Hoofdstuk 18

817 55 6
                                    


H18 I enjoy long romantic walks... to the fridge.

~~*~~*~~

Een tijdje later lagen Kay en Lila in de zon te drogen. Dat ging best snel met deze enorme hitte. Allebei lagen ze op hun rug naar de hemel te staren. Het was ondertussen al het eind van de middag. Lila begon honger te krijgen, want ze hadden niks als lunch gehad. Haar maag rommelde. Kay hoorde het blijkbaar ook en zuchtte. 'We moeten weer op zoek naar eten ben ik bang.'

'Jup,' gaf ze als antwoord. 'Maar ik heb niks meer bij me.' Lila deed haar ogen dicht en voelde zich erg loom van de warmte worden. De zonnestralen prikten op haar huid.

'Hmm...' Ze hoorde Kay bijna denken. '...zouden er vissen in dit meer zwemmen?' vroeg hij langzaam. Kay rekte zich wat uit en ging rechtop zitten om naar het meer te kijken.

'Geen idee, vast wel... Hoezo?' Oh nee toch, het was toch niet wat Lila dacht dat hij bedoelde. Ze gingen toch geen vìs als avondeten eten?

'Je lust toch wel vis?' Kay keek haar verbaasd aan. Waarschijnlijk kwam dat door de geschrokken blik die ze vertoonde.

'Jawel hoor, maar hoe wil je die ooit gaan vangen én eetbaar maken? Ik ga absoluut geen rauwe vis eten.'

'Nou... we gaan een vuurtje maken,' stelde Kay opgewekt voor. Hij stond met een sprongetje op en keek om zich heen. 'Als jij nou takjes bij elkaar sprokkelt, ga ik iets in elkaar flansen wat ons helpt met het vangen van een vis.'

'Oke dan.' Ook zij stond op en klopte haar broekje af. Ze liep nog op blote voeten door het zand, maar had al wel haar T-shirt weer aangetrokken. Ze waren niet op een of ander exotisch eiland waar het altijd boven de dertig graden bleef. Als de zon straks onderging koelde het waarschijnlijk weer af. Kay liep nog wel zonder shirt, maar dat vond Lila niet heel bijzonder. Een verdere uitleg dan "het fenomeen straalkacheltjes" was er ook niet voor nodig.

Ze grinnikte en liep weg van het water, richting het bos. Daar zocht ze een aantal geschikte takken uit en liep met twee armen vol terug.

Het ging goed, totdat ze struikelde over een steen omdat ze niet kon zien waar ze haar voeten neerzette. Ze viel languit op het zachte zand. De takken lagen overal om haar heen. In de verte hoorde ze iemand heel hard lachen. Fijn, Kay had dus precies haar kant opgekeken toen ze viel. Snel sprokkelde ze alles weer bij elkaar en liep verder.

'Waar gaan we ons kampvuur maken?' vroeg ze, eenmaal bij Kay aangekomen. Hij keek haar nog steeds lachend aan.

'Ik vond daar waar je ze net al had neergegooid wel een goede plek, maar ik wilde je nog even hierheen laten lopen met die berg takken.'

'Hahá, wat grappig,' gaf ze als antwoord. Was ze voor niks helemaal hierheen gelopen. Resoluut liet ze al het hout uit haar handen vallen. 'Dan mag jíj ze nu daarheen gaan brengen.'

Kay negeerde haar compleet en liet zien wat hij in zijn handen hield. 'Tadaa! Mijn zelfgemaakte speer.'

Geïrriteerd zuchtte ze en keek naar de lange stok. Het enige wat eraan veranderd was, bleek de scherpe punt aan één van de kanten.

'En zo wil je een vis gaan vangen?' vroeg ze voorzichtig. Verwonderd staarde ze hem aan. Dat wilde ze weleens zien.

'Tuurlijk!' Hij keek haar ook aan. 'Ik heb het al wel eens eerder gedaan op vakantie. Je weet wel, die ene vakantie in Zuid-Afrika... Toen had ik in elk geval tijd genoeg om het te leren.' Hij stond op en overhandigde de speer aan haar. 'Dan ga ik nu even dit hout op de juiste plek leggen.' Hij gaf haar een knipoog.

'Ja, doe dat maar,' antwoordde ze bazig.

'Yes, ma'am.' Om het af te maken, maakte hij een diepe buiging en liep daarna grijnzend weg - maar niet voordat ze hem nog een flinke stomp in zijn zij had bezorgd.

Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu