Hoofdstuk 27

559 8 0
                                    

louis' pov

we zijn nu in san fransisco, en ik ben heel blij dat sophie me weer vergeven heeft. 'heyy wat gaan we koken?' vraagt ze. 'ik weet het niet, verzin jij maar wat' zeg ik met een glimlach. 'uhh wat dacht je van mexicaans?' zegt ze. 'ja is goed dan moeten we wel even naar de winkel okay?' antwoord ik haar. ze knikt 'leggo' zegt ze terwijl ze haar vans aantrekt. ik trek ook snel schoenen aan en schrijf een briefje dat we boodschappen doen zijn. hand in hand lopen we over straat naar de supermarkt. maar plots trekt sophie me mee in een winkel, bang kijkt ze me aan. 'kijk daar' zegt ze en ze wijst naar een paar mannen, in het midden loopt haar vader. 'shit' mompel ik en trek haar dicht tegen me aan. we lopen helemaal naar achter in de winkel, zodat hij ons niet ziet. 'ik ben bang lou, elke keer als ik buiten ben zie ik hem' zegt ze zachtjes. 'het komt goed schat' zeg ik en druk mijn gezicht in haar haar. na een paar minuten laat ik haar pas weer los en gaan we kijken of we hem ergens zien. als we hem nergens zien besluiten we om snel naar de supermarkt te gaan. 'volgende keer blijf je thuis, dan gaan wij wel' zeg ik geruststellend. 'dat wil ik niet, ik wil ook genieten hier' zegt ze. een zucht verlaat mijn mond, ik begrijp haar heel goed maar ik wil niet dat ze straks weer in het ziekenhuis ligt! 'we zien het dan wel' zeg ik en pak een winkelmandje. we kopen de ingredienten voor de taco's en nog wat chips en popcorn en lopen daarna richting de kassa. ik pak mijn portommonee maar sophie is me voor. ze heeft haar pinpas al in het automaatje. 'sophie, volgende keer betaal ik weer.' zucht ik. 'zien we dan wel' zegt ze en steekt haar tong uit. ik kan een glimlach niet verbergen en geef haar een kus. we lopen weer hand in hand naar huis als ik jeroen zie lopen. 'wacht heel even, ik moet hem spreken' zeg ik. ze knikt begrijpend en ik ren achter hem aan. we zijn nu bijna thuis dus sophie gaat alvast naar huis. ik tik net op zijn schouders als ik een gil hoor. snel draai ik me om en ik zie dat sophie's vader haar vast heeft. maar erger nog hij heeft een pistool tegen haar slaap gedrukt. ik ren naar haar toe maar haar vader begint te praten 'als je dichterbij komt doe ik haar of jou wat' sist hij. geschrokken blijf ik staan. ik kijk naar jeroen en zie dat hij aan de telefoon is, met heel mijn hart hoop ik dat het de politie is! er komt iemand aanrennen die ik niet ken en probeert sophie te helpen. maar opeens horen we allemaal een knal, ik schrik me dood! ik dacht dat hij sophie neerschoot, maar het was de man die probeerde te helpen.. ik hoor een vrouw met een kind in haar armen gillen, en ze rent naar hem toe. ik denk dat het haar man is. huilend zakt ze naast hem neer en pakt zijn hand vast. het is echt zielig om te zien, waarschijnlijk moet het kind opgroeien zonder vader. ik draai me gelijk weer om naar sophie, en zie dat de tranen over haar wangen stromen. bang kijkt ze me aan, maar het enige wat ik kan doen is bang terug kijken, ik kan haar niet helpen. met die gedachte stort mijn wereld in. ineens zie ik dat Niall komt aanrennen met Zayn, Harry en Liam achter hem aan. ik ren naar ze toe, ze mogen niet dichterbij komen. 'NIALL NIET DOORRENNEN HIJ VERMOORD JE!' schreeuw ik naar hem maar hij luistert niet. 'NIALL STOPPEN NU!' schreeuw ik nog harder. opeens hoor ik weer een knal, en voel ik een vreselijke pijn in mijn arm. ik kijk er naar en schreeuw het uit. hij heeft me geraakt. gelukkig in mijn arm, anders had ik dood kunnen zijn. Niall stopt gelijk met rennen en kijkt me met grote ogen aan. ik draai me om naar sophie, en zie dat hij het pistool op niall richt. ik kijk geschrokken naar niall. 'BUKKEN!' schreeuw ik zo hard als ik kan. weer klinkt er een knal. niall zakt neer op de grond, er stroomt bloed uit zijn hoofd. 'NEEEE' gilt sophie. ze raakt helemaal in paniek en hyperventileert bijna. jeroen ziet het en rent naar haar toe. harry, liam en zayn zitten naast niall en houden een shirt tegen zijn hoofd. als hij het maar haalt! 'sophie blijf rustig asjeblieft!' roept jeroen. nog een schot. geschrokken kijk ik op wie er is neergeschoten. jeroen ligt op de grond. ik zie dat sophie nog harder moet huilen en ruw duwt hij het pistool weer tegen haar hoofd. ik sluit mijn ogen en hoor weer een knal. de enige die dit kan zijn, je raadt het al; sophie

sophie's pov

ik loop met louis naar huis. hij pakt mijn hand en ik glimlach. 'wacht even, ik moet hem spreken' zegt hij en hij wijst naar jeroen. 'ik zie je zo' zeg ik en hij rent naar hem toe. ik glimlach, gelukkig wil hij het goedmaken. ineens voel ik een arm om mijn nek heengeslagen, ik kan nog amper ademhalen maar ik gil heel hard. louis draait zich om en ik voel iets kouds tegen mijn slaap aan. ik verstijf, het is een pistool! 'meekomen nu' snauwt de gene achter me. geschrokken blijf ik staan, het is mijn vader.'als je dichterbij komt doe ik haar of jou wat' sist hij naar louis. geschrokken staat hij stil en ik kijk hem bang aan. er komt een andere man naar ons toe lopen en hij probeert me te helpen, maar mijn vader schiet hem neer. ik barst in huilen uit en kijk met grote ogen naar de man, waar een vrouw met een kind huilend naast gaat zitten. aan de andere kant zie ik dat Zayn, Liam, en Harry achter Niall aanrennen die naar mij toe rent. ik schenk hem een blik van NIET DOEN maar hij negeert het. Louis ziet het ook en schreeuwt naar hem. 'NIALL STOP MET RENNEN HIJ VERMOORD JE' hij rent nu naar hem toe. 'NIALL STOP!!' schreeuwt hij nog harder. louis rent naar hem toe en ik voel dat het pistool van mijn hoofd wordt gehaald, en op louis word gericht. 'NEEE' gil ik maar ik hoor een schot. geschrokken kijk ik naar louis, hij schreeuwt het uit van de pijn en grijpt naar zijn arm. de tranen blijven maar stromen en ik voel het pistool tegen mijn hoofd gedrukt worden. niall stopt eindelijk met rennen maar het is te laat, weer hoor ik een schot en niall valt op de grond 'NEEEEEE' gil ik weer. de andere jongens knielen bij hem neer en harry doet zijn shirt uit om zijn wond mee te deppen. ik raak helemaal in paniek en nu komt jeroen aanrennen. ik wil zeggen dat hij weg moet gaan maar het lukt niet. 'sophie rustig ademhalen asjeblieft!' smeekt hij. ik doe mijn best en hoor weer een schot. ik sluit mijn ogen, ik wil niet weten wie het is. als ik ze toch open zie ik dat jeroen bewegingloos op de grond ligt. mijn mond valt open. weer hoor ik een schot en ik val op de grond. ben ik geraakt? ik voel geen pijn? ben ik dan dood? langzaam open ik mijn ogen en zie dat mijn vader naast me ligt. er ligt veel bloed om hem heen. bang kijk ik om me heen, wie heeft dit gedaan? al gauw zie ik het, politie rent naar hem toe. ik sta trillend op en ren voor zover het gaat naar louis toe. 'louis' zeg ik zachtjes. hij heeft zijn ogen gesloten en is lijkbleek. 'louis!' zeg ik wat harder. gelijk opent hij zijn ogen. 'godzijdank! je leeft nog!' zegt hij. ik knik zachtjes. de onbekende man is dood, misschien gaat niall dood en misschien gaat jeroen ook wel dood. dat moet niet, dat wil ik niet. hij had mij neer moeten schieten, niet mijn vrienden. in de verte hoor ik de sirenes al. langzaam wacht ik tot ze dichterbij komen. alles lijkt nu wel in slowmotion te gebeuren, zoals je ook altijd in films ziet. langzaam sta ik op en ren naar jeroen. ik zie dat er al mensen bij niall zitten dus jeroen heeft me nu harder nodig. 'niet doodgaan asjeblieft' zeg ik zachtjes en ik pak zijn hand. 'sophie, ik hou van je. zeg asjeblieft tegen mijn ouders dat ik van ze hield. het spijt me' kreunt hij. daarna gaat het allemaal heel snel. zijn hoofd draait schuin, en ik voel of hij nog ademt. ik voel niks. ik blijf voor me uitstaren als ik ineens bedenk dat niall nog op de grond ligt. 'godverdomme!' roep ik en de tranen blijven maar stromen. snel ren ik naar niall en zak naast hem neer. 'niall, het spijt me' zeg ik zachtjes. ik pak ook zijn hand vast. hij zegt niks terug. louis komt ook naar ons toe gelopen. 'is hij dood?' vraag ik heel zacht. 'nee' zegt harry ook zacht. ineens staan er drie ambulances, en een lijkenwagen. de man die als eerste is neergeschoten wordt in de eerste ambulance gereden, niall in de tweede en louis in de derde. er mogen twee mensen mee, een met louis en een met niall. ik stap in de ambulance van louis, en ik zie nog dat zayn in die van niall stapt. nog steeda huil ik, maar wel geluidloos. het kan me niet schelen dat ik er niet uit zie, niks kan me meer schelen. alleen niall, de onbekende man, jeroen en louis. mijn vader was op slag dood. hij is van achteren door een agent neergeschoten drie. louis ziet me denken en knuffelt me. ik knuffel hem terug. 'het komt wel goed' zegt hij ook met tranen in zijn ogen. 'jeroen is dood..' fluister ik. met grote ogen kijkt hij me aan. zo te zien is hij sprakeloos, net zoals ik. gelukkig mag ik met louis mee terwijl ze zijn arm schoonmaken en verzorgen. hij trekt een pijnlijk gezicht en ik krijg gelijk medelijden. 'knijp maar in mijn hand' zeg ik en geef hem mijn hand. 'dankje' zegt hij lief en voorzichtig pakt hij mijn hand vast. eerst doet hij niks maar daarna knijpt hij me heel hard. het doet pijn, maar ik laat niks merken. hij heeft veel meer pijn nu. er zit een verband om zijn arm maar hij hoeft niet in het ziekenhuis te blijven gelukkig. hij knuffelt me stevig en ik laat het toe. ik ben te moe om iets te zeggen. 'gaat het wel?' vraagt hij bezorgd. ik knik zwakjes. 'kom dan gaan we bij niall kijken' zegt ik en hij pakt mijn hand. samen lopen we naar de balie en de kamer die de vrouw heeft gezegd. ik haal diep adem en klop dan op de deur. ik voel dat louis grip verstevigd. liam doet de deur open. hij kijkt boos 'hij ligt in coma' zegt hij. die vier woorden, die vier vreselijke woorden laten opnieuw mijn wereld instorten. de kraan die eindelijk dichtgedraaid was, is nu weer opengedraaid en ik voel de verse zoute stroompjes al voor de zoveelste keer hun weg naar beneden zoeken. ik sla mijn handen voor mijn gezicht. ik maak me los uit louis' stevige maar zachte hand en loop naar niall toe. mijn mond valt open en de tranen stromen nog harder. de kleur uit zijn gezicht is verdwenen en zijn normaal blonde haar met gel hangt nu slapjes om zijn hoofd heen. ik pak zijn hand 'het spijt me zo erg niall, ik had hem tegen moeten houden' zeg ik zachtjes. 'sophie' zegt harry. ik kijk op naar hem toe en zie dat zijn blik vol staat met woede. 'wil je weggaan?!' zegt hij boos. geschrokken kijk ik hem aan, en daarna kijk ik naar zayn, hij kijkt me net zo boos aan. en dan hebben we het niet over liam. als blikken konden doden zou ik nu al drie keer dood zijn. 'sorry' mompel ik en ik sta langzaam op. 'wat nou sorry niall hoort hier niet te liggen, jij zou hier moeten liggen!' roept harry kwaad. ineens kan ik niet meer huilen. het voelt alsof iemand een mes in mijn hart steekt. zoveel pijn doet het. drie van mijn beste vrienden ben ik weer eens kwijt, goed gedaan sophie. ik moet weg hier. ik ren het ziekenhuis uit. weg van alles. maar opeens bedenk ik dat ik de man die me wilde helpen nog moet bedanken. ik loop rustig naar de balie en vraag naar hem. als ik het kamernummer hoor schrik ik, het is naast de kamer van niall. een zucht verlaat mijn mond en ik stap opnieuw in de lift. gelukkig is de kamer waar ik naar toe moet eerst, anders moest ik langs ze. ik klop zachtjes op de deur. de vrouw doet open. 'hey, ik wil uw man graag bedanken omdat hij me wilde helpen' zeg ik tegen haar. ze krijgt een glimlach op haar gezicht. 'kom maar even binnen hij is net wakker' zegt ze vriendelijk. ik ga wat ongemakkelijk op een van de stoelen zitten. 'bedankt voor dat u me wilde helpen' zeg ik tegen hem. hij glimlacht naar me. 'geen dank, gelukkig ben ik net in mijn schouder geraakt dus het is niet ernstig. morgen mag ik al weer naar huis' zegt hij. 'dat is fijn om te horen, nogmaals bedankt.' zeg ik. de vrouw schenkt me een glimlach. 'wil je wat drinken?' vraagt ze. ik schud mijn hoofd 'nee bedankt, ik ga maar weer. dan zijn jullie nog samen' ik geef ze allebei een hand en loop de kamer uit. maar dan gebeurt er iets waar ik zo bang voor was, nialls deur gaat open en daar staat liam. ik zie dat hij gehuild heeft. snel loop ik door. 'heb je ons nog afgeluisterd ook?' vraagt hij kwaad. 'nee ik..' zeg ik maar ook zayn verschijnt in de deuropening en onderbreekt me. 'waarom doe je dit ons allemaal aan sophie? en nu flik je dit weer!' zegt zayn. auw weer breekt er een stuk van mijn hart af. 'nee ik was..' zeg ik maar weer word ik onderbroken. dit keer door harry 'sophie we hoeven je smoesjes niet meer te horen flikker op!' ik beweeg niet maar blijf voor me uitstaren. Ik voel een vlakke hand tegen mijn wang. verbaasd kijk ik op. ik kijk in de kwade gezichten van Zayn, Liam, en Harry. dit is voor mij het goede moment om weg te rennen. nu hoor ik louis 'Sophie wacht luister niet naar ze!' maar ik luister niet naar hem. 'SOPHIE' roept louis. arme louis ik heb echt medelijden met hem. door zijn vriendin ligt zijn beste vriend in het ziekenhuis. ik hoor louis nog schelden tegen ze, maar het maakt me allemaal niks meer uit. ik ren het ziekenhuis uit, door de straten. ik heb geen flauw idee waar ik naartoe ga maar ik word nagekeken door iedereen. ja vind je het gek, ik zie er niet uit. en misschien herkennen ze me wel dat kan natuurlijk ook nog. na een tijdje kom ik in een parkje. ik ren naar achter, waar het een beetje beschut is. het begint al te schemeren. ik zak tegen een boom aan en gelijk val ik in slaap.

I need your help [louis tomlinson]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu