Hoofdstuk 37

522 36 2
                                        

'Liam?' Ik liep naar hem toe, 'we gaan vertrekken.' Liam verroerde zich niet. Hij bleef mij ondoorgrondelijk aankijken. 'Wat is er?' vroeg ik verbaasd. 'Waarom Emily? Waarom hem en niet ik?' bracht Liam uit.

'Matthew hoort gewoon bij mij,' antwoordde ik, 'Zijn manier van doen, de schattige kuiltjes in zijn wangen als hij lacht en zijn beschermende en gevoelige kant.' Liam zweeg. 'Maar het ligt niet alleen aan Matthew,' vervolgde ik, 'Jij wist dit vanaf het begin al hé!' Liam sloeg zijn blik neer, 'het is jouw gave. Jij ziet wie voor elkaar bestemd zijn!' schreeuwde ik.

'Ik hou van je,' fluisterde Liam. Hij keek me aan. Ik wist wat hij wilde. 'We moeten terug,'  hielp ik hem eraan herinneren.

Om mijn woorden kracht bij te zetten draaide ik om en rende naar de rand van de top, klaar om te springen. Toen ik achterom keek zag ik dat Liam mij volgde.

Even later zaten we met z'n allen in de trein. Ik zat langs Matthew, die mijn hand vasthield. Tegenover ons zaten Vanessa en Damian. Tom zat schuintegenover mij en staarde uit het raam. Liam had zich afgezonderd van ons en was ergens anders in de trein gaan zitten. Ik rook dat hij twintig meter van ons vandaan zou moeten zitten. Ik leunde met mijn hoofd tegen Matthew's schouder en sloot mijn ogen. Ik dacht aan van alles. Laurens, mijn ouders.. Zou ik Laurens ooit nog zien? Wilde ik hem nog wel ooit zien? Het antwoord was ja. Ooit zou ik hem op gaan zoeken om hem te bedanken, maar nog niet nu. Misschien dat ik over vijftig jaar me een keer geroepen zou voelen om Laurens nog eens op te zoeken.

Tom vertelde me dat mijn ouders tijdens hun ontvoering de hele tijd verdoofd waren geweest. Dus gelukkig zijn ze niks te weten gekomen over vampieren. Doordat Tom al die tijd niet verdoofd was geweest had hij al die tijd al vermoed dat ze hem zouden gaan bijten. 'Zal ik een brief aan mijn ouders schrijven?' fluisterde ik naar Matthew. Het was natuurlijk de bedoeling dat anders treinpassagiers ons gesprek zouden opvangen. Matthew keek bedenkelijk, 'is het wel verstandig?' vroeg hij. 'Ik wil dat ze weten dat ik veilig ben,' reageerde ik, 'ik wil niet dat ze de rest van hun leven in angst leven vanwege mij!' Matthew pakte mijn hand en drukte daar een kus op. 'Als jij je prettig voelt bij het schrijven van een brief, dan houd ik je niet tegen,' zei Matthew. Ik glimlachte lief naar hem.

In het station van onze laatste tussenstop naar New York kocht ik papier en een pen. Eenmaal weer terug in de trein begon ik met schrijven.

Lieve papa en mama,

Mijn gedachten zijn de afgelopen maanden naar jullie uit gegaan. Ik hou van jullie en dat zal ik tot in de eeuwigheid doen! Alles gaat goed met me, dus jullie hoeven je geen zorgen te maken over mijn welzijn. Ik ben niet van huis weggelopen of ontvoerd. Ik ben geholpen door een aantal vrienden van mij om de trauma's van de pesterijen waarmee ik de afgelopen jaren zo geteisterd ben te overwinnen. Ik wil verder nog kwijt dat ik jullie ontzettend mis! Jullie kunnen me altijd schrijven door een brief te sturen naar het adres wat ik op de afzender noteer!

Ik zal altijd dicht bij jullie blijven!

x

Emily

Matthew keek verbaasd op, 'welk adres schrijf je dan op?' Ik grinnikte, 'een adres van een leegstaand huis in Engeland natuurlijk! Als daar ee post wordt bezorgd hoef ik er alleen maar af en toe langs te lopen.' Matthew knikte begrijpend, 'ik vind het knap van je dat je dit durft.' Ik glimlachte en leunde met mijn hoofd tegen Matthew's schouder en dacht aan de fijne periode die zal gaan volgen.

Sweet revengeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu