20

397 30 6
                                    

Beneden stond Anna bijna in blinde paniek aan haar keukenschort te pulken. Selma zat met een trillend been op de bank. Haar armen had ze in alle ongeduld tegen haar borsten gekruist. De gedachte alleen al dat Adam zich met Safia in een kamer bevond schoot bij haar in het verkeerde keelgat. Ze trok dit niet langer en voordat ze daar erg in had stond ze op. IJsberend haalde ze een hand door haar woeste krullen die over haar schouders dansten. Haar vurige blik viel vervolgens op Anna dat in zichzelf gekeerd was. Ze wist dat ze op haar donder zou krijgen van Adam. Ze wist gewoonweg dat ze chaos op haar hals had gehaald nadat ze niet liet weten dat hij Safia over de vloer kon verwachten. 'Wie is zij?' Vroeg Selma razend. Ze beende af op Anna dat langzaam opkeek naar de arrogante dame dat geen blad voor de mond nam. 

Sterker nog ze had het gevoel dat dat meisje haar ruiten insloeg. Ze had de blik in Adams ogen gezien die haar onrustig hield. Ze had gezien hoe hij naar haar keek om daarmee aangestoken te worden door pure razernij. 'En wat had ze vandaag te zoeken in het bedrijf?' Snauwde Selma haar nog toe. 'Dat gaat jou niets aan.' Klonk er opeens achter haar. Selma draaide zich in een ruk om naar Adam die hooghartig de trap afliep. Zijn doordringende blik viel kortstondig op Anna dat meteen wegkeek. 'Wat had dat te betekenen?' Vroeg ze fel. Adam liet een cynisch lachje vrij, het laatste dat hij nu moest hebben was een gefrustreerde Selma dat hem onzeker te woord stond. 'Ben ik jou een verklaring verschuldigd?' Vroeg hij bot. Zijn handen verdwenen in alle nonchalance in zijn broekzakken. 

Selma stapte op hem af en bleef uitdagend voor zijn neus staan. 'Vertel me niet dat je onze spoedvergadering afblies voor haar.' Ze wees haar vinger naar boven. De ondertoon in haar stem was voldoende om te begrijpen dat ze zich in het nauw gedreven voelde. Waarom niet nadat Tim haar liep te stoken met haar schoonheid? Selma liet een denigrerend lachje vrij toen Adam geen antwoord gaf. 'Is dat het wicht dat Anna komt helpen?' Lachte Selma vals. De woeste toon in haar stem schoot over, het bloed klopte in haar aderen door zijn stilte dat boekdelen sprak. 'Wat ik vandaag gezien heb zag er niet uit als iemand die weet wat haar functie hier inhoudt. Schop haar buiten.' Beet ze hem toe wetende dat Adam niets moest hebben van mensen die hem kwamen vertellen wat hij wel of niet moest doen. Anna dat in stilte toekeek kromp bijna ineen na het horen van haar woorden. 

'Met welk recht kraam je die onzin uit?' Vroeg hij honend. Als blikken konden doden lag ze nu spartelend op de grond te snakken naar adem. Haar gezicht werd vuurrood toen hij haar op de feiten wees. Er was niets meer dat hun verbond, iets waar Selma zich niet wou bij neerleggen. 'Precies, als er iemand buiten geschopt moet worden dan ben jij dat wel. Keer terug naar de plek waar je vandaan komt Selma en bespaar jezelf de moeite.' Zei hij bedeesd. Mensen die niet zouden horen wat hij net zei zouden niet eens merken dat hij haar zojuist op haar donder gaf, zo kalm oogde hij. Alsof er geen vuiltje aan de lucht hing en zo geen appeltje te schillen had met Anna dat verdacht stil was. Knarsetandend wendde ze haar blik van hem af. 'Ik laat me niet op deze manier beledigen.' Snauwde ze hem kattig toe. 

Adam liet een cynisch lachje vrij. 'Je zet jezelf al jaren voor paal Selma. Dit kan je er ook wel bij hebben. Val niet overal onnodig binnen om antwoorden te eisen op vragen die je niet hoort te stellen. Je weet waar de deur is.' Maakte hij af, starend naar haar aangeslagen toestand waarin ze zwoer het niet hierbij te laten. Ze zwoer dat ze zich niet uit de weg zou laten ruimen door een figuur dat ze zo kon vertrappen. Selma wendde zich van hem af en keek vervolgens naar Anna dat haar schouders provocatief rechtte. Wat dacht ze zelfs? Dat Adam terug zou deinzen omdat dit zou voldoen aan haar wensen. Over zijn dode lijk dacht hij moordend. Verwilderd rukte ze haar handtas af van de salontafel voordat ze haar weg naar buiten vond. Adam liet zijn blik vervolgens op Anna vallen dat als een brok zenuwen achterbleef. 

'Hoelang werk je hier?' Vroeg Adam opeens. Anna keek geschrokken op. Haar grijze ogen vonden zijn ijzige blik die haar over haar woorden deed struikelen. 'Of moet ik vragen voor wie je werkt?' De intimiderende toon in zijn stem deed haar slikken. Ze had niet verwacht dat hij haar met haar baan zou bedreigen. Zijn lippen krulden zich op tot een lachje dat zijn ogen niet bereikte. 'Misschien moet ik je eraan herinneren dat ze hier te gast is. Hecht je vooral niet aan haar.' Beet hij haar toe wetende dat hij op dat vlak ook op zijn strepen moest beginnen letten. Safia was hier te gast en eenmaal hij had wat hij moest hebben was haar rol hier voorbij. Anna knikte uiterst langzaam en maakte zichzelf meteen uit de voeten. Ze beende zich af op de trap om Safia op te zoeken alleen hield Adam haar meteen tegen. 

'Vanavond laat je haar alleen.' Zei hij bars. De gesloten uitdrukking op zijn gelaat was niet te missen. Alsof hij haar een natrap wou geven met een portie eenzaamheid nadat hij haar als een hoopje ellende achterliet. Anna kreeg niet eens de kans om wat te zeggen of Adam liep haar straal voorbij. Hij liet een Anna achter dat steeds bezorgder werd om hem. Ze had het gevoel dat hij iets liep te bekokstoven wat haar gemoedsrust al dagen in zijn greep hield. Ze keek even naar boven, de ernstige blik in haar ogen hield niets achterwege. Ze wou weten wat er gebeurd was tussen die twee. Adam vond zijn weg naar de tuin, onbedoeld werd zijn blik aangetrokken tot haar balkon waar ze dit keer niet stond. 

De lichten van haar kamer waren uit, daaruit maakte hij op dat ze vast weggedoezeld was in een diepe slaap. Hij keek meteen weg, het was niet zijn bedoeling om haar na vandaag nog eens op te zoeken. Alleen begreep hij dan niet wat hem nu naar hier bracht. Ergens had hij verwacht dat ze elkaar in alle frustratie op deze wijze terug zouden vinden. Hij schudde zijn hoofd toen hij zich er bewust van werd dat ze niet gemakkelijk was. Ze was geen weerloos type waar hij gemakkelijk zijn schoenzolen aan kon vegen bedacht hij zich geamuseerd. Ze was een uitdaging dat zich waagde aan zijn raadsel. Hij was niet vies van uitdagingen, allesbehalve, vooral niet als die uitdaging de naam Safia droeg.

ForbiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu