TINEKE
Langzaamaan word ik wakker en open ik mijn ogen. Ik weet niet waar ik ben. Ik kijk de ruimte rond. Het is er niet bepaald gezellig. Zachtjes sluit ik mijn ogen terug en probeer ik me te herinneren wat er gebeurt is. Het duurt eventjes, maar dan schiet alles me opeens terug te binnen. Ik en Koen gingen... Koen! Waar is koen?! Ik moet hem vinden. Elke zal hem toch niets aangedaan hebben. Ik vergeef het mezelf nooit moet hem iets overkomen zijn. Ik wil hem roepen, maar durf het niet. Ik wil niet dat Elke naar benden komt. Voorzichtig kruip ik de ruimte rond. Ik weet niet hoe het komt, maar het lijkt alsof ik te zwak ben om op mijn eigen benen te staan. Ik trek er me eigenlijk ook niet veel van aan. Het enige waar ik nu, op dit moment, aan kan denken is Koen. Ik wist dat het geen goed idee was om naar hier te komen. Ik had het Koen nooit mogen vertellen. Dan was ik hier nu niet en was Koen nog volledig in orde. "Ik moet rustig blijven. Misschien is er helemaal niets aan de hand" spreek ik mezelf in mijn hoofd toe. Maar als ik eerlijk mag zijn: ik geloof niets van wat ik mezelf toespreek. Maar iets in me zegt dat ik toch verder moet zoeken naar koen. Ik moet volhouden. Ik mag het toch zomaar niet opgeven? Uiteindelijk besluit ik toch maar om iets te zeggen. Als Koen hier is, ziet hij me toch niet. Het is hier stikdonker. Dus dan is dit de enige manier. "Koen!" fluister ik enkele keren zo luid mogelijk. "Tineke!" hoor ik opeens even luid terug. Even kan mijn geluk niet op. Koen is hier ook nog! "Koen! Ik ben hier!" fluister ik weer. Achteraf gezien is dat nu niet het meest geniale dat ik kon zeggen. Het is pikdonker we zien niets! "Tineke, waar ben je?" vraagt Koen op dezelfde manier als ik. "Ik weet het niet, Koen!" Net als ik die woorden heb uitgesproken, voel ik iets. "Tineke? Ik denk dat je me gevonden hebt!" zegt Koen blij. Het volgende moment voel ik hoe twee handen me vastgrijpen. Weer komt er een gevoel van blijheid mijn lichaam binnen. Ik voel hoe Koen me voorzichtig dichter tegen zich aantrekt. Als ik eindelijk Koens lichaam tegen dat van mij voel, leg ik mijn hoofd op Koens schouder. Eventjes geniet ik gewoon van het moment, maar dat gevoel is snel verdwenen. "Koen, weet jij nog wat er precies is gebeurt?" vraag ik. Je hoort duidelijk de schrik in mijn stem. "Uh, niet helemaal. Ik weet nog dat we naar hier zijn gekomen om te praten met Elke. Toen Elke drinken gaan halen was en terugkwam, stond ze ineens met een revolver voor onze neus." Terwijl Koen dat laatste zegt, drukt hij mij dichter tegen zich aan. "Ze zei dat we moesten meekomen en bracht ons hier naartoe. Van het moment daarop weet ik eigenlijk niets meer." Zegt Koen. "Ik ook niet" zeg ik eerlijk en zucht diep. Ook Koen laat een zucht ontsnappen. "Ik begrijp niet hoe het komt dat we ineens een stuk missen. En waarom lag jij niet naast mij?" vraagt Koen niet-begrijpend. Ik schud mijn hoofd. Ik weet het gewoon niet meer. Ik voel hoe enkele tranen zich klaarmaken om naar buiten te komen, maar ik houd ze binnen. Ik weiger om er ook maar één te doen ontsnappen. "Gaat het?" vraagt Koen lief en bezorgd tegelijk. "Ja, gaat wel" zeg ik zo overtuigend mogelijk. "Kom hier" zegt hij en legt zijn armen opnieuw rond mij heen terwijl ik mijn hoofd tegen zijn borst leg. Nu voel ik mij eigenlijk wel veilig. Koen zijn beschermende armen om mij heen en het geklop van zijn hart maakt mij dan weer rustig. Ik overloop alles nog eens in mijn hoofd. Ik moet weten wat er precies gebeurt is. Opeens schiet me iets te binnen. Onmiddellijk hef ik mijn hoofd op. "Koen! Onze gsm! We probeerden te bellen!" Snel grijpen Koen en ik naar onze gsm. Maar ik vind hem niet. "Koen, ik denk dat ik mijn gsm hier ergens verloren ben" zeg ik bang. "Ik wou eigenlijk net hetzelfde zeggen!" zegt Koen op net dezelfde manier als mij. "Komaan! Dan mogen we geen tijd verliezen! We moeten die terugvinden!" zeg ik. "Uh, Tineke, ik wil je niet ontmoedigen, maar vind je het niet een beetje toevallig dat allebei on ze gsm's opeens verdwenen zijn en dat wij niet meer weten wat er een kwartiertje geleden gebeurt is?" zegt koen voorzichtig. "Wat bedoel je? Denk je dat iemand onze gsm is komen halen?" vraag ik angstig. "Ik ben bang dat de enige verklaring is" zegt koen. "Nee, dat kan niet! Dat mag niet! Koen, zeg alsjeblieft dat dit niet waar is!" zeg ik terwijl de tranen over mijn wangen beginnen te stromen. "Sssst, Tineke, rustig maar. We vinden samen wel een oplossing." Zegt hij terwijl hij me weer in zijn armen sluit. "Het is vast al laat probeer maar wat te slapen. Ik zal wel zorgen dat je niets overkomt" zegt Koen lief. Hij heeft misschien wel gelijk. Het waarschijnlijk al best laat en ik ben eigenlijk best wel moe, maar ik denk niet dat ik echt ga kunnen slapen. Maar ik probeer het toch. Ik leg mijn hoofd op Koens schouder en sluit mijn ogen. Ik voel hoe Koen zachtjes met zijn hand over mijn arm wrijft. Ik geniet ervan en heel zachtjes val ik dan ook in slaap. Het doet deugd om eventjes nergens aan te denken, maar dat gevoel is snel weer weg wanneer ik iets hoor buiten de ruimte. In flits ben ik terug wakker. Ik hoor hoe een deur van het slot wordt gedaan en zie hoe een klein spleetje licht de ruimte binnendringt. Ik kruip nog dichter tegen koen aan. Nu ben ik écht bang.
JE LEEST
Gewoon vrienden?
FanfictionKoen krijgt een nieuwe collega. Deze keer is het een vrouwelijke collega. Haar naam is Tineke. Tineke kan het goed vinden met de collega's. Vooral met Brigitte kan ze goed overweg. En met Koen natuurlijk! Ze moeten tenslotte elke dag samenwerken!