Morning at the Burrow

38 4 11
                                    

Al vroeg kom ik de volgende ochtend de trap af lopen.

"Goedemorgen," mompel ik zacht als ik de keuken inkom en mevrouw Wemel al druk in de weer zie. Mijn ogen schieten even naar de klok, het is pas zeven uur en toch is ze al druk in de weer. Met een brede glimlach draait ze zich om als ze me heeft gehoord, "goedemorgen liefje," ze zwiept met haar toverstok en het brooddeeg zet zichzelf in de oven.

"Remus is ook al wakker," ze knikt even naar de huiskamer. Die uitnodiging neem ik aan en ik loop naar de kamer waar Remus al in een Profeet zit te lezen.

"Goedemorgen."

Hij kijkt op als ik in de stoel tegenover hem plof en een been optrek. "goed haar wel," glimlach ik vaagjes.

Meteen haalt hij een hand door zijn haar, "lekker geslapen?" vraagt hij.

"Ging wel," antwoord ik een tikje afstandelijk. In mijn dromen werd ik weer geplaagd door nachtmerries. Het is een wonder te heten dat ik niet schreeuwend wakker ben geworden.

"En jij?" ik glimlach, "naast Sirius?"

Hij knippert met zijn ogen en kijkt me aan, "eh-" Hij lijkt een tikje opgelaten als hij me aankijkt.

Nu kijk ik hem geïnteresseerd aan, "niet om het een of ander, Remus, maar ik had het idee dat er- iets speelde. Ik mocht gisteren van Sirius namelijk vooral niet aan je vragen of het bij jullie bij slapen is gebleven."

Meteen zie ik zijn oren rood worden en ik moet moeite doen mijn lachen in te houden. Ik wil het niet erger maken dan dat het misschien al voelt voor hem, maar zijn gezicht spreekt boekdelen.

"Oh- aha,' zegt hij, duidelijk in verlegenheid gebracht. "Nou eh-" hij kijkt me aan en het amusement moet op mijn gezicht te lezen zijn want hij rolt de krant op en geeft me een lichte tik op mijn hoofd, "als je het al zo zeker weet, waarom wil je het dan weten?"

"Humor me," grijns ik en ik sla de krant uit zijn hand, "zo erg is het toch niet?"

"We hebben niet-niet iets gedaan. Maar voor zover ik weet hebben we prima geslapen, dank je," zegt Remus wat bedeesd. En hij pakt de krant van de vloer.

"Waarom maakt je dat zo verlegen?" vraag ik en ik tik hem even tegen zijn voet met die van mij, "het is toch alleen maar fijn dat je in tijden als deze iemand hebt waar je lief en leed mee kunt delen?"

"Hm," mompelt Remus en hij slaat de Profeet weer open, "het punt is dat Sirius nogal- wispelturig kan zijn. En grote risico's neemt als het gaat om zijn familie en vrienden beschermen."

"Dus je maakt je zorgen om hem?"

Remus kijkt weer even over de Profeet heen, "ik maak me altijd zorgen om Sirius," zegt hij timide.

Ik frons, wacht even, dat heeft Severus toch ook eens tegen mij gezegd? "Hoort dat er niet bij als je verliefd bent?" vraag ik.

"Hmhm," krijg ik als vaag antwoord.

"Is dat een "ja" of een "nee"?" vraag ik door.

"Dat is een ja, het hoort erbij," hij zucht, "Maar dat wilt niet zeggen dat dat het makkelijker maakt, Robin," mompelt hij.

Ik bijt op mijn lip en vraag niet verder. Uiteindelijk sta ik op een loop naar de keuken en ga mevrouw Wemel helpen bij het voorbereiden van het ontbijt.

Magisch laat ik de tafel zichzelf dekken en ik zorg voor verse jus.

Het is tegen achten als iedereen een plekje aan tafel heeft gevonden en we kunnen ontbijten. Sommigen nog lekker in hun pyjama. Wat kan, want het is vakantie.

Lost in Harry Potter REWRITEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu