7

665 22 0
                                    

KOEN

Toen ik Tineke daar bewusteloos zag liggen, wist ik niet wat doen. Ik kon alleen maar denken aan haar. Ik heb er dan ook voor gekozen om Tineke bij bewust zijn te krijgen in plaats van achter de daders te zitten. Hier heb ik dan ook nog geen seconde spijt van gehad.

Ik ben net naar een verhaal van Tineke aan het luisteren als mijn gsm afgaat. De chef! "Hoe kon ik dat nu vergeten!" zeg ik luid. "Wat?" vraagt Tineke niet-begrijpend. "Ik ben de commissaris vergeten te verwittigen en het is al half zeven!" zeg ik. "Neem dan snel op!" zegt Tineke. Ik neem de mijn gsm op en meteen hoor ik de chef kwaad roepen: "Ah Koen, eindelijk! Waar zitten jullie?! Ik ben hier al keilang aan het wachten. Ik heb ook al zeker vijf keer naar Tineke gebeld, maar die neemt niet op.". Ik krijg de volle lading over me heen. Ik weet ook wel dat ik had moeten verwittigen, maar Tineke was belangrijker. Maar ik kan dit niet zo tegen de chef zeggen, want dan weet hij gelijk dat ik verliefd ben op Tineke. En dan mogen we waarschijnlijk geen team meer vormen. " Uh, chef, ik weet ik had u moeten verwittigen, maar we zijn in het ziekenhuis." Zeg ik voorzichtig. "In het ziekenhuis? Wat doen jullie daar?" vraagt hij nu al een stuk rustiger. "Uh, Tineke ligt hier, chef" zeg ik weer voorzichtig. "Tineke???" zegt hij geschrokken. "Uh ja." Ik moet elke zin beginnen met uh, ik weet niet hoe dit komt. Ik ga verder. "We kregen een oproep over een burenruzie en zijn er naartoe gereden. In de tuin waren twee mannen aan het vechten. We besloten dat ik de ene man zou arresteren en Tineke de andere. Maar toen liep het een beetje fout..." ik word onderbroken door de chef. "Koen vertel dat later maar en zeg nu gewoon hoe het met Tineke gaat!" ik schrik een beetje van zijn antwoord. Dit had ik niet verwacht! Maar beter dit dan dat hij mij blijft verwijten dat ik hem niet verwittigd heb. "Het gaat goed met Tineke!" ze lacht even terwijl ik dit zeg. "Ze had een diepe wonde in haar hoofd, maar die hebben ze gehecht. Ze mag morgen naar huis." Ga ik verder. "Oké, ik zou graag willen komen, maar ik heb nog veel werk en het bezoekuur is bijna gedaan, dus ik denk niet dat dit nog echt de moeite is. Zeg tegen Tineke dat ze morgen als ze uit het ziekenhuis is, onmiddellijk naar hier komt!" zegt de chef. "Oké, chef. Ik zal het doorgeven. En ik wil eigenlijk iets vragen..." zeg ik op het einde wat voorzichtig. "Vraag maar." Klinkt de chef. "Uh, zou ik Tineke morgenmiddag mogen komen ophalen?" dit zeg ik weer op een voorzichtige toon. "Oké, geen probleem, maar om hoe laat moet je in het ziekenhuis zijn?" "Ja, dat weet ik niet zo goed. De dokter zei gewoon tegen de middag, dus..." zeg ik. "Blijf anders in de voormiddag ook maar thuis zodat je Tineke niet moeten laten wachten in het ziekenhuis." Zegt de chef. "Dank u, chef!" zeg ik een beetje verwondert. "Maar ik kom subiet nog even want ik moet Barry nog komen halen." Vervolg ik mijn uitleg "Maar laat Barry maar hier! We zullen goed voor hem zorgen!" zegt de chef. "Oké, chef" zeg ik. "Allee, tot morgen, hé Koen! En doe de groetjes aan Tineke en ook veel beterschap!" zegt de chef. "Zal ik doen, chef! Tot morgen!" zeg ik nog en hang op. Ik kijk naar Tineke en lach. Ze lacht terug. "Je hebt de groetjes en veel beterschap van de chef!" zeg ik lachend. "Dat is vriendelijk! Was hij niet te kwaad?" vraagt ze lief. "Nee, alleen in het begin." Zeg ik. "Ja, dat heb ik aan je gezicht gezien!" zegt ze plagend. "Hey, ik ben niet bang, hé, van de chef!" zeg ik al lachend terug. "Ja, dat kan jij wel zeggen, maar ik ben daar toch niet zeker van, ze!" zegt ze nog steeds plagend. Tineke begint hard te lachen en na enkele seconden kan ik het ook niet meer inhouden en begin ik ook te lachen. Nadat we uitgelachen zijn, horen we een stem in de kamer die zegt: "Over een half uur eindigt het bezoekuur. Gelieve hiermee rekening te houden." "Is het al zo laat?" vraagt Tineke een beetje verdrietig. "Ja, het is half acht." Zeg ook ik redelijk verdrietig. "De tijd is echt voorbij gevlogen" zegt Tineke nog altijd niet erg blij. "Ja, we hebben veel gelachen." Zeg ik. "Ja! Maar jij komt mij dus morgenmiddag halen?" vraagt ze lief. "Ja! Als jij dat wil, hé, natuurlijk." Zeg ik even lief terug. "Ja, natuurlijk vind ik dat goed!" zegt ze enthousiast. "Wil je dat ik al wat vroeger kom? Ik heb toch heel de voormiddagvrij gekregen van de chef." vraag ik voorzichtig en lief tegelijk. "Natuurlijk niet! Hoe vroeger, hoe liever! Ik lig hier toch maar te niksen." Ik lach naar haar. Ze lacht lief terug. Nadat we nog even gepraat, maar vooral gelachen hebben, horen we weer dat vervelende stemmetje: "Het bezoekuur is voorbij. Gelieve het ziekenhuis zo snel mogelijk te verlaten." Ik kijk beteuterd naar Tineke. Ze kijkt me met dezelfde blik aan. "Ik ga dan maar eens." Zeg ik, nog altijd beteuterd. Ook Tineke kijkt me met dezelfde blik aan. Ik ga naar haar toe en buig me naar haar voor een knuffel. Ik schrik van mezelf. Wat doe ik nu! Nu wil ze me vast niet meer zien. Net als ik me terug recht wil gaan staan, voel ik twee handen op mijn rug. Meteen voel ik vlinders in mijn buik. Ik kon het niet geloven! Tineke geeft me een knuffel! Dit moment mocht uren, nee, dagen blijven duren. Ik besloot om Tineke maar stilletjes los te laten voor ze iets zou door hebben over mijn gevoelens voor haar. Ze liet mij ook stilletjes los. En voor ik het wist was onze knuffel voorbij. "Tot morgen!" zeg ik blij en verdrietig. "Tot morgen!" zegt ze lief terug. Ik kijk nog even en doe dan de deur van haar kamer dicht. Wanneer de deur dicht is kijk naar het nummer op de deur. 246. Oké, niet vergeten. Anders moet ik morgenvroeg nog eerst gaan vragen op welke kamer ze ligt. Die tijd kan ik me ook wel besparen en bij Tineke doorbrengen. Ik loop door de gangen terwijl ik denk aan Tineke. Als ik bijna aan de uitgang ben, denk ik eraan dat ik samen met Tineke met de ambulance naar hier gekomen ben. Ik besluit dan maar de bus te nemen. Ik kan ook een taxi nemen, maar als agent weet ik dat de bus veiliger is. Ik stap naar de bushalte en als ik er bijna ben, zie ik een bus aankomen. Nu loop ik een klein beetje, zodat ik de bus nog haal. Ik stap op de bus. De buschauffeur kijkt me vragend aan. Ik vraag me eerst af waarom, maar dan besef ik dat ik mijn uniform nog altijd aan heb. Ik knik naar de buschauffeur dat er niets aan de hand is. Ik zoek een plaatsje op de bijna lege bus. Al een geluk. Want een politieagent op de bus, is wel een beetje raar. Maar trek ik me niets van aan en denk verder aan de knuffel van nu ongeveer een tien minuutjes geleden. Het was zo zalig om Tineke een knuffel te geven. Soms denk ik dat ze misschien toch iets voor me voelt, maar ik mag mezelf niets wijsmaken. Tineke ziet me als een goede vriend op wie ze kan rekenen. Maar ik wil net iets meer zijn dan vrienden. Opeens vraag ik me af of ik wel op de juist bus zit. Ik kijk rond en zie dat we toch op de juist weg zitten. Ik besluit ook om even te stoppen met aan Tineke te denken, want ten eerste ze voelt toch niets voor mij en ten tweede subiet mis ik mijn halte. Na enkele minuten naderen we de dichtbij zijnde halte. Ik ben opnieuw aan Tineke aan het denken, want ik kan het toch niet laten. Ik stap uit. Het is ondertussen beginnen met regenen. Maar het kan me niets schelen. Als ik aan Tineke denk lijkt het of ik geen besef meer heb. Ik voel de regen zelfs niet. Ik nader mijn huis en doe de deur open. Ik ga binnen en besluit om direct te gaan slapen zodat ik dat morgenvroeg op tijd kan opstaan om naar Tineke te gaan. Ik gooi mijn politiekleren in de was en ga naar de slaapkamer. Net als ik in mijn bed wil gaan liggen besef dat ik nog niet gegeten heb. Ik heb eigenlijk ook geen honger dus besluit ik om gewoon te slapen. Ik lig in mijn bed en val al dromend, over hoe mijn leven er zou uitzien met Tineke, in slaap.

Gewoon vrienden?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu