2

531 48 10
                                    

Ongeduldig wierp Adam een blik op zijn horloge dat juist 12 uur aantikte. Hij stond op uit zijn bureaustoel en keerde zich om naar het raam van zijn kantoor dat zicht bood over Amsterdam. Zijn blik stond op de parkeerplaats gebrand waar Davids auto stond. Hij kon op elk moment aankloppen bedacht hij zich. De moordlustige blik verscheen weer in zijn ogen. Hij verloor stilletjes aan zijn geduld en kon niet wachten het nieuws aan te horen waar hij jaren op wachtte. Hij had zijn zinnen op het meisje gelegd dat hem was ontglipt. Hij kon niet wachten om de eer van de familie Benali weer te herstellen nadat zijn vader tien jaar terug genadeloos vermoord werd en zijn moeder onteerd. Dalila's ziel werd daarmee gebrandmerkt voor het leven. Ze was getekend voor het leven en was niet meer uit bed te krijgen.

Adam was daarbovenop geen vergevingsgezinde man. Hij was opgegroeid met haat en afschuw en kon niet wachten op de dag die alsmaar dichterbij kwam. Hij wou niets minder dan zijn ouders weer berechtigen. Hij wou de dader laten boeten voor zijn laffe daad met zijn dochter dat zich dichtbij bevond. Niemand zou hier zonder schrammen van afkomen besloot hij razend. Zijn vuisten had hij uit een automatisme gebald toen hij weer aan Safia dacht. Hoe onschuldig ze oogde zijn gedachtes over haar waren alles buiten onschuldig.

Een klop op de deur deed hem meteen opkijken. Hij kantelde zijn gezicht de andere kant op en rechtte meteen zijn schouders toen hij oog in oog kwam te staan met David die gehaast zijn kantoor binnenliep en de deur achter zich in het slot liet vallen. Hij had nieuws. 'Het is gelukt.' Brak hij het ijs. David had de grijns die op Adams gezicht speelde opgemerkt en hield zijn hart vast voor wat er nu zou volgen. Hij vreesde de dag waarop Adam zijn woorden zou omzetten tot daden. Hij kende hem inmiddels lang genoeg om te weten dat hij zijn zinnen op dat meisje had gelegd. Hij had geprobeerd om hem op andere gedachtes te brengen maar hield wijselijk zijn mond dicht toen Adam hem afkapte. Adam liet zich niet bedonderen en liet niemand wegkomen met onrecht.

'Safia Amrani komt voor je werken.' Maakte David af. Dit spel liep de verkeerde kant op bedacht hij zich toen Adams ogen donker werden. Haar naam sloeg immers in als een bom. Adam knikte uiterst langzaam en stak zijn handen vervolgens in zijn broekzakken. 'Wanneer begint ze?' Vroeg hij indringend. Hij zou er niet om malen terug in te trekken in zijn ouderlijk huis. Hij wou haar in handbereik hebben. Hij wou keer op keer herinnerd worden aan haar vader die nu achter slot en grendel zat te brommen. Hij wou haar op elk moment kunnen zien om hem er slechts aan te doen herinneren dat het leed van de Benali's niet ongestraft moest blijven.

David keek moeilijk en schudde toen langzaam zijn hoofd. Adam herkende de blik in zijn ogen en besloot zijn gevoelens te negeren. Het deerde hem niet wat hij dacht in de eerste plaats. 'Ik denk dat-.'
'Ik stelde je een vraag.' Kapte Adam hem bot af. David klapte dicht en kneep harder in het mapje dat hij vasthad. Hoe hard hij hier ook tegen opperde hij werd immers onderdeel hiervan toen Adam dat besloot. Hij werd onderdeel van zijn meedogenloze plan dat het leven van een onschuldig meisje zou verwoesten. 'Ze is al begonnen, Anna vangt haar al een tijdje op.' Zei David bedeesd gevolgd door het mapje dat hij bovenop zijn bureau smeet. 'Als het goed is trekt ze bij je in.' Adam keek neer op het mapje en fronste zijn gebruinde voorhoofd toen hij recht in haar gifgroene ogen keek. Ze was bloedmooi.

'Ze is onschuldig Adam.' Zei David voorzichtig. Misschien was dit de zoveelste mislukte poging om hem van gedachtes te doen veranderen en dit bevestigde Adam ook toen hij hem koel aankeek. Hij klapte het mapje dicht en zuchtte toen geïrriteerd. 'Dat was mijn moeder anders ook David. Werd zij gespaard?' Vroeg hij bot. David viel stil en wist niets meer te zeggen. Hij besefte zich maar al te goed dat hij nergens voor terug zou deinzen. Hij realiseerde zich maar al te goed dat er een hel zou losbranden en dat de familie Amrani zich moest klaarmaken voor een storm die pas gestild zou worden wanneer Safia van hem werd. 'Ik wil dat je doorgeeft dat mijn spullen ingepakt moeten worden. Vanavond vertrek ik terug naar huis.' Zei Adam vervolgens ijzig kalm. Davids ogen werden groot maar hij besloot ditmaal niets te zeggen. Hij knikte slechts uiterst langzaam en verliet zijn kantoor vervolgens met lood in zijn schoenen. Dit was niet goed.

Hi beautiful

Wil je aub een ster achterlaten? Ik zou het enorm waarderen moest je dit verhaal delen.

Dikke kus
writewithme_18

ForbiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu