Hoofdstuk 11

849 61 4
                                    

H11 It's the unexpected that changes our lives.

~~*~~*~~

Ze liepen nog wat rond, maar waar Kay ook heenging, het bospad en Marlou of Flynn vonden ze allebei niet terug. Lila had wel twintig keer het gevoel dat ze al langs die bepaalde boom of struik waren gelopen en toch kwamen ze ook steeds weer uit op onbekende plekken.

Het begon al donkerder te worden, wat erg vreemd was, omdat het nog maar half vijf was. Lila raakte een beetje in paniek. Straks werd het helemaal pikkedonker en dan zouden ze de weg nooit meer terug kunnen vinden. Had ze zelf nou maar ook een beetje opgelet. Dan had zij misschien nog de weg terug naar het pad geweten, maar ze was te druk bezig geweest met het ontwijken van de laaghangende takken en de stekelige doorns van de struiken.

Kay zweeg al de hele tijd. Zou hij zich schuldig voelen omdat het, eerlijk gezegd, zijn fout was dat ze van het pad waren geraakt? Ze wist het niet. Kay was al net zo moeilijk te doorgronden als een piraat die je niet wilde vertellen waar hij zijn schatkist had verborgen. Je kwam nooit achter het geheim.

Lila grinnikte. Kay met een piraat was een mooie vergelijking.

'Binnenpretje?' vroeg Kay onverschillig.

'Ja,' antwoordde ze kort. Gelukkig liet hij het daarbij en vroeg niet wat dat dan was, want ze wist niet hoe ze het aan hem moest uitleggen. Toch raar, want meestal was hij heel nieuwsgierig en wilde hij altijd alles weten.

Hij was vast te druk bezig met zoeken naar iets waar ze wat aan hadden, zoals een pad dat ze konden volgen; een lichtpuntje in de verte dat leidde naar een boswachtershuisje; of nog beter: naar hun kampeerterrein.

'Kay, ik kan echt niet meer. We lopen nu al uren hier met z'n tweeën. Hoelang gaan we nog doorlopen zonder er iets mee op te schieten?'

'Laten we even uitrusten.' Hij liep naar een dikke boom en rustte met zijn rug tegen de enorme stam. Afwezig staarde hij naar voren. Lila koos een omgevallen boomstam uit en zakte er zuchtend op neer.

Nu ze beiden niet meer bewogen werd alles nog stiller om hen heen. Alleen hun uitgeputte adem was heel zachtjes te horen. Een bos zag er 's avonds altijd anders uit dan overdag, vond Lila. Straks maakten de vrolijke, groene blaadjes plaats voor donkere, grillige bladeren. De mooi gevormde takken veranderden in akelige grijparmen. De schaduwen zouden geen fijne zitplekken meer zijn die de hitte van de zon overdag iets draaglijker maakte, maar plekken waar griezelige figuren zich verscholen hielden.

Lila rilde van de kou. Het was koud bij haar vanbinnen en vanbuiten. De haren van haar armen gingen rechtovereind staan en ze moest haar kaken stevig op elkaar zetten om niet te klappertanden.

'Heb je het koud?' vroeg Kay aan haar.

Ze knikte even. Kay keek haar vol medelijden aan. Op dit moment was haar favoriete topje niet datgene wat ze het liefst had aangewild. Het wollige, dikke vest dat nog van haar moeder was geweest, zou ze nu erg prettig vinden. Of haar eigen lekkere warme bed dat thuis op haar stond te wachten als ze weer thuiskwam. Helaas zat haar vest in haar altijd handige, compacte koffer in het huisje en was haar eigen bed ver weg van hier - of nou ja, relatief ver van hier, want zo ver was de Ardennen nou ook weer niet van Nederland verwijderd.

'Als ik een vest of iets dergelijks had, zou ik je die nu geven,' zei Kay. 'Maar jammer genoeg heb ik die niet aan, want het was daar vanmiddag iets te warm voor.'

Lila knikte alweer. Ze begreep het wel. Niemand had kunnen verwachten dat ze 's avonds in de kou nog door het bos zouden lopen - verdwaald nog wel.

Lila keek in haar tas die ze al de hele dag bij zich droeg en zocht naar iets wat Marlou en zij vanochtend in de stad hadden gekocht.

'Waar ben je naar op zoek? Je hebt toch niet toevallig iets bij je waarmee we de weg terug kunnen vinden. Dat had je dan wel iets eerder mogen zeggen.'

Ze negeerde Kay en vond uiteindelijk helemaal onderin haar tas wat ze zocht: twee megagrote chocoladerepen. Eentje voor haar en één voor Marlou. Marlou zou het vast wel begrijpen dat Lila in deze tijden van nood haar chocoladereep aan iemand anders zou moeten geven. Ze toverde de repen uit haar tas en hield ze voor Kay's gezicht.

'Tadaa! Heb jij ook zo'n honger?' vroeg ze.

'Ik rammel,' antwoordde Kay smalend.

In stilte zaten ze hun avondeten op te peuzelen. Een grote maaltijd was het niet, maar het was beter dan helemaal niets.

Lila keek nog een keer op haar horloge. Het was al zeven uur geweest. Ze stond op en liep heen en weer tegen de kou. Hopelijk waren Marlou en Flynn ook niet verdwaald geraakt. Ze schrok van die gedachte. Zouden ze hen zijn wezen zoeken? Dan liepen zij misschien ook nog hier rond. Ze hoopte vurig dat zij het andere pad op waren gelopen en weer bij het kamp terecht waren gekomen.

Al ijsberend wreef Lila over haar armen. Ze sprong nog een paar keer in de lucht en zwaaide met haar armen, maar het lukte niet er warmer door te worden.

'Laten we hier maar wachten tot we gevonden worden,' zei Kay peinzend. 'Nu het donkerder is, gaan we de weg zeker niet meer terug vinden.'

Lila knikte instemmend en haalde een flesje water uit haar tas tevoorschijn. Wat goed dat ze toch zoveel had meegenomen. Ze nam een paar flinke slokken en bood Kay ook wat aan. In plaats van het flesje aan te pakken schudde hij zijn hoofd en zakte langs de boomstam omlaag.

Lila draaide nog wat rondjes, maar gaf het daarna al snel op. De kou had haar volledig overgenomen. Morgen zou ze vast en zeker snipverkouden zijn - zoiets zou haar moeder ook in zulk soort gevallen absoluut aan haar mededelen.

Ze wilde net weer op de boomstam gaan zitten toen ze naast zich een kuchje hoorde. Kay schraapte zijn keel en was van plan iets te zeggen, maar hield toen zijn mond. Ze keek hem vragend aan.

'Wil je anders niet...' begon hij.

Het was even stil en Lila bleef hem nog steeds vragend aankijken. Ze merkte aan hem dat hij naar de juiste woorden zocht.

'Kom anders tegen me aan liggen. Dan kan ik je wat van mijn warmte geven,' probeerde hij zo nonchalant mogelijk.

Lila vond het erg grappig klinken, maar hij keek er serieus bij. Dit was gewoon voor het eerst dat hij iets echt meende en het kwam nogal onverwachts. Ze twijfelde even, maar de ijzige kou gaf daarna al snel de doorslag.

Ze liep naar hem toe en ging voorzichtig voor hem zitten. Hij had één been opgetrokken, de ander niet. Zachtjes liet ze zich toen tegen zijn borst zakken. Hij was inderdaad warm en bijna onmiddellijk had ze het iets minder koud.

Maar vanbinnen gebeurde er ook iets. Alsof haar gedachten haar ineens iets duidelijk wilde maken. Iets wat ze al gelange tijd diep van binnen wist, maar, uit angst, het voor zichzelf had weggestopt. Had ze het zien aankomen? Marlou had haar in ieder geval al een hele tijd geleden gewaarschuwd. Haar gedachten schoten alle kanten op, maar één ding stond onverbiddelijk vast.

Kay vond haar leuk. En niet zo'n klein beetje ook. Dat was de reden dat hij haar altijd plaagde; altijd bij haar in de buurt was. Het klonk allemaal ineens redelijk logisch.

~~*~~*~~

Hee iedereen! Happy birthday to my little sister!! ^_^ XxBabettexX 14 jaartjes alweer...


Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu