Hoofdstuk 22

712 52 2
                                    

H22 Everything will be okay in the end. If it's not okay, it's not the end.

~~*~~*~~

Als je gevangen zat had je geen besef van tijd. Het was maar goed dat Lila een horloge omhad, anders was ze zelfs de tijd uit het oog verloren. Alles was verloren. De tijd op haar horloge was hun enige houvast. Het was het enige beetje grip dat ze nog op de gewone wereld hadden. Het dagelijks leven ging maar door, terwijl zij daar onder de grond stilzaten. Het was inmiddels alweer avond, de derde dag dat ze zoek waren. Niemand had hen tot nu toe gevonden en dat zou nu zeker ook niet meer gebeuren.

Dit verlaten gebouw moest wel diep in de bossen liggen, dacht Lila. Anders hadden drugsdealers het nooit uitgekozen als geschikte plek voor het opslaan van hun goederen. Er kwam hier helemaal niemand, geen politie, geen wandelaars. Alleen maar twee onschuldige tieners die hun weg naar de bewoonde wereld zochten. Waarom moesten ze nou net twee drugsdealers in het bos tegenkomen? Veel erger dan dit kon het waarschijnlijk niet meer worden.

Lila's buik rommelde. Het kon dus wel erger. Zouden die mannen ook aan iets van eten denken? Ze lieten hen toch niet hier zonder eten alleen achter? Dan stierven ze samen een langzame dood en zouden ze als skeletten jaren later teruggevonden worden. Van haar hadden die mannen hen dan net zo goed gelijk kunnen neerschieten.

Lila grinnikte, waarom wist ze niet precies. Het zou wel te maken hebben met de donkere ruimte die alsmaar op haar afkwam. Of met het feit dat ze al dagen niets voedzaams had gegeten. Straks begon ze nog te hallucineren en dingen te zien die er niet waren. Ze moest er niet aan denken.

Kay liep nog steeds heen en weer in de kelder. Dat was hij de afgelopen uren de hele tijd al aan het doen. Telkens onderzocht hij elk hoekje en gaatje, op zoek naar een uitweg. Die was er niet, realiseerde Lila zich onderhand, want anders had Kay het intussen wel gevonden, maar hij gaf maar niet op.

Meubels had hij aan de kant geschoven, ze van alle kanten bekeken. Weer teruggeschoven, omdat er niets bijzonders aan te zien was. De schilderijen had hij uit de hoek één voor één ergens anders neergezet. Hij had ze allemaal bekeken en zelfs achter de lijst gezocht naar een sleutel of zoiets. Het luik waar ze aan het begin doorheen waren gekomen, had hij ook al tien keer proberen open te duwen.

Op dit moment leek dat hun enige uitweg, maar de klep zat potdicht. Het hing meer dan twee meter hoog en zonder de trap moest je springen om hem maar even aan te raken. Gelukkig had Kay daar al iets op bedacht en had hij een tijdje terug een oude, antieke stoel eronder geschoven. Hij was erop gaan staan en had tegen het luik geduwd. Tevergeefs. De klep ging al moeizaam omhoog, maar zeer waarschijnlijk hadden de mannen het luik ook op slot gedaan. Dat was ergens wel logisch, anders waren ze geheid ontsnapt. En dat wilde Lila wel, maar die drugsmannen wilden dat natuurlijk koste wat het kost voorkomen.

Lila leunde nog steeds tegen dezelfde pilaar. Ze zat daar maar, was nog niet in beweging gekomen en observeerde Kay. Ze keek hoe hij rondliep en met verloren moeite iets zocht naar wat hen kon helpen. Hij gaf maar niet op, wat duidde op een echte doorzetter. Een goede eigenschap vond Lila, ook al mocht hij van haar dit keer wel ophouden.

Alsof hij haar gedachten had gehoord, stopte hij met nutteloos heen en weer lopen, schoof de stoel weer terug de hoek in en kwam naast haar zitten. Hij zuchtte diep. Blijkbaar had hij zich erbij neergelegd dat ze hier nog wel even zaten - iets wat Lila al veel eerder had gedaan.

Kay keek haar aan, opende zijn mond en was net van plan iets te zeggen toen Lila geluid van boven hoorde komen. Het leken wel voetstappen. Het klonk kil en galmde door het hele gebouw. Iemand liep over de kale plavuizen naar het luik. Ook Kay leek het te horen. Ze wachtten in spanning af. De voetstappen kwamen dichterbij, totdat ze stilstonden. Er werd gemorreld aan het slot van het luik.

Met veel gekraak en gepiep werd de klep omhoog gehaald. Lila knipperde tegen het felle licht. Een lang, donker gestalte stond boven hen, bestudeerde hen. Ze voelde zich bekeken zoals Kay en zij daar zaten; gevangen in een ondergrondse kelder.

Haar angstige gevoelens verborg ze voor de donkere gedaante. Ze ging het hem niet zo gemakkelijk maken dat hij aan haar gezicht kon aflezen hoe bang ze was. Met emotieloze blik staarde ze terug.

Het licht was al iets minder prikkend aan haar ogen geworden, dus kon ze zien wie het was. Het was de lange slungel Matthew. Ook zag ze dat hij iets in z'n handen had.

'Het duo zal wel hongerig zijn,' piepte hij met z'n hoge stem. Matthew gooide twee pakketjes naar beneden - waarschijnlijk met hun avondeten erin.

Kay noch zij zei iets terug. Ook bleven ze zitten waar ze zaten. Matthew keek hen met priemende ogen aan. Wat zou er nu in zijn hoofd rondgaan? dacht Lila.

'Ik ben bang dat jullie hier nog wel een tijdje zullen blijven.' Hij keek hen nog steeds grimmig aan, bestudeerde hun reactie. Die kwam er niet, ze bleven even stil als net. Zuchtend ging de man door zijn knieën en keek de kelder in.

'Luister, jullie hebben je in een lastige situatie gewrongen. Ik laat jullie absoluut niet vermoorden door mijn baas, dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Ik ben een drugsdealer, geen moordenaar,' vertelde hij. Het was even stil en Lila zag hem nadenken. 'Maar tot nu toe hebben we nog geen andere oplossing bedacht voor dit probleem,' ging hij verder. 'Tot die tijd verblijven jullie dus in deze gezellige kelder.'

Matthew stond op en sloeg met een klap het luik weer dicht. In de kelder was het meteen weer pikkedonker.

Lila zuchtte opgelucht. Oké mooi, ze zouden dus niet doodgaan hier. Tenminste, ze hoopte dat die Matthew zich daaraan ging houden. Voor hetzelfde geld had hij alles gelogen, je wist maar nooit... maar toch, hij had hen wel avondeten gebracht. Het beste voedsel waarschijnlijk van deze afgelopen dagen.

Kay kroop over de grond naar de twee pakketjes toe. Nadat hij weer naast haar was teruggeschoven, maakte hij de eerste zak open. Er zat een bakje met rijst in - en het zag er nog warm uit! Het kon niet anders dan dat ze hier ergens een magnetron hadden, dacht Lila. Ze waren te ver weg van de bewoonde wereld om hier met warm eten aan te komen. Ze besloot er verder niet bij stil te staan hoe ze aan warm eten kwamen - lekker belangrijk - en maakte vlug de andere zak open. Hierin zat een bakje saté. Het was echt ongelofelijk dat ze dit zomaar kregen. Lila moest er spontaan van glimlachen.

Ook Kay staarde verrukt naar al het eten dat voor hen lag. Hij toverde plastic bestek tevoorschijn en begon gelijk te eten.

'Wauw, ze hebben werkelijk overal gedacht,' dacht Lila hardop. 'Zelfs aan bestek.'

'Niet praten, maar eten,' antwoordde Kay met volle mond. Ze grinnikte en pakte het andere paar bestek dat nog op de grond lag. Lila nam een eerste hap rijst en werd overspoeld door de heerlijke smaak op haar tong. Nog nooit had ze zo erg van Chinees gehouden.

~~*~~*~~

(A/N) Het moment dat je als schrijfster medelijden begint te krijgen met Matthew, omdat hij heel vriendelijk eten komt brengen, maar al helemaal in elkaar is getimmerd door @rainy_roads



Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu