hoofdstuk 7

88 5 2
                                    

Hoofdstuk 7

Ik wordt wakker door veel gepiep van, waarschijnlijk, apparaten. Dan kijk ik weer rond. Sven zit er. "Hey Sven" zeg ik zwakjes. Hij glimlacht. "Hey, hoe gaat het nou?" vraagt hij fluisterend. Zijn stem klinkt gebroken. Waarschijnlijk heeft hij gehuild, want ook zijn ogen zijn rood."Ja, gaat wel" zeg ik. "Goedzo, ik kom goed nieuws brengen. Nou ja, ik denk dat je het leuk gaat vinden" zegt hij weer glimlachend "alleen ik vind het niet zo leuk en ik denk Jess ook niet." Zijn glimlach wordt zwakjes. Ik denk na, wat kan er leuk zijn, wat Sven en Jess niet leuk gaan vinden. Natuurlijk! Ik mag naar Engeland om daar te gaan studeren en hockeyen. Ik grijns. "We houden heus wel contact hoor" zeg ik. In die paar dagen zijn we toch goede vrienden geworden. Hij knikt. "Ja dat geloof ik wel ja" zegt hij en hij glimlacht. Ik zie in zijn ogen dat hij blij is voor mij, maar ook verdrietig is, omdat ik weg ga.

Lotte komt binnen. "Het is geen bezoekuur, ze moet uitrusten" zegt ze. "Weet ik, maar ze was al wakker. En ik vond dat ik mocht kijken hoe het ging" zegt Sven vol zelfvertrouwen. Ik grijns, hij is helemaal hier naartoe gekomen en hij wist dat het geen bezoekuur is. Hij is eigenlijk veel leuker dan Menno. "Ga nu maar snel, voordat ik de bewaking erbij roep" zegt ze nu. Ik zie dat ze het niet meent. Ik wenk Sven naar mij toe. Hij gaat op bed zitten en ik geef hem een knuffel. Hij zegt doei, geeft me twijfelend een klein kusje op mijn voorhoofd en dan is hij weg.

"Kelly?" Ze kijkt me vragend aan. Ik knik. "Je hebt geluk gehad. Met jouw hersenschudding gaat het oké, beter dan gisteren en jouw pols zit al in het gips dus daar hoeven we niks meer aan te doen. En voor de wond op jouw buik krijg je zalf mee. Die moet je elke dag 3 keer erop smeren. Dan mag je vandaag naar huis. Als je wilt douchen, kun je dat daar doen" zegt Lotte en ze wijst naar een deur. Ik knik en dan gaat ze weer weg. Blijkbaar is het dus nog geen etenstijd, want ze komt niet terug. Ik zucht.

Na 10 minuutjes even op mijn I-Phone te hebben gezeten stap ik langzaam uit bed. Meteen krijg ik hoofdpijn, maar ik zet door. Ik stap uit bed, pak mijn tas die mama gister hier heeft neergezet en loop naar de deur die net is aangewezen door Lotte. Ik kijk naar binnen. Het is er donker, dus ik doe het licht aan. Ik kleed mij langzaam uit en doe de douche aan. Mijn koude huid wordt verwent door de warme stralen van de douche.

Als ik uit de douche kom, droog ik mezelf af. Ik pak de tas, die mama heeft gebracht en kijk wat erin zit. Een onderbroek, bh, witte blouse, high waisted spijkerbroek, een roze bloemetjes statement ketting en mijn adidas super stars. Ik trek alles aan en kijk wat mama er voor make-up in heeft gedaan. Bronzer, blush, bordeaux rode lippenstift, concealer en een mascara. Ook dat doe ik op. Ik maak een rommelige staart zonder borstel en loop dan naar de stoel die naast het bed staat. Ik ga erop zitten en wacht tot mama of papa mij op komt halen.

"Lieverd, je mag mee naar huis. Kom je?" vraagt mijn vader terwijl hij mijn kamer in komt lopen met een rolstoel. Ik kijk hem verbaasd aan. "Pap, doe rolstoel hoeft echt niet hoor!" zeg ik eigenwijs. Eigenlijk heb ik hem wel nodig, maar ik wil hem niet, want dan lijkt het alsof ik ziek ben, of niet sterk ben en misschien verhuizen we dan alsnog niet. Dat zou echt vreselijk zijn. "Dat maakt niet uit. Ik wil dat je gaat zitten, want je moet wel goed rusten" zegt hij op zo'n vaderlijke manier. Ik zucht en ga zitten. Ondertussen pakt papa de tas, die ik net heb ingepakt, en rijdt mij naar buiten. We rijden door de gangen, langs een restaurantje, waar mensen mij allemaal raar aankijken en ik kijk bitchy terug. Echt hè! We zijn in een ziekenhuis hoor!

Wanneer we thuiskomen, ruik ik iets lekkers. Ik loop voorzichtig naar de keuken. "Verassing!" zegt mijn moeder en ik zie een hele mooie, maar vooral lekkere taart, staan. "Speciaal voor jou gemaakt!" zegt ze trots. Ik kijk haar aan. "Thanks mam, ik hou van je" zeg ik. Ik geef haar een zoen en ga aan de keukentafel zitten. "Ik hou ook van jou, meisje" antwoordt ze terug en ze zet een groot stuk cheesecake op tafel.

"Ik moet je iets vertellen" zegt mijn vader. Ik kijk hem vragend aan. "Nou vertel" zeg ik, "je moet dadelijk je kamer opruimen, mama helpt mee en daarna moet je je kleren en spullen uitzoeken. Dat moet je wel zelf doen. De dingen die je nog wilt houden moet je in de dozen doen, die ik op je kamer heb neer gelegd." Ik knik blij en loop meteen naar boven. Daar begin ik met opruimen en uitzoeken.

Uiteindelijk heb ik veel weggedaan, maar ook veel bewaard. Ik stop de spullen in de dozen. Dan pak ik opeens een foto uit de onderste la van mijn bureau. Ik grinnik. Het is een gekke foto samen met Lisa, een oude vriendin van mij. Ze is een jaar geleden overleden aan kanker. Ik ben verdrietig en blij. Blij, omdat ze nu geen pijn meer heeft en dat ze haar rust gevonden heeft, maar verdrietig, omdat ze toch een van mijn beste vrienden was. Ik denk aan de mooie tijden met haar. Ik besluit hem te bewaren en doe hem in de doos. Na een tijdje ben ik klaar en kleed mezelf uit. Ik poets mijn tanden, zeg gedag tegen mijn ouders en Tess (het is nog niet zo heel laat) en duik mijn warme bed in. Ik val vrijwel meteen in slaap.

One girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu