De onrust die in Safia woedde nam toe terwijl Adam zelfvoldaan zijn imperium binnenstapte. Haar woorden, waarin ze hem indirect had afgewezen, spookten nog na in zijn verstand, de tranen die in haar blonken schenen voor zijn ogen als een herinnering aan dat desbetreffende moment waarin hij voor even een schuldgevoel had voelen opdrijven dat hij meteen aan de kant had gesmeten. Hij zou zich niet laten leiden door emoties, hij was en bleef een man van het verstand die doelbewust handelde om het haar zo moeilijk mogelijk te maken. Hij haalde zijn blik af van zijn horloge en vertraagde zijn pas toen David zijn kant op kwam lopen. 'Annuleer elke vergadering die voor vandaag ingepland staat.' Maande Adam monotoon terwijl hij afstevende op de lift die hij instapte, met David naast hem. David schraapte zijn droge keel en duwde de vijfde etage in. 'Adil wacht al een tijdje-.'
'Dat weet ik, daarom dat ik je vroeg om elke vergadering te annuleren.' Onderbrak Adam hem verveeld. Zijn ogen vielen op de rode cijfers die langzaam omhoog gingen waarop hij weer recht voor zich uitkeek. 'Of wou je weten waarom ik te laat ben?' Vroeg Adam tartend, denkend aan Safia dat steeds meer zijn leven bleek te beheersen, zonder dat hij dat inzag. Het was niet alleen haar opstandige houding die hem tot haar aantrok, het was haar trots die hij wou buigen, haar eer waar zijn ogen op gebrandmerkt zaten sinds die bewuste dag waarin ze elkaar voor het eerst zagen. 'Safia.' Liet hij vallen. 'En Adil is ook niet bepaald iemand waarvoor ik me zou haasten.' Sprak hij uit waarop David zijn stropdas fatsoeneerde die opeens veel strakker bleek te zitten rond zijn nek na het horen van de wraakzuchtige toon in zijn stem. Adil die op hem stond te wachten dreef Adam tot het uiterste, de toestand van zijn moeder en de dood van zijn vader zoefden over zijn netvlies als een koude herinnering aan het gezin dat zijn dierbaren had benadeeld. Adam keek vlijmscherp op toen de liftdeuren opengingen en stapte vervolgens uit.
David bleef moedeloos staan en slaakte een bezorgde zucht toen de liftdeuren weer dicht gleden, hij wist dat het geen zin had om hem nog te redetwisten. Het laatste dat hij immers zag was Adam die zijn kantoor vastberaden binnenstapte. Het gekraak van zijn deur deed Adil langzaam opkijken, die met over elkaar geslagen benen in een fauteuil zat en niet eens de moeite nam om op te staan. Adam liet de deur achter zich in het slot vallen, de gesloten blik die zich in zijn ogen ontwaarde deed Adil in zichzelf keren. Ze hadden elkaar nooit eerder ontmoet, buiten op bedrijfsevenementen waarin hun interactie niet verder kwam dan een stevige handdruk of een knikje. Alleen had Adam daar altijd verandering in willen brengen, hij wou zijn vijanden zo dicht mogelijk bij zich hebben. 'Goedemorgen.' Zei Adam kort, de neerbuigende toon in zijn stem ontging Adil niet die nu opstond uit zijn stoel nadat Adam voor hem kwam staan. Adil die gemaakt lachte stak zijn hand uit naar Adam die zijn hand ferm aannam. 'Goedemorgen.' Antwoordde Adil hooghartig die zich bewust werd van de stevige greep van Adams hand die hem na een paar tellen losliet.
'Ik hoop dat je niet al te lang moest wachten?' Zei Adam, ze wisten beiden dat hij doelde naar die bewuste dag waarin Adil zijn afspraak niet nagekomen was. Adam wees hem zijn stoel aan, liep om zijn bureau en nam vervolgens plaats in zijn stoel. Zijn ogen blikten recht in de bruine ogen van Adil die sinds de binnenkomst van Adam elke handeling volgden die hij maakte. 'Wat brengt jou hier? Laatst werd me vertelt dat je niet kwam opdagen en nu kon je niet wachten om me te zien?' Vroeg Adam denigrerend, zijn stem bulderde door zijn werkkamer waarin een snijdende spanning hing. Adil verschoof zich in zijn stoel en wierp kortstondig een blik op het naamplaatje dat midden op zijn bureau gestationeerd stond: "A. Benali". 'Ik had je graag op een andere wijze willen leren kennen, ik heb namelijk veel goede dingen over jou gehoord. Jammer dat het voor nu op deze wijze moet.' Zei Adil, zijn ogen gleden over het koele interieur van Adams kantoor waarop hij gemaakt grijnsde. Zijn handen die hij over de leuning van zijn stoel had geslagen vormde hij uiterst langzaam tot vuisten.
'Ik denk dat je weet wat me hier brengt alleen heb ik het vermoeden dat je dit van mij wil horen. Waarom is dat zo?' Vroeg Adil scherp, zijn ogen die omhuld werden door rimpels vonden nogmaals die van Adam die arrogant achterover geleund zat in zijn stoel. 'Ik ben gul op een zekere hoogte, ik bied alleen geen hulp zolang dit niet van mij gevraagd word.' Diende Adam hem van repliek terwijl hij nonchalant met zijn pen speelde. Adil glimlachte breed zonder dat die bewuste glimlach zijn ogen bereikte. 'Ik ben hier niet omdat ik hulp nodig heb, ik ben hier voor een verzoek.' Antwoordde Adil terwijl zijn hand over zijn grijze stoppelbaard streek. 'Wat maakt dat uit? Het gaat erom dat je mijn tijd krijgt, niet iedereen kan daarop rekenen.' Adil trok zijn wenkbrauwen quasi verbaasd op en nipte vervolgens van zijn glaasje water dat op het tafeltje tegenover hem stond. 'Wat maakt mij bijzonder?' Vroeg Adil met een bespottelijk ondertoon in zijn stem.
![](https://img.wattpad.com/cover/327658408-288-k23723.jpg)
JE LEEST
Forbidden
Romance'Anders wat?!' Viel ze tegen hem uit. Adam greep haar ruw vast en kuste haar tegen haar wil. Ze sloeg hem op zijn borstkas en trok zichzelf met geweld terug. Met een gejaagde ademhaling hief ze haar hand op om hem een klap te verkopen alleen was hij...