13

555 22 1
                                    

TINEKE

"Oké, oké! Aller-, aller-, allerliefste Koentje, wil je alsjeblieft stoppen met kietelen?" zeg ik zo lief mogelijk. "Oké dan, omdat jij het bent en omdat je het zo lief hebt gevraagd." Zegt hij lachend en stopt met kietelen. "Dankje, Koentje!" zeg ik en kijk hem aan. Koen begint weer hard te lachen en ook kan het niet tegenhouden en begint ook te lachen. Weer kijken we elkaar aan. Koen doet zijn armen open. Ik weet wel wat dit wel zeggen en vlieg in zijn armen. Ik doe mijn handen rond zijn rug. Ik was misschien wel een beetje te enthousiast, maar ik denk niet dat Koen het echt erg vindt. En het voelt zo goed om zijn armen rond mijn lichaam te hebben. Opeens gaan de deuren van de lift open. we schrikken er een beetje van en beëindigen onze knuffel. Als we de lift uit willen stappen, zien we pas dat er twee oude dametjes ons aanstaren. We stappen zo normaal mogelijk de lift en de dametjes stappen in. Ik en Koen kijken elkaar aan en beginnen te lachen. "Wat moeten die wel niet gedacht hebben?" zeg ik lachend. "Ik weet het niet. Maar zou je het dan zo erg vinden als ze denken dat ik en jij, je weet wel..." zegt Koen een beetje voorzichtiger en al een stuk serieuzer. ik schrik een beetje van Koens woorden. Zou hij dan toch iets voor mij voelen? Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. "Nee, natuurlijk niet, maar er moeten ook geen roddels van komen hé." Zeg ik nogal twijfelend. En ook Koen weet niet goed wat hij moet zeggen, denk ik. Maar ik blijf maar terug denken aan zijn woorden: 'Zou je dat dan zo erg vinden'. Nee, natuurlijk niet! Ik zou niets liever willen dan samen zijn met Koen. Maar dat kan ik hem toch zo niet vertellen? En misschien voelt hij helemaal niets voor mij. Dan zet ik onze vriendschap op het spel. Dat wil ik al helemaal niet. Koen haalt mij uit mijn gedachten. "Nee, dat is waar. We willen geen roddels." Zegt hij, ook een beetje twijfelend. Er valt een koude stilte. Dit is nog nooit, allee, in die grote week dat we elkaar kennen, gebeurt. Alleen de eerste dag misschien. Maar dat is normaal, een nieuwe collega, je moet elkaar nog wat leren kennen. Maar deze stilte kon ik niet meer aan! Ik moest er iets aan doen. "Heb jij Barry eigenlijk nog gezien gisteren?" zeg ik dan maar. "Nee, gisteren niet. Maar ik ben vanmorgen nog even naar het kantoor geweest om even naar Barry te gaan." Zegt Koen, nu al een stuk normaler. "Was die niet blij?" vraag ik lachend. "Ja, die was super blij! Ik had hem even uit zijn ren gelaten en hij sprong me bijna omver!" zegt Koen nu heel normaal en lachend. Oef, het gesprek is terug begonnen. Die ongemakkelijke stilte is over. "Ja, daar kan ik me iets bij voorstellen!" zeg ik al lachend. Ik zie het beeld al voor mij. Koen die omver wordt geduwd door Barry. Ik begin te lachen. En Koen ziet dit. "Ben jij mij nu weer aan het uitlachen!" zegt hij terwijl we naar buiten stappen. "Neenee! Dat durf ik nu niet meer!" zeg ik zo serieus mogelijk. "Oké, met wat lach je dan?" "Uh, ik had gewoon een binnenpretje." Zeg ik nogal twijfelend, maar wel zo overtuigend mogelijk. Ondertussen stappen we in de auto. "Jaja, een binnenpretje. Maar waar kwam dat dan vandaan? Want je gaat me nu niet vertellen dat je zomaar uit het niets een binnenpretje hebt gekregen hé!" zegt Koen gespeeld serieus. "Uh, jawel dat ga ik je wel vertellen." Zeg ik. "Awel hé, mevrouw Schillebeeckx, ik geloof je niet. En je weet wat dat wil zeggen hé!" zegt Koen weer gespeeld serieus. "Koen, nee, niet doen!" zeg al lachend. "Oh jawel!" zegt hij en begint mij te kietelen. Ik begin te lachen, maar weiger om het nog eens lief aan Koen te vragen. Na een minuutje begint mij buik toch wel wat pijn te doen van het lachen. "Koen, stop!" roep ik dan ook. "Ja, je weet wat je moet doen hé!" zegt hij lachend. Ik zucht, tot zover ik dit kon, want als je de hele tijd aan het lachen bent is dit nogal moeilijk. "Oké dan. Koentje, wil je hier alsjeblieft mee stoppen?" zeg ik weer zo lief mogelijk. "Ja, maar dat is hetzelfde dan dat je de vorige keer hebt gezegd!" zegt Koen. "Ja, maar toen ben je wel gestopt!" zegt ik lachend. "Ja, maar nu ben ik daar niet mee tevreden!" zegt Koen ondeugend. "Wat wil je dan?" vraag ik voorzichtig wanneer ik zie dat hij iets van plan is. "Wel, uh, ik wil een kusje!" zegt hij voorzichtig en twijfelend. Ik twijfel geen seconde en geef hem een kusje op zijn wang. Ik wou hem wel een kus geven op zijn mond, maar dan zou hij iets doorhebben. Na het kusje keek ik naar Koen. Hij glimlacht breed. Ook ik begin harder te glimlachen bij het zien van zijn glimlach.


Gewoon vrienden?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu