16. Hoogtevrees, clowns & patat

20.9K 681 92
                                    

-          Julia

'Dit is chantage. Nee, beter nog: dit is ontvoering! Als mijn ouders hierachter komen ga ik eraan.'

'Relax, mijn boys zorgen ervoor dat iedereen denkt dat je ziek bent.' Ik zucht.

Met mijn handen over elkaar heen geslagen zit ik in Milans dure auto. De raampjes staan een stukje open zodat frisse lucht naar binnen kan. Elk deel in de auto ziet er nog als nieuw uit, alsof hij het vandaag heeft gekocht. We rijden nu al een tijdje over de snelweg. Ik ben inmiddels gewend aan zijn manier van rijden. Namelijk: altijd in de buurt van de snelheidslimiet - soms eronder en soms erboven - , nonchalante manier van bewegingen maken en gevaarlijke bochten. 

Onbewust probeer ik hem zo onopvallend mogelijk van top tot teen te bekijken. Milan zit in een relaxte houding achter het stuur. Zijn ene voet op de mat en zijn andere voet op het gaspedaal. Handen losjes op het stuur en zijn gezicht recht vooruit kijkend. Hij heeft een zilveren zonnebril opgedaan, hij draagt een zwart T-shirt en een spijkerbroek met daaronder leuke gympen. Dit keer heeft hij geen gel in. Op een natuurlijke manier hangen een paar bruine plukjes in de buurt van zijn ogen. Hoe hatelijk het ook is; hij ziet er onweerstaanbaar knap uit. 

Hoewel ik hier gedwongen in zijn auto zit heb ik toch geprobeerd er een beetje leuk uit te zien. Door de warme temperatuur heb ik mijn haar in een hoge paardenstaart gedaan. In mijn oren hangen zilveren oorringen, ik draag een lichtblauw shirt met driekwart mauwen, een zwarte spijkerbroek en daaronder witte gympen.

'Je staart me aan.' Zegt Milan opeens. 

Ik voel me rood worden en kijk snel de andere kant op. 'Niet.' 

Als ik voorruit probeer te kijken word ik verblind door de zon. Ik knijp mijn ogen samen. Onverwachts haalt hij een zwarte zonnebril uit een kastje en houdt het mijn kant op gericht. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Dankje,' mompel ik en zet twijfelend de bril op.

'Staat je goed.' 

Ik weet niet wat ik erop moet zeggen. Waarom doet hij opeens zo aardig? De hele rit al is hij kalm, rustig en vooral niet vervelend. Geen arrogante uitspraken of gemene opmerkingen. Misschien dat deze dag toch niet zo erg wordt als ik dacht...

'Hoelang is het nog rijden?'

'We zijn er bijna.'

'Ga je me nog vertellen waar we heen gaan?'

'Nee.' Zo'n antwoord was te verwachten. Ik denk na: 

'De bioscoop?'

'Nee.'

'Bowlen?'

Hij schudt zijn hoofd.

'Een musical?'

Hij grijnst. 'Wat denk jezelf?'

'Ja wat dan?'

'Je komt er vanzelf achter schatje.' En met die woorden is ons korte gesprek beëindigd. 

Mijn mobiel gaat af. Ik word gebeld. Net als ik het van het venster wil pakken is Milan me voor. Met een snelle beweging pakt hij mijn mobiel en zet het uit. 'He!' Ik probeer het uit zijn hand te pakken maar hij trekt zijn hand alweer terug en stopt mijn mobiel in zijn linker broekzak. 

'Mag ik mijn mobiel terug?' 

'Wil je daar nog antwoord op?' Ik zucht. 'Laat maar. Ik was heel even vergeten tegen wie ik het heb.' 

Na een lange tijd alleen maar rechtdoor rijden gaat hij nu eindelijk de snelweg af. Niet veel later zijn we er. Ik kijk hem met grote ogen aan. Ik weet niet wat ik hiervan moet denken, of ik dit nou super raar of super leuk moet vinden. Van alles wat ik had bedacht zat dit er niet tussen.

Eens een badboy altijd een badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu