Merope's Memory

42 5 3
                                    

A/N: Ja het duurde even, maar eindelijk weer een nieuw hoofdstuk. Ik had de laatste tijd even geen schrijf-zin of fut. Ook niet nagekeken, want het zijn tien pagina's lol. Have fun my loves. Xxx

------------------------------------------------------------------

Ook de dag die volgt is een mooie. Sirius en ik lopen in de zon naar een veilige plek om te kunnen verdwijnselen.

Ik heb niet veel gezegd de hele ochtend. Omdat ik me mentaal probeer voor te bereiden op wat er zou kunnen gaan gebeuren vandaag. Gaat Perkamentus eindelijk eens besluiten de volle waarheid te vertellen? Of gaat hij me weer met halve opschepen? Op dat laatste zit ik absoluut niet te wachten. Bovendien, als hij het ook maar probeert zal ik dreigen hem in de fik te zetten.

"Rob? Alles goed?" hoor ik naast me.

"Hm. Ik probeer me voor te bereiden op alles dat er zou kunnen gebeuren vandaag," zeg ik vaagjes. "Niet in de laatste plaats gevangen genomen kunnen worden door de Dooddoeners die op dit moment in het kasteel verblijven."

"De Kragge's bedoel je? Hm, zolang we voorzichtig te werk gaan lijkt me dat dat geen probleem hoeft te zijn," zegt Sirius. Hij klinkt opgewekt en uitgerust. Iets dat ik vandaag helaas niet met hem deel.

Een schoppend kind is leuk, tot het midden in de nacht gebeurd en je heilige slaap verliest. Niet zeuren. Als je kind er eenmaal is houd je helemaal weinig slaap over! Spreek ik mezelf meteen ook weer streng toe.

Sirius kijkt om zich heen. Op de plek waar we nu zijn komt vrijwel niemand. En als iemand deze plek al weet te vinden zijn ze vaak verdwaald. Dus hier is het veilig genoeg om te verdwijnselen. Ik pak zijn hand en we verdwijnen in het niets. Op naar Zweinsveld.

Bij Het Krijsende Krot komen we weer tevoorschijn. Hier is het alarm niet ingesteld dus is het veilig verder overleg te plegen.

"Hoe zie je het voor je dat we Desiderius gaan overhalen?" vraagt Sirius die even om zich heen kijkt om zeker te weten dat we alleen zijn.

"Dat zien we daar wel," zeg ik zacht, "kom."

"Normaal weet je precies wat je doet," sist hij me toe terwijl hij achter me aankomt.

"Om te beginnen; het alarm hier is ingesteld op Harry," zeg ik nuchter, "en het gaat ook af als een van de bewoners van Zweinsveld buiten de avondklok om nog buiten komt. Maar nu is het middag," ik wijs naar Madame Rosmerta, die in de zon op een bankje voor haar café zit. Ogen gesloten en met een beker in haar hand.

We lopen het hek uit en ik heb net mijn voet op Zweinsveld grond gezet, als er alsnog een alarm begint te loeien. Als aan de grond genageld blijf ik staan. Even compleet bevroren dat ze nog een alarm blijken te hebben.

Rosmerta kijkt op en haar ogen richten zich op ons. Sirius is sneller weer bij zinnen dan ik. hij grijpt mijn hand en trekt me mee terwijl hij begint te rennen. Rosmerta is of te verbaast om te reageren, of ze gunt ons de ontsnapping. Want op het moment dat we langs haar rennen neemt ze rustig nog een slok van haar koffie.

"We moeten hierin!" roep ik als ik de steeg naast De Zwijnskop zie en ik nu trek ik Sirius mee. Meteen loop ik achterom, wat ik heb onthouden uit de boeken en bons daar op de achterdeur.

"Desiderius!?" roep ik, niet te hard, mochten er Dooddoeners verschijnen. "Alsjeblieft, laat ons binnen!"

Tot mijn grote opluchting gaat er achter de ramen een lamp aan en wordt er achter de deur met veel sloten gerommeld.

Uiteindelijk staat Desiderius ons weinig geamuseerd aan te kijken. Met een frons, als hij ons ziet. Mij kent hij helemaal niet en Sirius zal hij vast wel kennen, maar Sirius hem niet.

Lost in Harry Potter REWRITEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu