Hoofdstuk 21

751 52 9
                                    

H21 In the end, we only regret the chances we didn't take.

~~*~~*~~

Lila sloot de koffer en legde alles weer zorgvuldig terug zoals het eerder had gelegen. Die twee mannen mochten absoluut niets van haar korte bezoekje merken. Als de spullen niet precies hetzelfde lagen, werden ze misschien achterdochtig. Dan wisten ze dus dat er iemand in de buurt moest zijn – en dat was nou net wat Kay en zij niet wilden. Ze keerde zich weer om richting de plek waar ze beide verstopt zaten, maar deinsde toen verschrikt achteruit.

Ze stond oog in oog met een van de drugsmannen.

De lange, slungelige jongen staarde haar aan. De verbazing was van zijn gezicht af te lezen. Hij had waarschijnlijk ook absoluut niet verwacht een meisje hier bij zijn auto te zien. Even stond de tijd stil, keken ze elkaar beide bevroren aan. Maar toen kwam hij in beweging, een fractie van een seconde eerder dan zij deed. De man pakte haar bij haar onderarm vast. Lila wilde zich gelijk losrukken, maar ze had hem flink onderschat. Ook al was hij lang en mager, hij was absoluut niet zwak.

Ze had hulp nodig. Ze kon niet in haar eentje aan de ijzeren greep om haar arm ontsnappen. Met al het geweld dat ze had, worstelde ze om zich heen. Waar was Kay in hemelsnaam? Waarom had hij niets door?

'Kay!' riep ze zo hard als ze kon. Ze schreeuwde zowat de longen uit haar lijf, maar ze deed niets liever als het haar maar hielp met wegkomen.

'Oh, dus je bent niet alleen?' vroeg de jongen. Hij verstevigde zijn greep en hield haar stevig vast. Zijn stem klonk grappig, alsof hij nooit de baard in de keel had gekregen. Ze zou er zeker om hebben gelachen als ze zich nu niet in deze benarde situatie zou bevinden. In plaats van te lachen, piepte ze door de pijn die hij toebracht in haar arm.

Ze zag Kay naar hen toe rennen. Alles zou goed komen, dacht ze. Hij zou haar bevrijden en samen zouden ze zo hard als ze konden wegrennen. Lila trapte nog een krachtig op de tenen van de man, maar het hielp niets. Hulpeloos.

'Laat haar los!' schreeuwde Kay. Natuurlijk werkte dit ook niet. Hij trapte erop los tegen de man, maar hij leek een pak van ijzer aan te hebben. Zijn greep verslapte niet. Waarom ging alles opeens zo ongelofelijk mis? Het was de bedoeling dat ze ongezien bleven. Nu stonden ze in gevecht met een van de mannen. Een gevecht waarbij ze helaas aan de verliezende kant stonden.

'Blijf staan jullie twee!' Een lage stem donderde door het bos. Het zorgde voor vogels die opvlogen, een rilling op haar rug en daarna voor een doodse stilte in de akelige omgeving. Lila draaide haar hoofd en zag de andere man staan. De kleine, gezette man. Van dichtbij zag ze de rimpels nog gedetailleerder. Ze zorgden voor een norse – en flink boze – uitdrukking. Maar het was niet de blik in zijn ogen die haar beangstigde. Nee, het was het pistool in zijn rechterhand.

Niemand bewoog meer, zelfs de partner van de man met het pistool verroerde zich niet. Sinds wanneer konden mensen zo gemakkelijk aan een wapen komen? Ze dacht dat zoiets alleen in Amerika mogelijk was. Zou hij echt gaan schieten? Ze wilde het risico liever niet nemen en staarde als een piepklein muisje naar de loop van het wapen – dat op haar gericht stond.

'Jullie komen nu met mij mee naar binnen,' eiste de man. 'Geen verkeerde beweging, anders zijn jullie er geweest.'

De ander die Lila nog steeds versteend vasthield, greep snel ook de arm van Kay. Ook al zat Lila nu nog maar met één hand gevangen en had ze wat meer vrijheid dan daarnet, ontsnappen durfde ze niet. Iemand met een pistool maakte diegene erg onvoorspelbaar. Ze wist niet of die man het echt in zich had om hen neer te schieten, maar uitproberen deed ze liever niet. Ook Kay was niet meer van plan zich los te trekken van de lange man, dat kon ze aan zijn gezicht aflezen.

Lost in the woods with that boyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu