Hoofdstuk 25

823 47 1
                                        

Ik moest dit bespreken met Vanessa. Zij was degene die Laurens al langer kende als mij. Ik vertelde Vanessa het hele verhaal van wat er die middag was gebeurd.

'Tja..' Vanessa staarde voor zich uit, 'ik weet het niet.. Aan de ene kant heeft hij zich aangesloten bij Nina, maar aan de andere kant zegt hij dat hij misschien nog van je houdt.'

'En over 2 weken gaan ze me vermoorden,' zei ik angstig. 'Natuurlijk niet!' zei Vanessa vastberaden, 'dat gaat niet gebeuren!' 

Even later zat ik weer met heel mijn familie in de woonkamer. Lily en Sophie zaten achter een grote spiegel hun haren te doen. Vliegensvlug ging Lily met haar handen door het haar van Sophie. Na een paar seconden kon Sophie het ingewikkeld ingevlochten kapsel bewonderen in de spiegel. Ik hoorde haar goedkeurende geluidjes maken. Ik zag Lily glunderen.

Michael lag op de bank en las een tijdschrift. Hij las zo snel dat hij het tijdschrift binnen nog geen halve minuut uit had.

Julia was druk in de weer met de planten die verspreid stonden over de woonkamer. Ik wist niet wat ze aan het doen was, maar de planten werden steeds kleiner totdat ze weer terug zaten in de potgrond.

Liam zat samen met Matthew in de hoek van de kamer aan de eettafel, of in ieder geval gewoon een tafel, want vampieren eten geen menseneten.

Henry kon ik nergens vinden. Hij zou vast wel in zijn studeerkamer zitten. Ik stond op van de bank en liep naar de tuin. Zoekend speurde ik de tuin rond. Ik vroeg me af waar Vanessa en Damian zouden zijn.

Binnen nog geen seconde was ik aan de andere kant van de tuin. Daar zag ik ze. Net toen ik keek zag ik dat Damian zijn lippen op die van Vanessa drukte. Ik glimlachte.

Toen ze mij opmerkten staarden ze mij geschrokken aan. Ik glimlachte, 'rustig maar hoor! Ik zal tegen niemand iets zeggen!'

Ik was blij dat Vanessa eindelijk iemand gevonden had. Ze was met Laurens al die jaren al alleen geweest.

Toen Liam even later vroeg of ik zin had om mee te gaan jagen stemde ik in. 'Zullen we nog een wedstrijdje doen?' vroeg ik uitdagend. Liam grijnsde. Zijn gouden ogen schitterden in het zonlicht. We renden zo hard we konden. Waar naar toe wisten we niet. Het enige wat we wisten was dat we nooit moe zouden worden.

Toen Liam na een paar honderd kilometer voorstelde om een pauze te nemen stemde ik in. We hadden ondertussen al zeker meer dan 100 kilometer gerend. Ik kon de zee al zien liggen.

'Ik wil je iets laten zien,' zei Liam mysterieus. Ik glimlachte, 'wat dan?'

'Doe je ogen dicht,' gebood hij. Een beetje verbaasd deed ik mijn ogen dicht. Liam was eigenlijk best schattig. Ik dacht terug aan onze eerste ontmoeting, het wedstrijdje dat we deden. Ik glimlachte bij de gedachte.

'Volg me maar,' zei hij. Op het gewone mensentempo liepen we verder. Ik snoof diep in om de lucht te kunnen proeven. Ik rook de zoute lucht van de zee. Wat zouden we daar gaan doen?

'Stop nu maar met lopen,' zei hij. Zoals hij zei stopte ik. De koude zeewind blies in mijn gezicht.

Toen zijn hand die van mij pakte opende ik mijn ogen. Ik stond hoog boven op een klif. Toen ik naar beneden keek zag ik het groen blauwe zeewater tegen de witte krijtrotsen slaan. Ik was bij de kliffen van Dover!

'Durf je de sprong aan?' grijnsde Liam. 'Met jou durf ik alles!' zei ik zelfvondaan. Precies tegelijkertijd sprongen we naar beneden. Ik had mijn armen om Liam's nek geslagen en samen vielen steeds dichter richting het wateroppervlak, maar vlak voordat we het water raakten drukte Liam zijn lippen op de mijne.

Sweet revengeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu