63

340 13 0
                                    

TINEKE

Wanneer ik mijn ogen open, zie ik hoe lichte zonnestralen de kamer verlichten. Ik krijg een spontane glimlach op mijn gezicht en ga wat dichter tegen Koen aanliggen. Hij heeft duidelijk nog niets gemerkt van de heerlijke zonnestralen. Even sluit ik mijn ogen en denk ik terug aan gisteren. En dan vooral aan het gesprek van gisteren. Koen en ik gaan samenwonen! Ik vind het zo geweldig! Het is misschien niet zo'n heel grote verandering aangezien ik al veel bij Koen ben, maar toch blijf ik het geweldig vinden. Hier had ik een jaar geleden nog niet eens van kunnen dromen. Ik denk even terug aan mijn leven een jaar geleden. Toen werkte ik nog in Antwerpen. Dan ging ik waarschijnlijk één van deze dagen solliciteren in Dilbeek. Ik was dan ook dolblij toen de commissaris zei dat ik de job had. En nu, een klein jaar later, ben ik nog blijer en gelukkiger dan ooit. Ik heb de man van leven gevonden die ik voor geen geld ter wereld kwijt wil. Mijn gedachten dwalen af naar nieuwjaar. Koen en ik die toen hadden afgesproken om de jaarwissel samen door te brengen en ik moet zeggen, het was het beste einde en het beste begin van het jaar ooit! Dat had ik zelfs op oudejaarsavond niet zien aankomen. Even gaan mijn gedachten dan ook naar de gebeurtenissen van enkele dagen geleden. Ik vraag me nog altijd af of ik wel de juiste beslissing heb gemaakt wat Elke betreft, maar Koen heeft me toch al iets meer gerustgesteld. Ik besluit er niet langer aan te denken. En dat is een goede beslissing, want opeens hoor ik een lichte kreun en niet veel daarna voel ik hoe er een zachte kus op mijn voorhoofd wordt geduwd. Weer krijg ik die spontane glimlach op mijn gezicht en draai ik mijn hoofd zodat ik recht in de ogen van Koen kijk. Ik zie dat ook bij hem een brede glimlach op zijn gezicht pronkt. Stilletjes komen onze hoofden dan ook dichter bij elkaar tot op het moment dat onze lippen elkaar raken. Het is een lange, liefdevolle en intense kus die, spijtig genoeg, wordt onderbroken door de wekker.
Wanneer de ontbijttafel gedekt is beginnen we te ontbijten, of eerder, begint Koen te ontbijten. Ik krijg geen hap door mijn keel omdat ik er net ben achter gekomen dat Koen en ik het vandaag gaan vertellen over 'ons'. Ik weet niet wat ik moet denken of voelen. Langs de ene kant ben ik zo blij dat we voortaan kunnen doen wat willen zonder elke keer schrik te moeten hebben dat we weleens betrapt worden, maar langs de andere kant weet ik helemaal niet hoe de collega's gaan reageren, laat staan de chef. "Tineke? Is er iets?" vraagt koen bezorgt wanneer hij ziet dat ik niets eet en hij merkt dat ik met iets in mijn hoofd zit. "Nee, het is niets..." zeg ik zo normaal mogelijk. Maar natuurlijk gelooft Koen me niet en merkt hij dat er wel degelijk iets is. "Tineke, ik zie dat je met iets zit..." zegt hij net zo bezorgd als daarnet. "Het is niets ergs, maar ik was gewoon aan het denken aan straks..." "Straks?" "Ja, als we iedereen vertellen over 'ons' " zeg ik om het te verduidelijken. "Heb je je bedacht?" vraagt koen hopend op een negatief antwoord. "Nee, natuurlijk niet, maar ik ben gewoon bang voor de gevolgen." Zeg ik nogal onzeker. "Wat als de chef onze relatie niet goedkeurt? Wat gaat hij dan doen? Misschien worden we wel ontslagen? Ik mag er niet aan denken!" ratel ik dan aan één stuk door. "Tineke, rustig. Het komt wel goed. En in het slechtste geval neem ik wel ontslag en..." "Ontslag?" vraag ik geschrokken. "Ja, dan kan jij hier blijven werken en zoek ik wel iets anders..." "Maar, Koen, dat wil ik niet!" "Tientje, het is ook helemaal nog niet zover. De kans dat we gewoon een team mogen blijven is net zo groot." Zegt hij geruststellend. "Misschien wel..." zeg ik twijfelend. Ik zie hoe Koen rechtstaat en naar mijn kant van de tafel komt. Als hij voor me staat, opent hij zijn armen. Snel ga ik rechtstaan waarna hij zijn armen om me heen slaat en me een knuffel geeft. Even denk ik niet aan straks.

Ik ben helemaal op van de zenuwen wanneer Koen en ik de eerste stappen in het commissariaat zetten. Ik weet niet waar mijn hoofd staat. Het zit dan ook vol met gemengde gedachten en gevoelens. Ik hoop zo hard dat de chef ermee akkoord gaat. Wanneer Koen ziet dat bij mij de zenuwen toenemen en ik me al maar meer en meer zorgen maak, blijft hij even staan en neemt hij mijn handen vast. Hij knijpt er even in. "Straks weet iedereen het en hoeven we niets meer te verbergen." Zegt hij geruststellend en met een geruststellende glimlach op zijn gezicht. Ik kijk hem aan. Ik kan een kleine glimlach toch niet onderdrukken. Hij duwt een zachte kus op mijn lippen. Die neemt de zenuwen een beetje weg. Als onze lippen weer wat afstand nemen, kijkt Koen me met een glimlach aan. Ik kijk hem met net dezelfde blik aan. Dan knikt hij, ten teken om te vragen of we verder naar binnen gaan. Ik knik overtuigend terug. Hand in hand lopen we verder, tot we het onthaal naderen. Dan laten we elkaars hand zachtjes los. "Dag Koen, dag Tineke!" hoor ik Patrick vriendelijk zeggen. "Hey!" zeggen we beiden in koor vriendelijk terug. Daarna gaan we verder naar het bureaugedeelte. Als we daar zijn, horen we de collega's al babbelend en lachend in de vergaderzaal zitten. We blijven even staan bij de bureaus. "Eerst de collega's of eerst de chef?" vraagt Koen. Even denk ik na. "Eerst de chef" zeg ik dan overtuigd. "Dan zijn we daar al vanaf" zeg ik er daarna achter. "Ja, je hebt gelijk. En het is misschien ook beter dat we de reactie van de chef afwachten voordat we het aan de rest zeggen." zegt Koen die akkoord gaat met mijn beslissing. We besluiten dan ook om direct naar het kantoor van de chef te gaan en niet eerst nog even langs de vergaderzaal te passeren. Als we voor de deur van het kantoor staan, neemt Koen nog even mijn hand vast en knikt hij om te vragen of ik er klaar voor ben. Ik neem nog één keer diep adem en geef hem dan een iets wat onzeker knikje terug. Koen klopt zachtjes op de deur en we laten vervolgens elkaars hand zachtjes los. "Ja?" horen we de chef roepen, ten teken dat we binnen mogen komen. Koen en ik kijken elkaar nog een laatste keer aan voordat we naar binnen gaan. "Ah, Koen en Tineke, wat brengt jullie hier?" vraag de chef vriendelijk. Hopelijk is hij na ons nieuws ook nog zo vriendelijk. "Uhm, wel, uh, wij moeten u van iets op de hoogte brengen..." zeg ik zachtjes en twijfelend terwijl ik Koen met dezelfde blik aankijk. "Oké, zeg maar." Zegt hij weer vriendelijk. Koen en ik kijken elkaar aan. Uiteindelijk gaat Koen verder, waar ik hem dan ook dankbaar voor ben. "Uh, chef, u weet waarschijnlijk wel dat Tineke en ik een goed duo zijn samen en dat we dan ook heel goede vrienden zijn..." zegt hij. De chef knikt en kijkt ons niet-begrijpend aan. Zijn blik gaat van Koen naar mij en terug. Dan gaat Koen verder. "Maar na een tijdje is de band tussen Tineke en mij sterker geworden en is er dus meer dan enkel vriendschap...". De chef kijkt nog altijd met diezelfde blik. Zou hij het nu echt niet door hebben? Koen en ik kijken elkaar aan. Na tijdje besluit Koen het dan ook gewoon te zeggen. "Met andere woorden, Tineke en ik zijn een koppel..." zegt hij zacht, maar toch duidelijk verstaanbaar. Koen en ik kijken elkaar heel even aan, maar kijken daarna direct terug naar de chef om zijn reactie af te wachten. Weer bereiken mijn zenuwen hun hoogtepunt. "Uh, oké, dat is even schrikken..." zegt hij. "Hoewel het me toch niet helemaal verbaast." Zegt hij er net daarna achter. Ik kijk Koen met een nogal rare blik aan. Hij doet dan ook net hetzelfde. Ik weet niet wat ik moet denken. Is dit nu goed of niet? Even ben ik dan ook hulpeloos. Ik zou Koen nu echt even willen vastpakken. "Jullie weten waarschijnlijk wel dat een relatie op de werkvloer niet echt toegelaten is, maar ik kan er natuurlijk ook niet veel aan veranderen." Weer weet ik niet wat ik moet denken. Positief of negatief? Ik kijk dan ook even naar Koen die ook naar mij kijkt. Ook hij weet duidelijk niet waar de chef naartoe wilt. "Dus... ik stel voor dat jullie gewoon verder doen zoals jullie nu bezig zijn!" Koen en ik kijk elkaar verbaast aan en al snel komt er dan ook een glimlachje op ons gezicht. "Maar vanaf het moment dat ik klachten hoor, ga ik wel moeten ingrijpen." Zegt hij streng, maar wel vriendelijk. "Maar dat gaat niet nodig zijn!" belooft Koen de chef met een brede glimlach. Ook de lach op mijn gezicht is groter geworden. Ik ga dan ook een beetje dichter bij koen staan. "Dat geloof ik wel!" zegt de chef met glimlach. "Maar er is nog één klein dingetje..." zegt hij. Koen en ik kijken elkaar met een bang hartje aan, ook al kan er nu niet echt iets meer fout lopen. "Ik wil dat jullie de rest zo snel mogelijk inlichten over jullie relatie. Ik zou niet willen dat er roddels gaan ontstaan." "Natuurlijk, chef, dat is geen enkel probleem!" zeg ik deze keer. "We zouden dat trouwens zo dadelijk al willen doen." Vervolg ik er nog achter, waarna ik Koen met een blije blik aankijk. Ik zie dat ook hij blij is met reactie van de chef. "Oké, dan rest er mij nog maar één ding te zeggen..." Weer laat de chef ons in spanning. Koen en ik kijken de chef vragend aan. "Proficiat! Jullie zijn een mooi koppel samen!" feliciteert de chef ons met een brede glimlach op zijn gezicht. "Bedankt!" zeggen Koen en ik in koor. We kijken elkaar aan met een glimlach die nog nooit zo groot is geweest.

Gewoon vrienden?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu