hoofdstuk 11

1K 61 1
                                    

Een week ging voorbij. Jammergenoeg had Vanessa besloten om nog een week te wachten, omdat ze niet zeker wist of Nina haar al vertrouwde. Ik zuchtte. Ik heb me afgelopen week zo verveeld!

Toen het weekend voorbij was en Vanessa en Laurens weer naar school moesten, besloot ik stiekem de straat op te gaan. Ik deed mijn bruine lenzen in en liep de deur uit.

Ik slenterde door een paar straatjes. Het was zoals gewoonlijk altijd druk in New York.

Opeens verlangde ik ernaar om mijn oude buurt te bezoeken. De kans dat iemand me zou ziet is klein, want mijn ouders zijn werken. 

Ik probeerde de weg te vinden naar mijn oude buurt. Het was best wel ver lopen, maar aangezien ik toch niet moe werd, maakte dat voor mij niks uit.

In mijn oude buurt aangekomen zag alles eruit zoals ik het me herrinnerde. Op een ding na. Op bijna elke straathoek hing een poster, met daarop een foto van mij die afgelopen jaar in de zomer genomen was. Onder de foto stond in grote letters 'vermist'. Snel deed ik mijn capuchon op.

Ik liep naar mijn oude huis. Het zag er nog gewoon hetzelfde uit, alsof er niks veranderd was. Beide auto's van mijn ouders waren weg. Ik liep dichter naar het huis toe.

Ik zag dat het raam van mijn oude slaapkamer op een kiertje stond. Ik bedacht dat ik misschien een kijkje zou kunnen gaan nemen in mijn oude kamer.. Het is wel riskant. Ik keek om me heen. Er was niemand op straat te zien. Binnen een halve seconde stond ik op de vensterbank en duwde het raam verder open. Mijn oude kamer.. Het leek nog niet zo lang geleden dat ik hier voor het laatst geweest was.. Ik liep een rondje. Alles lag er nog precies bij zoals ik het had achtergelaten. Ik zag het boek wat ik aan het lezen was nog op mijn nachtkastje liggen en al mijn kleren lagen nog op hun oude plekje in mijn kledingkast. Ik was eigenlijk op zoek naar een ding.. Mijn dagboek. Ik bewaarde mijn dagboek altijd onder mijn matras. De kans was aanwezig dat mijn ouders mijn dagboek gezien en gelezen zouden hebben.. Daar dacht ik liever niet aan.

Ik keek onder mijn matras. Ik slaakte een zucht van verlichting. Gelukkig! Mijn dagboek lag ook nog op zijn oude plek! Ik pakte het en deed het onder mijn shirt. Voordat ik weer het raam uit sprong keek ik nog een keer achterom. Een paar huizen verder woonde Tom. Ik besloot om even langs het huis te lopen ter aandenken. Ik zou hem nooit meer zien. Ik liep een paar huizen verder. Voor Tom's huis stopte ik.

Ik luisterde ingespannen. Ik hoorde 2 kloppende harten. Opeens ging de voordeur open. Tom's moeder liep naar buiten. Ik verschuilde mezelf nog dieper in mijn capuchon. 'Tom', riep ze door de voordeur naar binnen, 'de thermometer ligt op de aanrecht, voor het geval dat je hem nodig hebt' Nadat Tom's moeder dat gezegd had, sloot ze de deur, liep ze naar haar auto en reed weg.

Dus Tom is ziek.. Ik zou hem zo graag op willen zoeken! Nu heb ik de kans. Ik bedacht dat dit nog wel eens mijn laatste kans zou kunnen zijn. Tom is altijd mijn beste vriend geweest. Hij vertrouwde mij alles toe. Ik zou me er schuldig over gaan voelen als ik dat niet bij hem zou doen.

Ik liep naar de voordeur. Ik ademde een keer diep in en deed mijn capuchon af voordat ik op de bel drukte. De bel ging over. 

Tom deed de deur een klein stukje open. Ik zag hem nieuwsgierig kijken wie er aan de deur was. 'Kan ik u ergens mee helpen?' vroeg hij. Hij herkende mij dus niet. 'Ja' zei ik, 'Ik ben het, Emily' Vol ongeloof staarde hij mij aan. 'Nee, dat kan niet!', riep hij uit. Ik kreeg spijt dat ik naar Tom toe was gegaan.. Hoe moest alles aan hem uit gaan leggen?!

Sweet revengeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu