Lets Talk

31 4 9
                                    

A/N: Het kortste hoofdstuk tot nu toe.

-------------------------------------------

Met een briefje in mijn hand loop ik naar boven. En bij een van de ramen blijf ik even staan en kijk naar buiten. De zon schijnt. Maanden verder, zijn we inmiddels. En de zon schijnt al warm over het terrein. Hoewel de dauw nog op het gras te zien is, zijn er al leerlingen buiten en in de verte zie ik een van de Zwerkbal teams oefenen. Vanaf hier kan ik alleen niet zien wie. Hagrid loopt met Muil buiten zijn tuintje te bestrooien en het ziet er heerlijk kneuterig uit allemaal.

Ergens ben ik jaloers, dat de leerlingen hier op deze manier kunnen genieten van de omgeving die Zweinstein te bieden heeft.

Hoe zou het zijn gelopen als ik op hun leeftijd hier terecht zou zijn gekomen? Ik leun op de vensterbank, misschien had ik het dan wel moeilijker gehad, met alle kennis die ik met me meeneem.

En ik ben benieuwd of ik dan überhaupt ooit verliefd zou zijn geworden op iemand. Want Severus lag dan ver buiten alle opties.

Ik glimlach als ik Muil even zie blaffen naar een paar kraaien, die opgeschrikt opvliegen en verontwaardigd kraaien naar de bloedhond. De kraaien vliegen langs het raam waar ik sta en ik kijk ze na tot ze met de horizon verdwijnen.

Ooit vroeg ik me af of ik net als de leerlingen de school net zo goed zou gaan kennen als zij. Die droom is in ieder geval wel uitgekomen.

Sowieso het hier zijn, voelt soms nog steeds als een droom. Het is dat ik pijn kan voelen, anders zou ik echt veel langer aan mezelf hebben getwijfeld. Mijn blik glijd naar het verboden bos. Waar ik ineens een groot zwart uitziend wezen tussen de boomtoppen uit zie komen vliegen. Even kijk ik er met grote ogen naar. Tot- ik me besef dat het een Terzieler moet zijn. Als je Hagrid moet geloven de meest onbegrepen fabeldieren die er zijn. Maar daar durf ik nog wel een paar andere argumenten tegenaan te gooien. Waaronder de weerwolven.

Ineens ben ik me weer bewust van het briefje in mijn hand en opnieuw lees ik het even.

Het krullerige handschrift van Perkamentus leest: Ik moet je zo snel mogelijk spreken Robin.

Ik had het gevonden vlak nadat ik wakker was geworden. Ik ben meteen op pad gegaan, na eerst een briefje achter te laten voor Severus natuurlijk.

Ik ben zijn woorden niet vergeten en ik glimlach opnieuw als ik me voor de geest haal hoe hij erbij had gekeken: "Ik wil je zo dichtbij mogelijk houden, begrepen?"

Natuurlijk ben ik hier afgeleid geraakt. Ik ga dit uitzicht missen, als alles eenmaal in gang is gezet om de tovergemeenschap opnieuw op zijn kop te zetten. Want ik heb zo maar het vermoeden dat dat is waar Perkamentus het met mij over wilt gaan hebben. Dat de strijd er bijna aan zit te komen en dat hij dus zal sterven.

Ik bijt even op mijn onderlip, terwijl ik verder wandel.

"Roomtoffee," zeg ik als ik uiteindelijk voor de waterspuwer bij zijn kantoor sta en het beeld glijdt opzij. Ik loop naar boven en klop op de deur.

"Binnen!"

Als ik naar binnen loop kijkt Perkamentus me met een glimlach aan, "ah, juffrouw Montange," zegt hij. Aha, hij is op de zakelijke tour. Dat betekent dat hij enige afstand probeert te bewaren tussen ons. Goed om te weten.

Hij wijst op een van de stoelen bij zijn bureau en die uitnodiging sla ik niet af, ik plof neer en zwaai even met het briefje.

"Je bent vroeg," zegt hij echter.

"Ik ben laat," glimlach ik, "ik raakte beneden afgeleid door het uitzicht over het terrein."

"Dat heb je wel vaker toch?"

Lost in Harry Potter REWRITEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu