9

359 36 4
                                    

Safia liep met een bord naar de woonkamer en dekte ondertussen de tafel toe. Anna volgde al snel met glazen en wierp nogmaals een blik op de arm van Safia waar de vingerafdrukken van Adam nog steeds in geprint zaten. Een schuldgevoel bekroop haar nadat ze haar alleen had gelaten. Ze voelde zich verantwoordelijk voor het meisje dat naast haar tante Fadoua niemand had. Het speet haar daarom ook dat Adam tegen haar uitviel voor iets waar ze geen fout in had. Het arme meisje bekommerde zich slechts om haar nadat ze van slag raakte om de toestand van Dalila en de meedogenloze Adam. Ze bad nog steeds hopend op een dag waarin de komst van een vrouw zijn ijskoude hart zou doen versmelten. Ze wou de zorgzame Adam terug die niet tegen alles en iedereen uitviel. Safia keek op en merkte naar wat Anna keek. Ze dekte haar arm daarbij meteen toe met haar lange mouw die ze naar beneden trok.

'Hij is niet altijd zo.' Zei Anna opeens. Haar blik vond die van Safia dat versteende. Ze wou nog doen alsof ze niet wist waarover ze het had maar hield die act meteen achterwege toen ze de drang aanvoelde om haar ongezouten mening over hem op tafel te smijten. 'Hij is niet harteloos.' Maakte Anna af. Safia smoorde een bespottelijk lachje door hard op haar tong te bijten en liep toen naar de keuken om een kan water te halen. Ze verscheen weer in de woonkamer en slaakte toen een diepe zucht. 'Ik zou je met alle liefde willen geloven Anna. Alleen spreken zijn daden je woorden helaas tegen.' Zei Safia gewaagd denkend aan de arrogante zak die dacht de wereld in handen te hebben. Alleen was ze meer dan blij om het feit dat figuren als hem vroeg of laat van hun troon gestoten zouden worden. Zijn ondergang komt nog wel, besloot ze vastberaden.

'Hij laat mensen niet snel toe Safia.' Probeerde Anna nog nadat ze haar woorden aanhoorde. Ze had Adam deels opgevoed en heeft hem zien opgroeien tot de man die hij nu was. Het kwam nooit in haar op om hem aan te zien voor de schoft waar de meesten hem wel voor aanzagen. Safia keek haar strak aan met de gedachte dat niemand hem dwong om haar in zijn huis toe te laten. Alleen liet ze voor nu haar nijdige woorden voor zichzelf. Ze had gemerkt hoe Anna nog haar best deed om haar alsnog op haar gemak te stellen en wou haar daarin geen stokje voorsteken. 'Het is-.' Anna twijfelde en zuchtte toen diep. Dit was niet aan haar besefte ze zich.

'Soms dwingen bepaalde gebeurtenissen en omstandigheden je ertoe om te veranderen.' Safia vernauwde haar ogen tot spleetjes. Opeens spitste ze haar oren alsof er nu meer zou volgen alleen bleek dat niet het geval te zijn toen Anna haar een glimlach schonk. 'Ik ben zo goed als een tweede moeder voor hem. Je kunt me op mijn woord vertrouwen als ik zeg dat hij nog steeds zorgzaam is. Ookal laat hij dat niet zien.' Verzuchtte ze neerslachtig. Safia werd opeens nieuwsgierig maar probeerde dat gevoel meteen weer de kop in te steken. 'Zorgzaam?' Vroeg Safia met een denigrerende ondertoon. 'Ik wil je niet beledigen Anna maar dat figuur is meedogenloos. Het is maar dat ik je niet in verlegenheid wil brengen anders had ik hem wel laten weten wat ik echt van hem vind.' Knikte ze verzuurt terwijl ze naar buiten keek via het raam.

Ze merkte daarmee niet op dat Adam net de woonkamer binnenliep en haar woorden van net had gehoord. Anna versteende toen ze hem zag en probeerde Safia nog toe te sissen om te zwijgen. Alleen bleek ze zich nog steeds niet bewust te zijn van zijn aanwezigheid die de woonkamer veel kleiner deed lijken door zijn koude persoonlijkheid. 'Hij is een arrogante-.' Ze draaide zich in een ruk om en liet overdondert haar mond dichtvallen toen ze hem aankeek. Het bloed trok weg uit haar gezicht. Hij flikte het haar keer op keer door steeds geluidloos binnen te sluipen. Alsof hij haar daarmee wou betrappen op een fout. Ze bevroor en keek meteen naar Anna dat lijkbleek zag en in stilte aan haar nagels pulkte. 'Ga verder.' Zei hij koelbloedig. Zijn ogen waren in die van haar gepind. Safia werd nerveus en wist bij God niet wat haar nu op dit moment bezielde.

Waarom viel ze stil? Waar was de stoere Safia dat hem wel een klap kon verkopen in dat verwaande gezicht van hem? Haar adem stokte ook nog eens in haar keel toen hij langzaam op haar afliep en recht voor haar neus stopte. Anna wou nog tussen beiden komen alleen was een blik van Adam voldoende om haar op haar plek te houden. Hij had alleen nog maar oog voor Safia dat langzaam maar zeker opkeek. Recht in zijn ogen die uitdrukkingsloos stonden. 'Die mond van je is lenig, niet?' Vroeg hij verbeten. Hij schrok haar meer af met zijn kalme houding dan met de toon waarmee hij haar aansprak. Alsof dit slechts de stilte voor een storm was die ruw aanzwol. 'Ik heb nergens over gelogen.' Zei ze bedeesd. Anna kromp ineen toen ze haar woorden aanhoorde. Alsof Safia erop uit was om benzine over vuur te gieten.

'Het is maar dat Anna me bijna op blote knieën heeft gesmeekt om je onderdak te bieden. Anders had je hier geen voet binnengezet en liet ik je over aan die moeder van je die haar neus voor je ophaalt.' Siste hij recht in haar gezicht. Zijn woorden sneden langs haar ziel. Sterker nog, hij had haar zojuist gekwetst door een vinger te duwen in een open wonde. Hij merkte de verandering op in haar houding. Hij wist dat hij haar hiermee brak en dat gaf hem meer dan alleen voldoening. Hij was erop uit om haar simpelweg botje per botje te breken zonder dat hij daarvoor een vinger naar haar moest uitsteken.

Er woedde een storm in haar ogen. Hij had lopen graven in haar leven om haar te kunnen pijnigen met haar moeder die haar als een blok liet vallen voor een andere man. 'Hou mijn moeder hierbuiten.' Wees ze hem met onderdrukte woede toe. Anna stond als een brok zenuwen toe te kijken naar het tweetal dat elkaar vernietigend aankeek. 'Heb ik gelogen? Hierbij weet je dan ook hoe ik over jou denk.' Viel hij haar in de rede. Hij gebruikte haar woorden tegen haar. 'Laat me dan afmaken waar ik gestopt was.' Siste ze giftig. 'Je bent een arrogante snob. Treur niet Adam je ondergang komt nog wel.' Maakte ze af waarop ze weg wou lopen alleen gunde Adam haar die vrijheid niet door haar weg te blokkeren. Hij was alles buiten klaar met haar. 'Mijn ondergang? Daag je me uit Safia Amrani?' Haar gifgroene ogen stonden op onweer. Ze had op haar tellen moeten passen besefte ze zich alleen stond haar verdomde trots haar in de weg.

Hij dreef haar tot het uiterste en voordat ze daar erg in had knikte ze. Zijn ogen lachten haar uit. Alsof hij daarmee duidelijk maakte dat ze niets minder dan een hoopje ellende was. Hij maalde er niet om, om haar verder de grond in te trappen! 'Ik sleep je mee in alles dat je me probeert te flikken.' Wist ze er nog uit te persen voordat hij weer bloedserieus naar haar keek. Dit voorspelde niets goeds. 'Ik ben niet van plan om je te sparen in een strijd die je vrijwillig met mij aanging.' Hij torende een kop boven haar uit. Haar hartslag versnelde toen ze besefte dat hij elk woord meende. Ze stonden als twee kampen lijnrecht tegenover elkaar. Hun gezichten werden strijdlustig als twee tegenpolen naar elkaar toegetrokken. Beiden weigerden een stap terug te nemen uit het spel dat moordend was. Dit besefte Anna maar al te goed toen ze merkte dat Adam iets in zijn schild voerde. Hij had zijn zinnen op haar gelegd.

Hi lieve lezers

Zou je aub een sterretje achter willen laten? Dat zou ik super lief vinden.

ForbiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu