Hoofdstuk 19

795 53 13
                                    

H19 Make it happen.

~~*~~*~~

Ze werd de volgende dag wakker met twee armen om haar heen geslagen. Het gaf een fijn gevoel vanbinnen. Nu ze weer helder kon nadenken, besefte ze zich pas dat het gewoon echt waar was; ze was samen met Kay. Het gaf haar nogal een dubbel gevoel. Aan de ene kant was ze superblij met hem en kon ze zich geen beter vriendje voorstellen, maar aan de andere kant... ze liepen hier nog steeds in de onbekende wildernis van de Ardennen. Ze waren nu al tweeënhalve dag op pad en nog verder niemand tegengekomen. Twee keer had ze al de nacht op een bladeren bed moeten doorbrengen. Niet heel comfortabel. Ze verlangde weer terug naar een echt matras met dekens waar ze lekker in kon verdwijnen.

De ochtendzon brandde alweer fel en ze verbaasde zich erover dat ze nog niet verbrand was. Gelukkig had ze zonnebrand in haar tas zitten, want anders had ze hier zo rood als een tomaat rondgelopen. Ze bevrijdde zich uit Kay's armen en liep naar haar tas om zich gelijk in te smeren. Ook al was het plan hem niet wakker te maken, ze hoorde Kay toch overeind komen.

'Goedemorgen Lila,' zei hij zuchtend. Hij wreef in zijn ogen en rekte zich uitgebreid uit. 'Ik denk dat ik maar eens ons ontbijt ga klaarmaken, oftewel vangen.' Hij pakte zijn zelfgemaakte speer erbij. Zwaaiend met de stok liep hij richting het water. 'Ben zo terug!'

Lila besloot in de tussentijd bij het kampvuur te gaan kijken. Het was wat aan het nasmeulen, maar ze zouden het wel opnieuw aan moeten krijgen. Daar wist Kay vast wel weer iets op, verzekerde ze zichzelf. Ze ging op de grond zitten en staarde in de verte. Het was vrijdag. Morgen was de werkweek voorbij en gingen ze weer naar huis. Zouden Kay en zij dan alweer terug zijn? En zouden de anderen op hen wachten? Straks kwamen zij pas morgenavond terug en was iedereen al vertrokken! Ze piekerde echt teveel, maar stel dat dat echt gebeurde. Nee, zei ze tegen zichzelf. Natuurlijk bleven er een paar begeleiders om op hen te wachten. De school kon niet vertrekken zonder twee leerlingen. Die lieten ze hier echt niet alleen achter. Ze móésten gewoon naar hen op zoek zijn op dit moment, dat kon gewoon niet anders.

Alhoewel, het was vreemd dat ze nog niet waren gevonden. Met hoeveel mankrachten zochten ze? Hadden de begeleiders al de politie gewaarschuwd? En hun ouders! Marlou was vast nu ook helemaal in paniek door hun verdwijning. Flynn en zij hadden ongetwijfeld het kamp alweer bereikt. De kans was erg klein dat ze hier óók nog rondliepen, net als zij...

Kay kwam terug met in beide handen hun "ontbijt" van vandaag. Lila keek hem aan en er was iets in zijn blik dat opvallend was. Nieuwe energie.

'Lila, we kunnen hier niet voor eeuwig blijven,' zei hij vastberaden. 'Straks na het eten vertrekken we.' Zo, dat klonk erg standvastig. Het was geen voorstel, eerder een definitief besluit waar hij niet van ging afwijken. Ze stemde er maar meteen mee in.

'Inderdaad, we zijn hier niet voor de lol.'

Hun maaltijd aten ze verder in stilte op. Het werd toch weleens tijd om terug te keren naar de realiteit. Het klonk allemaal net iets te romantisch, met z'n tweeën overleven in een bos. Het was nog net geen onbewoond eiland waar ze waren aangespoeld. Lila verlangde terug naar het normale leven, dit avontuur duurde nu al te lang. Gelukkig kon ze zich geen beter verdwaalvriendje voorstellen dan Kay. Hij wist wel het een en ander over deze survivaltocht. Dat was het namelijk echt wel. Het was geen gewone wandeling meer - het was menens. Ze zouden hier gemakkelijk kunnen doodgaan, wat ze beslist niet wilde.

Lila wilde weer naar school, naar haar huis. Ze wilde met Kay door de school heen lopen, na school met hem afspreken; op date of samen bij iemand thuis een film kijken. Ze wilde hem aan haar ouders voorstellen, maar dit kon allemaal niet. Het liet nog even op zich wachten, maar het zou niet lang meer duren. Dat wist ze negenennegentig procent zeker. Vroeg of laat moesten ze wel iemand tegenkomen die hen kon helpen.

Hand in hand trokken ze even later langs het meer. Ze lieten het meer achter zich en stapten weer dieper de bossen in. Lila keek nog één keer om naar het prachtige plaatje van het glanzende meer. Waarschijnlijk zouden ze hier nooit meer terugkomen... Dat vond ze erg jammer, maar ze moesten door. Ze konden er niet voor eeuwig blijven. Ze moesten op een of andere manier uit het bos ontsnappen.

Elke stap die Lila zette leidde hen misschien wel dichter naar hun redding. Ze moesten nog even doorzetten, maar het zou niet lang meer duren voor ze hun klasgenoten weer konden zien. Met deze gedachten pepte Lila zichzelf een beetje op. Het was een houvast die ze niet wilde verliezen, anders wist ze niet of ze dit nog wel vol kon houden.

Uren liepen ze verder. Telkens heuvel op, heuvel af. Langs enorme bomen, dichtbegroeide struiken, maar niet langs iets wat hen verder kon helpen. Het was bijna om frustrerend om te worden, maar Lila kon zich beheersen. Beide hadden ze er niks aan als één van hen kwaad zou worden; boos op alles wat tot nu toe niet meezat. Ze zag dat Kay het ook moeilijker kreeg. Ook hij begon uitgeput te raken, maar hij zei er niets over. Zelf wist ze wel beter, hij was net zo gesloopt als zij.

Samen doodden ze de tijd een beetje met nutteloze gesprekjes. Op deze manier was het lopen toch nog verdraaglijk en de moeite waard. Het ging meestal nergens over, zoals een nieuwe game die hij laatst had gekocht of iets wat zij nog wilde doen. Ze bespraken de laatste roddels van school die nu allang niet meer nieuw waren. Ze maakten plannen voor toekomstige dates, kozen alvast films uit die in de bioscoop draaiden. Ook hadden ze gesprekken over vroeger. Lila kwam meer dingen over Kay te weten, zoals dat hij en Flynn al vrienden waren sinds groep 1 van de basisschool. Ze waren dus echt onafscheidelijk - nog meer dan dat Marlou en zij waren.

'Wacht, stil eens,' zei Kay plotseling. Hij stopte met lopen en staarde haar aan. Ook zij probeerde te horen waar hij naar luisterde. Ze ving iets op en bedacht wat het geluid kon zijn. Het klonk als het ronken van een motor, zoiets als een uitlaat, heel erg in de verte.

'Hoor ik een auto?' vroeg ze.

'Volgens mij wel.' Kay's gezicht klaarde op. In zijn ogen verscheen een sprankeling van hoop. 'Kom, laten we uitvinden waar het geluid vandaan komt.'

Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu