Hoofdstuk 17

913 57 1
                                    

'Wat?!' schreeuwde ik. Ik voelde me ellendig.. De pijn was zo overweldigend. Alsof mijn hart uit mijn lichaam was gerukt. Ik hapte nog een keer naar adem. 

'Emily! Wacht! Sorry dat ik je dit vertel, maar ik vond dat je het moest weten!' riep Vanessa. Ik luisterde niet. Ik hoorde mezelf krijsen. 'Hoe kon hij?! Ik dacht dat hij van me hield!!!'

De eerste gedachte die in me opkwam was dat ik hier weg moest. Ik wilde Laurens nooit meer zien. 'Ik moet hier weg..' fluisterde ik.

Nog voordat Vanessa mij tegen kon houden rende ik al door de drukke straten van New York. Ik ging zo snel dat een mens mij niet kon zien.

Alle herinneringen aan Laurens flitsten voorbij. Ik zag de momenten nog zo glashelder voor me.. Het moment dat hij mij zoende in het zonlicht op de berg.. De greep van zijn armen om mij heen..

Uit frustratie begon ik nog harder te rennen. Ik wilde weg van hier! Weg van Laurens! Weg van alles wat me pijn kon doen! Als ik kon huilen, dan had ik dat nu gedaan..

Ik stopte met rennen toen ik zag dat ik in een haven was aangekomen. Van alle kanten zag ik boten vertrekken.

Zonder te aarzelen sprong ik op een containerschip waar met grote letters 'England' op stond. Als ik ergens ooit heen zou willen, dan is het Engeland. 

Ik sprong boven op de containers. Ik zag een smalle sleet waar ik net in zou passen. Toen ik zag dat er niemand keek glipte ik tussen de spleet.

Dat ik nu naar Engeland zou gaan was niet volgens plan. Ik wilde gewoon even tot rust komen, even alles kunnen laten bezinken. Ik kan ik nog mijn wraakplan doorzetten als ik weer terug kom. Ik had gewoon wat tijd nodig.

 Heel de tijd zag ik Laurens voor me. Ik zag het moment dat we samen bij het meer stonden en dat hij het water omhoog liet komen.. All onze momenten samen.. De momenten dat we samen gingen jagen.. Maar de herinneringen aan de momenten dat mijn lippen de zijne raakten deden het meeste pijn.. Het idee dat dat nooit meer zou gebeuren kon ik niet accepteren.

Uit frustratie sloeg ik met mijn elleboog tegen de container waar ik tegenaan zat. Toen ik omkeek zag ik dat er een enorme deuk in zat. Ik schonk er geen aandacht aan.

Vier lange dagen gingen voorbij. Ik had geluk dat ik als vampier niet zeeziek kon worden. Dat mensen het volhouden om 4 dagen op zo'n boot te zitten en niet zeeziek te worden!

In mijn mensenleven had ik hier wel veel last van, maar dat was voor mij verleden tijd..

Ik kwam uit de spleet en keek om me heen. Gelukkig had niemand me gezien. Toen ik naar beneden keek zag ik de kade 30 meter onder me.

Toen ik uiteindelijk op de kade stond zag ik goed waar ik was. Ik was bij de haven van Southampton.  Ik was verbaasd toen ik zag dat verschillende mensen mij aanstaarden toen ze mij zagen.

Natuurlijk! Mijn rode ogen! Snel deed ik de capuchon van mijn sweater op.

Mijn met goede vampierogen zag ik een briefje van 10 pond en nog wat losse ponden op straat liggen. Snel raapte ik deze op en hield een taxi aan.

Zonder de taxichauffeur aan te kijken vroeg ik of hij me naar het meest nabije dorpje vlakbij een natuurgebied kon brengen.

Eenmaal daar aangekomen liet ik het geld achter in de taxi en rende op een normaal menselijk tempo naar de bossen. Daar zou ik wel veilig zijn en misschien zou ik daar wat mensen tegenkomen, want ik had al vier dagen geen bloed meer gehad en mijn keel begon weer hevig te branden toen ik daaraan dacht.

Toen ik zeker wist dat niemand naar me keek rende ik een paar honderd meter het bos in. Ik deed mijn ogen dicht en rook ingespannen.

Ik rook vanalles, het bloed van de dieren, de geur van het bos drong scherp mijn neus binnen, ook rook ik een vreemde, maar lekkere zoete geur die ik niet thuis kon brengen.. 

Opeens rook ik het. Zonder er verder bij na te denken rende ik naar de plek waar het mens stond. Of eigenlijk: de mensen, want toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een man en een vrouw waren.

Ik was ondertussen ongeveer 250 meter van ze vandaan. Net op het moment dat ik aan wilde vallen hoorde ik achter me iets grommen. 

Toen ik omkeek zag ik een twee meter hoge wolf achter me staan. Hij keek me dreigend aan en sprong op me af. Ik realiseerde me dat ik in gevaar was, maar ik was al te laat..

Ik probeerde de wolf weg te slaan toen hij op me afsprong, maar het was al te laat. Hij stond op me zodat ik niet op kon staan en deed zijn enorme bek open om mijn hoofd eraf te bijten, maar net op het moment dat ik mijn ogen dichtdeed en hoopte dat het snel voorbij zou gaan gebeurde er iets overwachts. 

Iets duwde de wolf van me af. Toen ik mijn ogen open deed zag ik dat de wolf zich overeind had gekrabbeld en weg was gerend.

Opeens rook ik die zoete geur rook ik weer, maar nu heel scherp. Ik keek naar links en zag daar tot mijn grote verbazing een andere vampier. Snel ging ik weer in een gevechtspositie staan en bereidde me voor op een nieuwe aanval.. 

Ik hoop dat jullie dit verhaal leuk vinden! Votes&Comments met tips zijn altijd welkom! :) 

Sweet revengeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu