KOEN
De dokter komt binnen en vraagt aan Tineke hoe ze zich voelt. "Goed!" antwoord ze. "Dan mag je nog even met mij meekomen om de wonde nog eens te bekijken en dan mag je daarna naar huis. Goed?" zegt hij. "Natuurlijk!" antwoord ze. Ze gaat met de dokter mee en glimlacht nog even naar mij voor ze de kamer verlaat. Bij elke glimlach die ik krijg van Tineke voel ik die vlinders in mijn buik. Vlinders die niet moe blijken te worden en blijven fladderen. Het is een fantastisch gevoel, verliefdheid, maar niet als het onmogelijke liefde is. We zijn collega's, we moeten elke dag samen werken en we zijn vrienden. Ik kan onze vriendschap toch niet op het spel zetten voor een relatie? Of misschien wel? Ik weet het niet. Maar één ding weet ik wel: het is nog veel te vroeg om ook maar iets over mijn gevoelens tegen Tineke te zeggen. We kennen elkaar negen dagen! En ook al heb ik het gevoel dat ik alles tegen Tineke kan zeggen en dat ik haar kan vertrouwen, ik denk niet dat een vriendschap dit overleefd. Dus ik kan beter gewoon zwijgen tegen haar. En gewoon door doen met wat ik nu bezig ben. Ik moet gewoon EEN vriend zijn voor Tineke en niet HAAR vriend. Ze ziet me dan ook als niet meer dan een vriend. Ik moet gewoon aanvaarden dat het tussen ons niets zal worden. Ik moet gewoon blij zijn met onze vriendschap. Ik moet... "Hey dromer, ga je mee naar kantoor of wil je liever hier blijven? Mag ook hoor." Zegt Tineke blij en al lachend. Ze stond opeens voor mijn neus. Ik had haar niet horen binnenkomen. "Natuurlijk ga ik mee naar kantoor! Ik ga hier niet blijven! En daarbij zo'n gezelschap als jou wil ik niet missen!" zeg ik opgewekt, maar twijfelend over de laatste zin. Die had ik misschien beter niet gezegd. Tineke lacht en geeft me een knuffel. "Charmeur!" zegt ze in mijn oor. Weer beginnen de vlinders, die ondertussen al wat rustiger waren geworden, hevig te fladderen in mijn buik. Het is dus niet erg dat ik die zin gezegd had. Ik kan tegen Tineke acht alles zeggen. Maar ik stop even met nadenken en geniet verder van Tinekes armen rond mijn lichaam. Dir is echt het beste gevoel van de afgelopen jaren. Zo een gelukkig gevoel heb ik al even niet meer gehad. Tinekes armen laat mij stilletjes los en ook ik laat haar stilletjes los. Ik haar aan en zij mij. We lachen naar elkaar. "Zijn we weg?" vraag ik op dit toch wel ongemakkelijke moment. "Ja, tuurlijk zijn we hier weg! Ik blijf hier niet!" zegt ze weer even opgewekt als daarstraks. "Ik moet nog juist even mijn gordel gaan halen in het badkamertje." Zegt ze. "Moet je ook nog even naar huis voor een ander uniform?" vraag ik. "Als je dat niet erg zou vinden, graag!" zegt Tineke opgewekt. "Natuurlijk vind ik dat niet erg! En ik moet eigenlijk ook nog langs mijn huis voor mijn uniform. Want dat ben ik een beetje vergeten." Zeg ik een beetje verlegen. "Ja, ik zie het! Ik denk niet dat de chef deze kleren gaat appreciëren. Maar ik vind ze al sinds prachtig!" zegt Tineke lachend en lief. "Dankje!" zeg ik blij en weer voel ik de vlinders in mijn buik onrustig worden bij Tineke haar woorden. "Ik heb hem! We kunnen vertrekken!" hoor ik Tineke ineens zeggen. "Oké, dan zijn we weg!" zeg ik. Samen gaan we de deur uit en vlak voor ik de deur sluit zeg ik: "Zeg, Tineke, moet je niet nog even afscheid nemen van je kamer?" ik begin te lachen. "Nee, Koentje, dat is niet nodig! Ik heb hier lang genoeg gelegen. En ik ga het hier echt niet missen!" zegt ze ook al lachend. Ik ben ook nog steeds aan het lachen, maar ik denk aan haar woorden: Koentje. Zei ze dat echt? Ja, ik ben niet doof! Weer voelden ik die vlinders wakker worden. Dit is minstens de derde keer in vijf minuten tijd! Dit is echt niet meer normaal! Ik moet hier echt iets aan doen! Maar ik kan het haar niet vertellen. Zeker nu nog niet. Ik sluit de deur en ik loop naast Tineke in de gang. "Moet je nog naar de balie voor je ontslag uit het ziekenhuis?" vraag ik. "Nee, de dokter heeft dat al geregeld." Zegt Tineke. "Dat is handig, dan kunnen we onmiddellijk naar huis en het bureau." Zeg ik en kijk naar Tineke. Je, ik weet het. Als ik niet wil dat het opvalt, kan best niet teveel naar haar kijken en dingen zeggen die ik normaal niet zou zeggen, maar het is gewoon sterker dan mezelf! Ik kan gewoon niet anders dan naar haar kijken! Opeens kijkt Tineke ook naar mij. Ik weet even niet wat doen of zeggen. Ik had niet verwacht dat ze haar hoofd ging draaien. Nadat Tineke me even heeft aangekeken, het leek wel uren te duren, lacht ze naar mij. Dit was een opluchting. Spontaan lach ik terug. We naderen de lift en Tineke duwt op het knopje. De deur van de lift gaat open en we stappen in. Op mijn beurt duw ik op het knopje voor naar het gelijkvloers te gaan. Tineke en ik kijken naar elkaar. Ik weet niet wat zeggen. Tineke ook niet, denk ik. Opeens begint Tineke hard te lachen. Ik kijk haar niet-begrijpend aan. "Ben je mij aan het uitlachen?" vraag ik lachend, maar ook niet-begrijpend. "Nee, hoor!" Zegt ze nog steeds lachend. "Jaja, dat zal wel. Ik geloof je niet!" zeg ik en begin haar te kietelen. Ik weet dat Tineke hier niet tegen kan. Tineke begint te lachen. Hierdoor kietel ik haar nog harder. Ze lacht nog harder en roept: "Koen! Stop!". Ik stop niet en lach met Tineke. "Koentje! Stop!" hoor ik haar weer roepen en krijg weer die vlinders in mijn buik. Dit keer omdat ze Koentje zei. "Oké, ik zal stoppen. Maar dan moet je het wel héél lief vragen!" zeg ik en ondertussen ben ik al gestopt. Tineke kijkt me aan met zo'n blik van 'nee, echt niet'. Ik begrijp haar blik en zeg: "Oké, dan niet!" en begin haar terug te kietelen. Ze begint weer te lachen. "Oké, oké! Aller-, aller-, allerliefste Koentje, wil je alsjeblieft stoppen met kietelen?" "Oké dan, omdat jij het bent en omdat je het zo lief hebt gevraagd."
Toch nog een stukje! Ik ben vroeger thuis dan verwacht. Ondertussen heb ik voor mijn verhaal ook dubbel zoveel reads dan toen ik vertrok! Bedankt!
Groetjes Fleur!
JE LEEST
Gewoon vrienden?
FanficKoen krijgt een nieuwe collega. Deze keer is het een vrouwelijke collega. Haar naam is Tineke. Tineke kan het goed vinden met de collega's. Vooral met Brigitte kan ze goed overweg. En met Koen natuurlijk! Ze moeten tenslotte elke dag samenwerken!