25

330 29 16
                                    

De dag daarop zat ze doelloos in de keuken te kauwen op een wafel. Anna stond achter haar bij het fornuis en vertelde haar hoe ze getuige was van een meisje dat gisteren aangereden werd nadat ze teruggekeerd was van de supermarkt. Safia had allang geen gehoor meer voor haar en keek afwezig naar haar ontbijt dat ze met moeite door haar stort kreeg. Ze probeerde nog steeds te omvatten of hetgeen dat gisteren gebeurde een droom was maar toen ze zijn vingerafdrukken om haar pols zag verdrong ze die gedachte meteen. Het feit dat ze gisteren huilend tegen haar kussens aankroop was geen droom dacht ze bedroefd. Sterker nog, ze huilde niet omdat hij haar had vernederd. Ze huilde omdat haar geliefde Fadoua haar op het hart gedrukt had hier te blijven. En toen ze inzag dat ze niet in staat was om op haar eigen benen te staan en daarbij dus deels afhankelijk was van Adam vond ze zichzelf terug, huilend in haar bed. En alsof dat niet genoeg was zag ze steeds meer in hoe hij zijn schoenzolen veegde aan haar trots, wetende dat ze kon zeggen wat ze wou zonder dat, dat iets aan haar situatie hoefde te veranderen. 

Ze haalde haar neus op en dronk in stilte van haar glas jus d'orange toen ze terug moest denken aan haar aangeslagen toestand waarin ze had overwogen een tas in te pakken en te vertrekken. Alleen bracht haar verstand haar weer met beide voeten op de grond. Waar moest ze heen? Ze had Anna en daarmee dus ook Adam, die steeds meer haar leven in zijn hand kreeg. Ze had ook Issam die met moeite rond kwam en het laatste dat ze wou was hem tot last zijn. Nog een zucht ontsnapte aan haar lippen toen ze Adam van binnen razend vervloekte. Ze was niet boos omdat hij haar constant beledigde, ze was boos omdat ze zichzelf wijs probeerde te maken dat zijn giftige woorden haar niets deden en toen ze erachter kwam dat de waarheid anders lag kwam ze zichzelf tegen. Anna legde nog een warme wafel op haar bord en tikte haar aan toen ze dwars door een muur bleek te staren. 'Slecht geslapen?' Vroeg ze met een brede glimlach. 

Safia lachte alsof ze last had van kiespijn en knikte slechts afwezig waarop ze naar een pot jam greep die ze open probeerde te draaien. Ze keek daarbij niet op of om naar Adam die op dat moment strak in pak de keuken binnen stapte. 'Goedemorgen.' Zei Anna beleefd, Adam humde als reactie terug en liet zijn ogen toen op Safia vallen dat met klamme handen haar pot nog steeds probeerde open te krijgen. Het schaamrood besteeg haar toen een paar glimmende schoenen in haar gezichtsveld vielen. Met een brok in haar keel hief ze haar gezicht op, haar grip verharde daarbij om de pot jam toen ze recht in zijn donkerblauwe ogen blikte. Haar hart bonsde gevaarlijk hard tegen haar ribben toen een donkere waas over zijn ogen gleed. Met op elkaar geklemde kiezen probeerde ze haar aangespannen spieren te ontspannen toen ze terug moest denk aan de lelijke woorden die hij haar gisteren had toegesnauwd. Zonder iets uit te brengen trok hij de pot confituur uit haar handen die hij zonder moeite voor haar opende waarop hij rechtsomkeer maakte en provocerend plaats nam aan de lege kruk tegenover haar.

Hij ontbeet nooit in de keuken, schoot haar opeens binnen en dat, dat was het punt waarop haar felgroene ogen omhoog schoten en weer zijn gesloten blik vonden. Anna was immers net zo verbaasd toen ze hem aan het aanrecht zag zitten. 'De tafel in de woonkamer is gedekt en-.' Adam hief zijn hand op. 'Ik zit goed hier.' Zei hij slechts waarop zijn ogen nogmaals die van Safia vonden dat niets van zijn wisselvallig gedrag begreep. Ze liet daarom ook haar handen op haar schoot vallen en wendde haar gezicht van hem af. Anna bekeek het tweetal zuchtend en keerde zich weer om tot het fornuis toen ze merkte dat de lucht tussen hen zwaarder werd. Het moment waarop iemand iets zou zeggen zou betekenen dat ze elkaar in de haren zouden vliegen daar was ze gewoon zeker van. 'Eet je niet? Of wil je dat ik je voer?' Vroeg hij droog terwijl hij zijn kopje koffie volschonk. Safia beet op haar lip toen ze diep van binnen de drang voelde om op te staan en te ontsnappen aan zijn doordringende blik die al die tijd gevestigd was op haar lip waar ze in beet. 

'Doe geen moeite, mijn eetlust is verdwenen toen je besloot om me aan het aanrecht te vergezellen.' Glimlachte ze poeslief, met de nadruk op de plaats waar hij zich momenteel bevond. Alsof ze daarmee duidelijk maakte dat zijn actie niet onopgemerkt aan haar voorbij ging. Anna draaide zich nogmaals over haar schouder om en voelde zich voor het eerst het derde wiel in de keuken. 'Ben je vol van me of ben je te trots om uit die pot te eten?' Vroeg hij wenkend naar de open pot jam die ze met geen vinger had aangeraakt. Haar been trilde opeens onder tafel toen ze doorkreeg dat hij de spot met haar dreef. Vol van hem? Dacht ze verwilderd. Dat zou je willen verwaande schoft, had ze hem willen zeggen maar ze koos ervoor om die woorden in het bijzijn van Anna achterwege te laten. 'Weet je wat Adam? Misschien moet ik je eens je zin geven zodat je je mond tegen me dicht kunt houden.' Zei ze kalm. Ze vouwde haar armen strak tegen haar borsten toen zijn ogen uiterst langzaam over haar gezicht gleden. Alsof hij haar aan een grondige inspectie wierp om te zien of het gebeuren van gisteren haar nog steeds dwarszat. En natuurlijk was dat wel het geval constateerde hij voldaan. 

'Wil je nu dat ik zeg dat ik vol van je ben?' Vroeg ze gemaakt. 'Of wil je horen dat ik te trots ben om te eten van de pot die ik dankzij jouw spierballen open heb gekregen?' Rolde ze met haar ogen, wetende dat ze in plaats daarvan de neiging had om haar glas fruitsap in zijn gezicht te gooien. Adam grijnsde geamuseerd en nipte vervolgens van zijn zwarte koffie. 'Ben je boos?' Vroeg hij kort. Ze perste haar lippen op elkaar en wist gewoonweg dat hij nu haar uithoudingsvermogen uittestte. Haar opvliegende karakter stond er bekend mee hem al een sneer te hebben gegeven. Maar toen ze de blik van Anna zag, dat deed alsof ze niets hoorde om daarna uit de keuken te verdwijnen slikte ze haar zelfverzonnen scheldwoorden weg. 'Of durfde je gewoon niets in het bijzijn van Anna te zeggen?' Vroeg hij honend. Ze vloekte binnensmonds om zijn oplettendheid. 'Ik breng tenminste respect voor haar op, jammer dat ik niet hetzelfde over jou kan zeggen.' Glimlachte ze gemaakt. Adam zette zijn kopje koffie uiterst langzaam neer op tafel, de dreiging die daarmee van hem afsloeg was voelbaar. 

'Ik bedoel, zelfs met jouw asociaal gedrag probeert ze me nog te overtuigen dat je ergens in dat bedorven hart van je een greintje menselijkheid hebt. Verdient dat geen respect? Of ben je te trots om dat toe te geven?' Sprak ze hem gedurfd na, maar toen ze de brandende hitte van zijn vuurspuwende ogen voelde smolt haar zelfvertrouwen in een vingerknip weg. 'Anna had met liefde je lovende woorden aan willen horen. Spreek je de volgende keer in haar bijzijn uit. Hou jezelf vooral niet in, Amrani.' Zei hij duister terwijl hij langzaam uit zijn stoel omhoog kwam. Haar hart klopte nu in haar keel toen hij met wel overwogen passen haar kant opliep, zonder hun oogcontact te verbreken, alsof hij daarmee een prooi besloop om zijn wolventanden daarna in haar nek te zetten. 'Hecht alleen niet te veel waarde aan de nieuwe mensen die je hier leert kennen. Voor je het weet wil je niet meer weg en dat is het laatste dat ik moet hebben.' Vervolgde hij bitter. Safia voelde zich geïntimideerd door de wijze waarop hij op haar neer sprak omdat ze nog steeds op haar kruk zat waardoor ze zich nog veel kleiner voelde tegenover hem. Hoe bang ze nu ook was, niets weerhield haar ervan om hem op zijn nummer te zetten.

'Maak je geen zorgen. Ik kan toch niet wachten op de dag waarop Fadoua beter word zodat ik mijn spullen kan inpakken en kan vergeten dat ik ooit te maken heb gekregen met een verwaande Adam Benali.' Diende ze hem van repliek. 'Ik beloof je dat je me niet snel zult vergeten, Safia.' Zijn belofte meende hij, alleen vatte Safia deze niet op zoals hij die bedoelde. Het was immers dit moment waarin hij voor het eerst openlijk en indirect te kennen gaf dat hij wraak nam. 'Ergens heb je een punt. Er zijn namelijk twee soorten mensen die ik nooit vergeet. De mensen die goed voor me waren en de mensen die misbruik hebben gemaakt van mijn situatie.' Zei ze bot alsof ze erop uit was hem duidelijk te maken dat hij tot de tweede categorie behoorde. Adams donkere ogen hielden haar in zijn greep. Alles in haar wou twee stappen naar achter nemen maar toen ze zag hoe hij moordend dichterbij kwam om haar dwars te zitten bleef ze stokstijf stilzitten op haar krukje. 'Ik wil ook niet op een andere wijze herinnert worden door jou.' Beet hij terug om haar simpelweg in het nauw te drijven. Ze vernauwde haar ogen tot spleetjes toen hij haar diep in de ogen aankeek. Waarom voelde ze zich opeens omklemd door zijn houding vroeg ze zichzelf angstig af? En toen hij uit het niets brutaal grijnsde en haar straal voorbij liep keerde ze zich verwilderd, over haar schouder, om, om hem vervolgens verward na te kijken.

Hi diva's
Hierbij deel 25! Wat vinden jullie? Laat je aub een comment en sterretje achter? Zou ik echt op prijs stellen!
Dikke kus
writewithme_18 🥀

ForbiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu