TINEKE
Ik weet niet wat er gebeurt is. Het laatste dat ik weet is dat we opgeroepen werden voor een burenruzie. Koen pakte de ene man en ik de andere vanaf daar weet ik niets meer. Ik hoor hoe Koen een ambulance belt, waarschijnlijk voor mij. Want mijn hoofd doet verschrikkelijk veel pijn. Ik doe mijn ogen voorzichtig open. Wanneer Koen gedaan is met bellen, kijkt hij naar mij en glimlacht. Ik probeerde terug te glimlachen, wat nogal moeilijk was met die pijn, maar het lukte me toch. "Gaat het?" vroeg Koen lief. "Ja, het gaat wel." loog ik. "Wat is er gebeurt?" vraag ik op mijn beurt. "Weet je nog dat we opgeroepen werden voor die burenruzie?" vraagt Koen weer even lief als daarnet. "Ja" antwoorde ik. "Wel, ik ging de ene man arresteren en jij de andere. Toen ik de ene man had gearresteerd, was je nog bezig met die andere man. Ik wou je komen helpen, maar toen liep het mis. De man sloeg met de stoel tegen jouw hoofd." zei Koen kwaad. Hij ging verder. "Je wou je wapen nog nemen, maar je was te laat. Ik heb je toen terug bij bewust zijn proberen te krijgen, wat me dus gelukt is, en heb een ambulance gebeld. Die zullen hier zo dadelijk wel zijn." zegt Koen, nu terug lief. Ik glimlach naar Koen. Hij is eigenlijk echt wel schattig als hij zo bezorgd is. Dan worden mijn gedachten onderbroken door een sirene. Koen loop naar de straat en gaat de ambulance halen. Na nog geen tien seconden komen er twee mannen in van die fluopakken op me af gelopen. De mannen zetten een zuurstof masker bij me op en leggen me op de brancard. Voor ik het goed en wel besef leggen ze me in de ziekenwagen. Ik hoor Koen vragen of hij mee mag rijden. "Natuurlijk, meneer." Antwoord de ambulancier. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht: Koen reed mee. Ik weet niet hoe het kwam, maar ik kreeg ineens een warm gevoel vanbinnen. Of wacht, ik weet wel hoe dit komt. Ik heb gevoelens voor Koen. Ik zag hoe Koen de ambulance binnenstapte en lachte naar mij. Ik lachte terug ondanks de pijn. Een twintig minuten later waren we aan het ziekenhuis. Ik heb eigenlijk niet veel meer gevoeld van de pijn. Dit omdat ik gewoon altijd naar Koen aan het kijken en denken was. We rijden spoed binnen en de mannen halen de brancard met mij erop uit de ambulance. Ik word naar een ruimte gebracht. Ik weet niet goed waar ik ben, maar ik denk een operatieruimte. En opeens voel ik de stekende pijn in mijn hoofd terug. Het doet echt verschrikkelijk veel zeer. Dan hoor ik lawaai op de gang. Ik hoor duidelijk Koens stem. Ik probeer te volgen, maar ik versta niets van wat ze zeggen. Na enkele minuten stoppen de stemmen en komen de dokters naar mij. Ze bekijken de wonde aan mijn hoofd. Ze zeggen van alles tegen elkaar waar ik niets van begrijp. Ik vraag me of dokters niet gewoon Nederlands kunnen spreken zoals iedereen, in plaats van die moeilijke woorden te gebruiken. Dan kijkt de ene dokter naar mij en zegt: "Mevrouw, de wonde aan uw hoofd is redelijk diep. We zullen deze moeten hechten. We gaan u hierbij in een plaatselijke verdoving brengen." Ik knik, maar dit had ik beter niet gedaan, want het deed zeer. Toen brachten de dokters me onder een plaatselijke verdoving. Ik vraag me af waar Koen is. Zou hij naar terug naar kantoor zijn gereden? Waarschijnlijk wel. Maar hoe dan? Want hij is meegereden met de ambulance. Ik besluit om men hoofd er niet over te breken. Maar ja, veel anders kan je niet doen als je op die operatietafel ligt. Ik weet niet hoelang ik hier nu al lig maar ik hoop dat ze bijna klaar zijn. Ik voel echt niets aan mijn hoofd. Ik wil naar huis en vraag me ook wel af hoe laat het is. Opeens moet ik terug denken aan Koen, eigenlijk meer aan mijn gevoelens voor Koen. Ik vraag me af of je eigenlijk wel verliefd kan zijn op iemand als je hem nog maar een week kent. Maar het voelt niet alsof ik Koen nog maar een week ken. Ik ken hem precies al maanden. We komen zo goed overeen. Op die week tijd zijn we echt al wel vrienden geworden. Maar ik denk wel niet dat Koen ook maar iets meer voor me voelt dan vriendschap. Mijn gedachten worden onderbroken door de dokter die zegt dat hij me naar een gewone kamer gaat brengen. De ene dokter houdt de deur open en de andere dokter duwt samen met een verpleegster mijn bed door de deur. Wanneer we op de gang komen komt er weer een spontane glimlach op mijn gezicht. Koen staat daar. koen komt meteen naar mij en vraagt: "Gaat het?" "Ja, ik kan wel tegen een stootje!" antwoord ik. Koen lacht en kijkt me aan. Ik lach terug. Dan gaat Koen naar de dokter en vraagt wanneer ik naar huis mag. "Ze moet vannacht hier blijven voor observatie en als alles goed gaat mag ze tegen morgen tegen de middag naar huis." Zegt de dokter. "oké!" antwoordt Koen en loopt terug naast mijn bed. Ze brengen me naar mijn kamer. We komen in mijn kamer binnen en de dokter legt nog één en ander uit voor hij de kamer verlaat. "Het gaat toch echt, hé?" vraagt Koen weer even lief als daar straks. "Jaja, ik ben niet zo kleinzerig!" zeg ik lief terug. Koen lacht. "Hoelang heb jij eigenlijk moeten wachten op de gang?" vraag ik. "Eh, een driekwartier, denk ik." Antwoordt hij. "Ik vond dat wel lief van jou!" zeg ik een beetje stiller. "Dat is toch normaal! Daar zijn vrienden voor!" antwoordt hij weer even lief. En ik voel me blij en ook slecht. Blij omdat Koen op me gewacht heeft en door zijn woorden van daarnet, maar ook slecht omdat hij me dus ziet als een vriendin en niet meer. Dan worden mijn gedachten weer voor de zoveelste keer vandaag onderbroken door Koen. Maar als Koen dat doet vind ik dat helemaal niet erg. "Moet je iets drinken? Dan ga ik iets halen." Vraagt hij. "Ja, ik wil wel een koffie." Antwoord ik. "Oké!" zegt hij en hij komt enkele minuten later terug met een twee bekertjes koffie in zijn handen. We beginnen te praten over van alles. Ik luister vol bewondering naar de verhalen van Koen die ik nog niet gehoord heb en Koen naar die van mij. Er wordt ook heel wat afgelachen.
JE LEEST
Gewoon vrienden?
FanfictionKoen krijgt een nieuwe collega. Deze keer is het een vrouwelijke collega. Haar naam is Tineke. Tineke kan het goed vinden met de collega's. Vooral met Brigitte kan ze goed overweg. En met Koen natuurlijk! Ze moeten tenslotte elke dag samenwerken!