36

326 22 16
                                    

De echo van de veiling klonk nog na in Adams gedachten, maar niet op een manier die hem stoorde. De overwinning van Adil en Leyla had aan de oppervlakte misschien als een verlies gevoeld, maar Adam wist beter. Dit was slechts een stap, een zorgvuldig geplaatste zet in een spel dat veel groter was dan zij konden bevatten. De nederlaag was niets meer dan een bewuste opbouw naar zijn eigen einddoel. Een oude kennis, Maher, was daar het levende bewijs van. Iets verderop, onder een klein afdakje van het recherchebureau, stond Maher, met een sigaret losjes tussen zijn vingers geklemd. De rook kringelde traag omhoog en mengde zich met de regen die onophoudelijk van het afdak druppelde. Adam observeerde hem even, zijn blik strak, terwijl zijn gedachtes dreigden af te dwalen naar herinneringen die hij diep had weggestoken. Hij was hier niet zonder reden. Maher was verbonden aan een oud hoofdstuk dat Adam nooit had afgesloten: de zaak van zijn moeder, Dalila Kadmi. Een dossier vol halve antwoorden en onopgeloste vragen die nog steeds als een zware last op zijn schouders drukten. 

Zelfs met alles dat hij nu over haar wist voelde het alsof de mist rond haar huidige toestand nooit zou optrekken. Adam zuchtte en zette vervolgens de koplampen van zijn auto aan. Het felle licht flitste door de regen en trok Mahers aandacht. De man onder het afdakje keek op, zijn blik langzaam verschuivend naar de auto, terwijl hij een laatste trek van zijn sigaret nam. Maher knipperde traag, alsof hij zich al bewust was van iemand die hem in de gaten hield. Maher liet de sigaret vallen, trapte hem nonchalant uit onder zijn schoen, en stapte met een onderdrukte grijns richting Adam. Terwijl Maher dichterbij kwam, bleef Adam in stilte zitten met zijn vingers om het stuur geklemd. Met een lichte knik, in de richting van de auto, groette Maher hem kort en zakte vervolgens iets door zijn knieën, terwijl hij het raampje aan de bestuurderskant met een kort klopje aantikte. Adam drukte het raam naar beneden, de regen druppelde zachtjes naar binnen, en hun blikken ontmoetten elkaar voor het eerst sinds lange tijd.

'Waar zijn mijn bloemen?' Begon Maher met zijn gebruikelijke nonchalance terwijl hij de achterbank onderzoekend bekeek. Adam vernauwde zijn ogen tot spleetjes, zijn houding beheerst en koud. 'Wil je rondlopen met een gebroken kaak?' Vroeg Adam indringend. Maher keek hem even aan, alsof hij de ernst van Adams woorden probeerde te wegen, en toen barstte hij plotseling in een schaterlach uit. Adam wendde zijn blik geïrriteerd af en zette vervolgens de ruitenwissers van zijn auto aan, toen de regen begon te luwen. 'Stap in.' Beet Adam hem toe.
Maher grijnsde nog steeds breed terwijl hij de deur van de auto opentrok en instapte. De geur van sigarettenrook en natte asfalt drong zich meteen op, vermengd met de lichte geur van het leer in Adams auto. Maher sloeg de deur dicht en keek Adam aan met een geamuseerde blik. 'Waarom zo opgefokt?' Vroeg hij grinnikend. 'Je moet echt eens leren ontspannen, vriend. De laatste keer dat ik je had gezien wou je mijn enkel breken omdat je je stoorde aan de manier waarop ik liep. En nu mijn kaak?' Vroeg hij hoofdschuddend, Adam tikte lichtjes tegen het stuur om zijn zelfbeheersing nu niet te laten varen. Hij kende Maher, een man van omwegen die liever de echte reden achter Adams komst negeerde. Maher was misschien opgetogen maar onder die laag van triomf zat een hoop stress. En dat gegeven werd ook meteen bevestigd toen hij zijn sigaretten uit zijn jaszak trok. Hij hield het pakje uitnodigend omhoog aan Adam, die afwijzend zijn hoofd schudde. 'Ik ben gestopt.' Zei Adam kortaf. 

'Gestopt? Mijn neus, dat zei ik twee weken geleden ook, maar zie me nu hier zitten. Ze zeggen niet voor niets: eens een roker altijd een roker.' Adam drukte het raam zwijgzaam nog verder naar beneden toen Maher zijn sigaret aanstak en hier een lange trek van nam. Een schaduw van onzekerheid trok over Mahers gezicht nadat Adam nog steeds geen woord zei en dat was het punt waarin Maher besloot om het over een andere boeg te gooien om de spanning tussen hen te verlichten. 'Heb je Kawtar gezien?' Vroeg Maher glimlachend. Adams gedachtes dwaalden kort af naar Adils persoonlijke assistente om daarna zijn schouders op te halen. 'Ik ben haar tegengekomen maar ik heb haar niet gezien.' Antwoordde Adam verveeld, duidelijk ongeïnteresseerd in Mahers liefdesleven. Maher fronste diep om Adams woorden, alsof hij enige vorm van logica in zijn uitlatingen zocht. 'Vind je het goed als ik doe alsof ik je begrijp?' Vroeg Maher verward. 

ForbiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu