Hoofdstuk 27

628 52 7
                                    

Kay sleurde haar verder mee naar de linkerkant van het gebouw. Samen renden ze de hoek om. Lila kon hun bevrijding al bijna proeven. Het zou niet lang meer duren, dit avontuur zou eindelijk tot een einde komen. Een goed einde. Ze zou samen met Kay thuis komen na een te lange tijd weggeweest.

Maar dit alles viel met een snelvaart in deugen toen ze tegen iets opbotsten. In de haast die ze hadden, struikelde Kay voorover. Het was alsof tonnen ijskoud water over Lila heen werd gegoten. Kay viel recht in de armen van niemand minder dan Tjerk. Oh god, waarom moest hij precies op dit ongelukkige moment, precies hiér op deze plek lopen? Waarom, waarom, waarom in hemelsnaam?!

Oprechte verbazing was van Tjerks gezicht af te lezen en daar maakte Kay handig gebruik van door zich snel van hem af te zetten en door te rennen. Hij greep Lila's hand weer vast en samen schoten ze weg. In die flits van seconden waarin alles gebeurde, had Tjerk zichzelf nog niet bewogen.

Lila had nog nooit van haar leven zo hard gerend. Het was alsof elke energie die ze nog over had van de afgelopen dagen rechtstreeks naar haar spieren gingen. Ze vergat bijna adem te halen, vergat alles uit de omgeving en dacht alleen nog maar aan haar voeten.

Haar voeten die elke stap zorgden dat Kay en zij verder van deze enge plek geraakten.

Haar voeten die elke stap al het puin moesten ontwijken, want als ze viel was het voorbij.

Haar voeten die elke stap omhoog veerden en stof deden opwaaien. Lila staarde naar de grond. Alles om haar heen was wazig. Als ze zich zou concentreren op alleen maar de beweging van haar ledematen moest alles goed komen.

Als een enorme schok, kwam het oorverdovende geknal dat volgde. Het volgende wat Lila zag gebeuren, was dat Kay languit op de grond viel. Tijdens zijn val weerklonk een rauwe schreeuw dat door merg en been ging. Het had iets beangstigends, zat vol met pijn, wanhoop en woede. Kay greep naar zijn schouder en kermde het uit. Hij rolde zich op en draaide verwoed heen en weer.

Lila was gestopt met rennen en aanschouwde alles. Kay op de grond. Tjerk met zijn arm naar voren gericht. Het pistool dat nog narokend in zijn hand lag. Lila zelf deed helemaal niks. Ze stond daar maar, met grote ogen van schrik. Moest ze niet iets doen? Maar er was niets dat ze meer bewust meemaakte. Haar gedachten vielen in een groot, diep gat en kwamen tot nu toe niets anders tegen dan zwarte kilte. Tijd werd slechts een relatief begrip dat niemand begreep. Het bevroor, maar ging tegelijkertijd ongestoord door.

Lila hurkte naast de grote, rode plas bloed die ontstond onder zijn borst. Misschien hurkte ze helemaal niet, waren het gewoon haar benen die het begaven en viel ze voorover op haar knieën. Misschien was er toch nog wel ergens een bewustzijn, dat maar bleef herhalen dat het bij Kay moest blijven. Lila wist het niet. Haar hand ging naar Kay's hand. Zij trilde. Hij trilde. Misschien trilden ze wel allebei. Onder geen beding zouden die handen elkaar meer loslaten.

Lila wist niet hoelang ze zo zat. Voor haar leek het een eeuwigheid te duren voordat er ook maar iets in de omgeving veranderde, toch kon het niet langer dan tien tellen geweest zijn. Alles om haar heen was troebel, het enige wat ze maar al te scherp voor zich zag was een borstkas die veel te snel op en neer ging. Een grote, sterke hand trok haar toch ineens weg. Ze kon het niet voorkomen, maar haar hand glipte weg uit die van Kay. Het voelde alsof een onmisbare verbinding losgetrokken werd, zo leeg werd de palm van haar hand plots. Ze sloeg om zich heen, hopend dat de greep om haar arm verslapte.

'Nee!' Er klonk nog een schreeuw, vol met emotie. Dit keer was het niet uit fysieke pijn, maar pure wanhoop. Was het dan haar eigen geschreeuw dat ze hoorde? Ze wist het allemaal niet meer.

Lila werd in de laadruimte van een busje gegooid. De deur ging met een klap dicht. Om haar heen was alles plots zo donker. Net als haar gedachten, net als haar hart. Ze hoorde iemand heel zwaar ademen tot ze erachter kwam dat ze het zelf was. Het lukte haar niet haar ademhaling onder controle te krijgen.

Ze kroop door de zwarte ruimte en probeerde op de tast de achterklep van het voertuig open te maken. Ze faalde. Ze zat gevangen in het witte bestelbusje dat Kay en zij buiten hadden zien staan.

Geluiden van voetstappen en stemmen klonken dwars door het metaal van het busje. Het waren vlugge voetstappen die denderden over het terrein. De stemmen klonken voor Lila zacht, maar in werkelijkheid moesten ze woest en luid zijn geweest. Ze ving flarden van het gesprek op.

'...je nou weer gedaan?!'

'...kon er niks aan doen ... ontsnapten ... moest wel...'

Lila hoorde een paar scheldwoorden waarvan ze nooit geweten had dat ze bestonden.

'Bel Rick! Zeg dat ... spoedgeval...'

Iemand rende met snelle passen weg.

'... vertrouwen! We moesten hier allang weg zijn!'

De laatste zin drong bij Lila maar al te goed door. Hierna zouden ze op een nog onbekendere plek zijn beland als ze geen poging hadden ondernomen te ontsnappen. Een plek waar ze nu gelukkig niet waren, maar desondanks had ze zo'n vreemd onderbuikgevoel gekregen dat het Kay en haar toch niet gelukt was. Zij was weer gevangen en Kay... Ze drong haar heen-en-weer schietende gedachten terug, omdat het idee van wat Kay nu allemaal doorstond haar misselijk maakte. Waarom was zij niet degene die geraakt was?

Een bibberende zucht ontsnapte aan haar lippen. Wat ging er nu met hen gebeuren? Het lag erg voor de hand dat de mannen hun zin zouden krijgen, iedereen zou in het busje stappen en vertrekken. Die mannen konden niet veel langer meer wachten of de politie zou hier met man en macht staan. Als troost onthield Lila maar dat ze in ieder geval voor wat vertraging hadden gezorgd. Maar waar ze dan nu heen gingen? Bestemming onbekend.

De deur ging weer open en Lila werd verblind door het felle licht van buitenaf. Ze kon twee silhouetten onderscheiden van John en Tjerk. In hun armen droegen ze Kay. Kay! Hij hing als een levenloze pop met zijn hoofd naar beneden. Het was verschrikkelijk hem zo te zien.

De mannen schoven hem naar binnen. Lila legde gelijk zijn hoofd op haar schoot en hield hem stevig vast. Kay leek nog bij bewustzijn, maar was alsnog erg ver weg. Lila schrok toen Kay plotseling zijn hand op de hare legde. Ze reageerde meteen door erin te knijpen en suste hem door allerlei lieve woordjes toe te fluisteren. Heel even leek het net alsof er ondanks alle pijn, een lichte glimlach op zijn gezicht verscheen, maar het was zo kort dat Lila daarna niet zeker wist of ze het zich nou verbeeld had of niet.

Het busje begon flink te schudden door de motor die startte. Met piepende banden scheurden ze daarna weg.

Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu