in de blokhut was! Om precies te zijn in precies dezelfde kamer waarin ik de pijnlijke transformatie tot een vampier doorstaan had. Ik probeerde rechtop te gaan zitten, maar de pijn in mijn rug belemmerde dat. Wat was er gebeurd? Waarom ben ik hier? Langzaam kwamen de beelden terug. Nina en haar rode ogen vol haat, Tom die schreeuwde van de pijn, het vuur..
Ik sloot mijn ogen. Toen ik mijn ogen weer open deed stond er iemand in de deuropening. Het was Matthew. 'Matthew,' zei ik schor. 'Emily!' riep hij uit. Matthew liep naar me toe en pakte mijn hand. Ik slaakte een kreet toen ik mijn hand zag. Mijn hand was helemaal zwartgeblakerd! 'Wat.. is er gebeurd en wat..' Nog voordat ik mijn zin af kon maken knikte Matthew geruststellend, 'het komt weer goed,' zei hij. 'Waar zijn mijn ouders?' vroeg ik paniekerig, 'en wat is er met Tom gebeurd?!'
'Ze zijn veilig! Ben maar niet bang!' antwoordde Matthew sussend. Hij boog zich naar me toe en gaf een kus op mijn voorhoofd, 'je komt er weer helemaal bovenop.'
'Ik wil naar ze toe!' zei ik vastbesloten. Ik zag aan Matthew dat hij het niet zo'n goed idee vond, maar ondanks dat knikte hij een keer kort.
Ik probeerde op te staan. Mijn ledematen waren pijnlijk. Ik had het gevoel alsof mijn lichaam volgelopen was met cement. Mijn gezicht vertrok van de pijn toen ik opstond. Meteen stond Matthew klaar om me te ondersteunen. Toen ik opstond keek ik naar mezelf in de spiegel. Ook dit is dezelfde spiegel waarin ik een paar maanden geleden mij nieuwe ik voor het eerst zag. Maar nu stond er iemand anders.
Ik droeg een simpel wit jurkje, wat me een beetje deed denken aan de gewaden die patiënten in ziekenhuizen altijd droegen. Veel plekken van mijn huid waren zwart en verschroeid. Mijn linkerbeen was helemaal zwart en ik kon er amper op steunen. Toen ik het aanraakte schoot er een felle pijn door mijn been.
Mijn armen zijn redelijk gespaard gebleven. Alleen van mijn handen tot mijn ellebogen zijn het ergst beschadigd. Ik durfde niet te kijken naar mijn romp, omdat ik bang was dat het daar nog veel erger zou zijn.
Mijn gezicht was gelukkig gespaard gebleven. Op wat verschroeide plekjes na viel het mee. Tot mijn grote schrik was mijn haar bijna helemaal weggeschroeid. 'Kom mee,' fluisterde Matthew. Hij ondersteunde me tijdens het lopen. Eenmaal aangekomen in de woonkamer staarde iedereen mij geschrokken aan.
'Het gaat goed met me!' zei ik geruststellend. Maar niemand leek het te geloven.
Ik keek de kamer rond. Vanessa en Damian zaten hand in hand op het versleten bankstel. En aan de andere kant van de kamer zat Tom.
Geschrokken staarde hij me aan met zijn rode ogen.
'Emily!' riep Vanessa uit. Ze stond op en liep naar me toe. Tranen blonken in haar ogen. 'Je leeft nog We waren allemaal zo bang!'
'Tom?' vroeg ik onzeker. 'Ik wil dit helemaal niet zijn...' bracht hij uit. Een moment later was hij weg.
'Je moet rusten, Emily.' adviseerde Damian. Ik knikte afwezig. 'Waar is Liam?' vroeg ik angstig.
'Ben maar niet bang!' zei Matthew, 'hij is terug naar Engeland om meer medicijnen voor je te gaan halen.'
Ik haalde opgelucht adem. Tegelijkertijd kwamen er heel veel vragen tegelijk in me op.
'Wat is er gebeurd met Tom? Waar zijn mijn ouders? Waar zijn Nina en het zwartharige meisje? Waar is Laurens? Waarom ben ik niet dood?' vroeg ik hysterisch.
'Rustig maar! We zullen je alles vertellen!' reageerde Vanessa.
Maar voordat ze de kans kregen werd opeens alles zwart voor mijn ogen.