Hoofdstuk 20

724 60 6
                                    

Opgedragen aan rainy_roads, omdat ze m'n verhaal al leest sinds het begin - en omdat ze helemaal flipte bij het geluid van de auto. ;)

~~*~~*~~

Snel liepen ze verder. Het geluid werd iets luider en leek steeds duidelijker aanwezig. Ook was het nu zeker dat het van een auto kwam.

Voordat ze het wisten, zagen Kay en Lila iets grijzigs in de verte opdoemen. Het was een gebouw, maar het zag er niet uit als een normaal huis, eerder zoiets als een klein kasteeltje. Of nee, een villa, bedacht Lila.

Het gebouw had twee torens met puntdaken en heel veel smalle ramen in de muren - waarvan overigens van vele het glas was gesneuveld. Alles was van steen gemaakt en het maakte de plek daardoor een beetje griezelig. Het hielp ook niet dat alles in puin lag en het er zo verlaten uitzag. Het geluid van de ronkende motor was ondertussen al opgehouden, waardoor er een kille stilte in de omgeving lag. Het enige wat Lila hoorde was de ijzige wind die opeens langs hen heen waaide. Waar kwam die kou zo plotseling vandaan? Ze kreeg echt de rillingen van deze plek.

'Kay, dit ziet er niet heel fijn uit. Weten we zeker dat het geluid hier vandaan kwam?'

Ze liepen de hoek van het kasteel om en zagen nu de voorkant van het gebouw. Een brede, stenen trap leidde naar een grote houten deur die wagenwijd openstond. Het klapperde door de wind die er tegenaan sloeg.

Een paar meter verderop stond een wit bestelbusje met een open achterdeur stil.

'Auto gevonden,' zei Kay fluisterend. Lila hoorde hem maar net antwoorden, zo zacht zei hij het.

'Kay waarom fluister je?' Het maakte haar nog banger. Was je soms verplicht in dit vreemde oord te gaan fluisteren?

'Ik weet het niet, het zal wel aan deze kille plek liggen,' zei Kay, dit keer iets luider, maar nog steeds voorzichtig.

Ze liepen langzaam naar het busje toe, manoeuvrerend langs alle stukken steen en rotzooi. Dit puin was waarschijnlijk allemaal uit het gebouw, wat nu van dichtbij eerder op een bouwval leek. Lila durfde het nog net geen ruïne te noemen, zo erg was alles afgebrokkeld.

Er zat niemand achter het stuur of op de passagiersstoel, dus liepen ze verder naar de achterkant van de auto. Daar troffen ze een aantal bruine dozen aan. De voorste doos was open, er lag iets in. Nieuwsgierig keek Lila naar de inhoud. Het waren allerlei kleine zakjes gevuld met wit spul.

'Denk jij wat ik denk dat dit is?' vroeg ze zo zacht als ze kon. Ze staarde Kay geschrokken aan.

'Volgens mij wel,' antwoordde hij twijfelend naast haar. 'Het enige waar ik momenteel aan denk is dat dit drugs moeten zijn.' Hij haalde zijn hand door zijn haar en keek haar peinzend aan.

'Moeten we dan niet de politie waarschuwen?' siste ze.

'Ja, en hoe dan?! Allereerst moeten we weg zien te komen uit dit stomme bos. En voordat we dan de politie hebben gewaarschuwd, is deze auto hier allang verdwenen... Ze zullen ons dus nooit geloven dat we dit hebben gevonden.'

Lila dacht na. De kans was inderdaad groot dat de auto met de noorderzon vertrokken was wanneer de politie hier aankwam. Maar ze konden toch ook niet niks doen? Er moest iets zijn, iets zoals... haar camera! Daarmee hadden ze tenminste iets als bewijsmateriaal.

'Ik pak mijn fototoestel wel om een foto te maken. Dan moeten ze ons wel geloven,' opperde Lila. Ze wilde hem al uit haar tas pakken, maar precies op dat moment hoorde ze stemmen uit het gebouw vandaan komen. Ze keek vanachter de autodeur naar de trap voor het pand en zag twee mannen lopen.

De ene man was lang en slank. Hij droeg een T-shirt met daarop een doodskop afgebeeld. Zijn warrige krullen waren net als die van Kay, maar dan zwart. Met zijn lange benen liep hij nonchalant de trap af. De andere man was juist erg klein en flink gezet. Hij droeg een keurig pak, waarvan de knoopjes eruit zagen alsof ze op springen stonden. Hij zag er veel ouder uit, door enorme rimpels over zijn gehele gezicht. In tegenstelling tot de jongere gozer was deze man helemaal kaal geschoren en richtte hij zijn blik nors naar voren. Ze leken in felle discussie met elkaar, maar de kleine man nam het woord en had duidelijk de leiding.

'Ze komen onze kant op! En nu?' vroeg Lila wanhopig.

'Snel hierheen!' Kay sleurde haar mee en duwde hen achter een stapel puin tientallen meters verderop.

Lila's hart ging als een razende te keer en ze probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen terwijl ze richting de auto keek. Kay leek ook gespannen, maar bestudeerde rustig het tafereel dat zich voor hen afspeelde. Één van de mannen (de dikkere man) pakte de voorste doos, bekeek de inhoud en gaf daarna een goedkeurende blik naar de andere man. Deze pakte nog een andere doos en snel daarna liepen ze weer naar binnen.

Kay en zij slaakten beiden een diepe zucht. De kust was weer veilig - voor even, want ze zouden zeker weten terugkomen.

'Oké,' begon Kay, 'we wachten tot ze wegrijden en dan maken we dat we wegkomen.'

Lila herpakte zichzelf van de paniek die net even de overhand had genomen en staarde kalm naar het busje. 'Ja, misschien lukt het me om in de tussentijd een aantal foto's van die twee mannen te maken.'

Ze pakte de camera uit haar tas en hield hem paraat. Als de mannen straks nog een doos cocaïne kwamen ophalen, zou ze zo veel mogelijk foto's maken.

Inderdaad kwamen de mannen even later met lege handen weer terug. Terwijl ze naar de auto liepen was Lila in staat de zijkant van hun gezicht te fotograferen. De mannen liepen naar de achterbak, pakten nieuwe dozen en sjouwden ze weer de trap op.

Plotseling kwam bij Lila een besluit naar boven borrelen: ze moest gewoon terug naar de auto om daar een foto van de inhoud van de dozen te maken. Zonder bewijs van de drugs zou alsnog niemand hen geloven. Ze was nog niet helemaal zeker van haar plan, maar als ze dit nu niet doorzette, zou ze het misschien straks niet meer durven.

De twee mannen verdwenen in het pand. Het was nu of nooit. Ze stond op en wilde terug naar het bestelbusje lopen. Kay hield haar natuurlijk tegen door haar arm vast te pakken. Hij gaf haar een waarschuwende blik.

'Kay, ik moet dit doen,' zei ze dapper, misschien een tikkeltje eigenwijs. 'Zonder een foto van de drugs zal de politie ons niet geloven. Het lukt me wel, laat me dit even snel afhandelen.'

Vlug rende ze richting de achterbak vol met de zakjes coke. Één simpel fotootje maar en weg was ze weer. Het klonk waarschijnlijk echt als gekkenwerk, maar dit moest gewoon even.

Lila opende één van de laatst overgebleven dozen en inderdaad, het lag weer vol met zakjes wit poeder. Ze maakte de foto en keek daarna om naar Kay. Hij was niet te zien achter de berg van puin. Waarschijnlijk zat hij ongeduldig, maar wel vol met spanning op haar te wachten.

Ze draaide zich weer om en keek dit keer naar de grote deur van de oude villa. Er was nog niemand te zien. Dit haalde haar over om nog even ergens anders naar te kijken. Er lagen namelijk nog twee koffers in de achterbak. Deze waren gemaakt van stevig materiaal en hadden een kleinere vorm dan de kartonnen dozen waar de drugs inzaten. Haar nieuwsgierigheid overwon en ze klikte de eerste koffer open.

Haar ogen werden langzaam groot van verbazing. Dit gingen ze toch niet menen? Voor haar lagen niet één, maar - zo vlug ze kon tellen - vijf handpistolen in de koffer. Gauw maakte ze daar ook een foto van en stopte de camera weer in haar tas. Als ze nu niet genoeg bewijsmateriaal verzameld had, dan wist ze het ook niet meer.

Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu