Hoofdstuk 29

658 52 4
                                    


H29 There are moments which mark your life. Moments when you realize nothing will ever be the same and time is divided into two parts, before this, and after this. ~John Hobbes, Fallen

~~*~~*~~

Lila zat op de vloer van de kamer en staarde naar buiten. In kleermakerszit was ze voor de glazen buitendeur gaan zitten en bekeek alles om haar heen. Haar ellebogen rustte net iets boven haar knieën op haar bovenbenen en haar kin lag op haar gemaakte vuist. Het was stil in de kamer. Nu kon ze rustig alles nog eens op een rijtje zetten. Ze was erachter gekomen dat ze zich in een soort dokterspraktijk aan huis bevonden. De man die hen had opgewacht was waarschijnlijk arts en eigenaar van dit landgoed. Ze hoopte maar dat die man wist wat hij deed. Ze waren niet voor niks helemaal hierheen gereden. Het was veel beter geweest als Kay naar een echt ziekenhuis werd gebracht, maar dan zouden ze natuurlijk niet lang meer in de handen zijn van John en zijn mannen. Dan was binnen no-time de politie bij het ziekenhuis gearriveerd om hen te komen bevrijden.

Een schreeuw klonk vanuit de andere kamer. Dit stelde Lila dus duidelijk niet gerust. Ze wilde niet weten wat Kay daar in de behandelkamer allemaal doorstond, terwijl zij afwezig naar de vrolijk gekleurde bloemetjes buiten zat te kijken. Ze voelde zich bijna schuldig, omdat zij hier voor de glazen deur zat en hij het uitschreeuwde van de pijn... Waarom moest nou net Kay geraakt worden door die kogel en zij niet? Als het mogelijk was terug in de tijd te gaan, had Lila ervoor gezorgd dat zíj op de plek van Kay had gerend op het moment dat het schot werd gelost. Dat had ze echt voor hem over, dacht ze standvastig. Hij kon door zijn verwonde schouder wekenlang niet zwemmen, zijn hele competitie (of waar hij ook aan meedeed) weg. Dit wilde ze hem niet aandoen. Maar het was te laat; ruilen kon niet.

Toen het geschreeuw na vele, tergend lange seconden was opgehouden, was het weer akelig stil in de wachtkamer. Ze was in haar eentje achtergebleven, want Matthew verliet de ruimte na enkele minuten om te assisteren - blijkbaar verzette Kay zich hevig, zoiets had ze iemand horen roepen. Lila wist niet of zij hetzelfde had gedaan als hij, maar Kay liet zich niet zomaar helpen door een of andere dokter. Hopelijk zag hij snel genoeg in dat de mannen hem echt wilden helpen.

Het was eigenlijk best apart dat juist de badguys, degene die Kay hadden beschoten, hem gingen behandelen. Zoiets had Lila niet van criminelen verwacht. Misschien kwam het door wat Matthew gezegd had. "Ik ben een drugsdealer, geen moordenaar."

Veel tijd om er verder over na te denken, was er niet. Matthew kwam weer de voorkamer binnen en vertelde dat ze mee moest komen. Eerst weigerde ze, maar toen verzuchtte Matthew: 'kom mee naar hem.'

Dit liet ze hem geen tweede keer zeggen. Het was maar al te duidelijk wie Matthew bedoelde met "hem" dus spurtte ze naar de deur toe. Het werd eens tijd dat ze weer herenigd werd met Kay, ze kon ondertussen niet meer zo lang zonder hem – niet na alles wat ze al samen hadden doorstaan.

Plotseling besefte ze hoeveel Kay voor haar was gaan betekenen en dacht ze terug aan alle momenten die ze samen de laatste dagen hadden meegemaakt. Ze was non-stop bij hem geweest in het bos, bij het meer, in de kelder, dat het nu raar aanvoelde alleen te zijn. Of beter gezegd: zonder hem.

Matthew begeleidde haar een smalle gang door, eentje die net breed genoeg was voor een brancard. Bij één van de vele dichte deuren bleef hij staan en gebaarde dat ze naar binnen kon. Ze duwde de deurklink langzaam omlaag, stak haar hoofd voorzichtig naar binnen en daar lag hij dan. Kay had zijn ogen gesloten, het leek wel of hij sliep.

'We hebben hem iets moeten geven om hem tot bedaren te brengen, maar wees gerust, hij zal zo wakker worden,' zei Matthew. Lila liep naar een lege stoel naast het ziekenhuisbed waar Kay vredig lag te slapen. Matthew bleef staan in de deuropening, met één hand leunde hij tegen de deurpost.

'De wond is gedesinfecteerd, gehecht en verbonden. Hij heeft heel erg veel geluk gehad dat het een schampschot was en dat er geen belangrijke weefsels zijn geraakt,' vertelde hij. 'De kogel ging dus meer langs zijn schouder dan er dwars doorheen.' Hij draaide zich om en sloot de deur. Toen was het weer alleen hun tweetjes, zoals het de rest van de dagen voornamelijk was geweest. Een doodse stilte hing in de lucht, ondertussen rilde Lila van het idee dat een kogel dwars door Kay's schouder had kunnen gaan. Gelukkig was dat niet gebeurd.

 ~~*~~*~~

Hee mensen, vandaag niet zo lang hoofdstuk. Ik weet niet waarom... of nee eigenlijk wel. Ik wil het boek gewoon niet te snel beëindigen, vandaar meerdere korte hoofdstukken ipv een paar lange. Zo kan ik jullie als lezertjes nog net iets langer vasthouden, ach jaa.



Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu