Hoofdstuk 15

646 13 1
                                    

Sophie's pov.

ik deed mijn ogen open, naast me lag mijn moeder. lijkbleek, haar ogen gesloten, ze bewoog niet meer, ze was koud, ze is écht dood. echt dood. ze leeft niet meer. dood. dood. het bleef door mijn hoofd spoken. mama is dood. het laatste wat ze zei tegen me was ik hou van je. waarom kreeg ze nou die kutziekte. waarom zij! ze was nooit gemeen tegen iemand, ze kon alleen lief zijn. ik hield vreselijk veel van haar. en nu is ze echt dood. boos sloeg ik met mijn hand tegen de stoel die naast het bed staat en valt om. ik hoor een doffe klap, en al gauw staat er een verpleegster in de deuropening. 'gaat alles goed hier?' vraagt ze. 'nee ze is dood en dan vraag je doodleuk hoe het gaat.' zeg ik boos. ze schrikt van mijn reactie en draait zich om 'wacht, zo bedoelde ik het niet!' roep ik haar achterna. ze komt weer terug. 'ik snap het wel. maar ik moet even melden dat ze is overleden, sterkte verder.' zegt ze medelevend. ik knik dankbaar. wat moet ik nou? het liefste zou ik voor een trein springen maar het mag niet. ik heb haar beloofd om door te leven. ik ga door met mijn leven, alleen voor haar. het zal wel een lastige tijd worden, maar ik moet het doen want het is het enige wat ik nu nog voor haar kan doen. gelukkig heeft mijn moeder de hele begrafenis al geregeld en we hebben samen de rouwkaart gemaakt. ook heeft ze een lijst gemaakt van de adressen, en dat doet het uitvaartbureau allemaal. het enige wat ik zelf nog moet doen is een speech maken. maar nog niet nu. dat kan ik gewoon nog niet. ik zucht morgen misschien. ik loop naar mijn moeder en pak haar hand. 'ik hou van je mama' zei ik zachtjes. ik drukte een kus op haar voorhoofd en rende de kamer uit. weg van alles.

Harry's pov

ik merk aan louis dat er meer aan de hand is. maar ik vraag er niet naar door, dat lijkt me beter. na een tijdje hou ik het niet meer uit en besluit het hem toch te vragen 'louis kom eens' zeg ik en loop naar mijn kamer, hij volgt me. 'wat is er met je? je bent helemaal niet meer vrolijk sinds je dat meisje ontmoet hebt en je ziet er slecht uit. wat doet ze met je?' vraag ik serieus. met grote ogen kijkt hij me aan. 'dit komt niet door haar, door de mensen die haar pijn doen.' ik zie het medeleven in zijn ogen. 'wil je het me vertellen?' vraag ik. hij schud zijn hoofd. 'ik had het beloofd niemand te zeggen' zei hij teleurgesteld. 'je kan me vertrouwen, ik vertel het echt niet maar ik zie dat je er mee zit. misschien kunnen we haar samen helpen?' zei ik. toen knikte hij. 'oke dan' zei hij. hij begon het verhaal te vertellen. en het ergste vond louis, en ik ook eigenlijk dat ze zei dat ze niemand meer heeft en ze niet wist waarom ze nog leefde. 'ik heb de hele nacht niet geslapen, hazz ik denk dat ik verliefd op haar ben ..' zei hij opeens. 'misschien kan je haar bellen, of er nog nieuws is.' zei ik. hij knikte en pakte zijn telefoon. toen hij hem bij zijn oor hield liep hij naar zijn kamer.

Sophie's pov

ik rende weg uit het hospice. zonder te kijken liep ik de straat over. het kan me toch niet meer schelen als ik doodga. er is toch niemand meer die van me houdt. ik sta er alleen voor. ik ren door, ik weet niet waarheen maar merk dat ik op de plek kom waar louis me voor het eerst zag. op de weg naar de supermarkt. ik zak ga op de grond zitten en sla mijn handen om mijn benen. ik laat mijn hoofd op mijn knieen zakken en weer stromen er tranen over mijn wangen. plots hoor ik de vrolijke ringtone van mijn mobiel. als het michiel maar niet is vind ik alles best. save-angel-louis staat er. ik moet lachen, die naam heeft hij er zelf in gezet. ik neem op.

louis: heyy

ik: hoi

louis: is alles oke?

ik: nee..

louis: oh nee ik kom nu naar je toe waar ben je?

ik: voor de supermarkt

ik hoor hem lachen

louis : wat doe je daar dan?

ik: ik rende het hospice uit en ik rende maar random ergens heen, toen kwam ik hier uit

louis: ik kom er aan vind je het goed als harry ook meekomt?

ik: ja hoor tot zo

louis: tot zo lieverd ik ben er in 5 minuutjes. geen gekke dingen doen he?

doeii

ik: nee hoor tot zo

met een zucht hang ik op. ik wil niet meer leven, de pijn is echt onverdraagbaar! het is net zoals in het liedje let her go, je weet pas echt hoeveel je van iemand houd als je diegene verlaat. ik stond op en gebruikte mijn mobiel als spiegel. ik zie er vreselijk uit. nog erger als toen in het ziekenhuis. ik loop naar een bankje en ga vermoeid zitten. ik snap trouwens niet waarom louis zo aardig en lief doet. ik ben hartstikke dik en lelijk, anders zou michiel me toch niet laten stikken? ik kijk een beetje om me heen en opeens zie ik twee jongens met een zonnebril en hoodie lopen. maar de zon schijnt helemaal niet, raar. dan bedenk ik dat het waarschijnlijk louis en harry zijn, die hebben nu denk geen zin om herkend te worden. ze kijken allebei zoekend om hun heen en louis rent op me af als hij me ziet. ik sta op en loop naar hem toe. 'hey' zeg ik schor. 'ze is dood' zeg ik nog zachter en voel weer een traan over mijn wang glijden. snel voel ik het beschermende lijf van louis om me heen. ik knuffel hem terug. na een tijdje trek ik me terug. ik staar naar de stoep. 'sophie' zegt harry. 'sophiee!' zegt louis nu wat harder. ik kijk ze aan. 'sophie wil je me een ding beloven, pleeg asjeblieft geen zelfmoord!' ik knik en kijk weer weg. louis en harry pakken allebei een hand en trekken me mee. 'kom maar mee naar ons hotel, ik wil je niet alleen laten nu. heb je nog kleding nodig dan gaan we even langs je huis.' zegt louis. ik knik alleen maar. bij mijn huis aangekomen prop ik gauw wat spullen in mijn tas. ik zie een glazen beker staan. zonder na te denken laat ik hem vallen, ik haal diep adem en pak een scherp stuk. ik maak een diepe snee in mijn arm. dit voelt fijn, fijner dan de pijn in mijn hart. ik hoor iemand de trap op komen. snel leg ik het stuk op de grond en wacht tot diegene binnen komt.

Louis' pov

sophie is haar spullen aan het pakken als we opeens iets stuk horen vallen. ik ren naar boven, doe de eerste kamer open en ook gelijk de goede. ze zit daar zo .. ja hoe zeg je dat? energieloos. mijn ogen richten zich op de grond en ik zie allemaal glas liggen. en ook druppeltjes bloed. snel kijk ik waar het vandaan komt. ik schrik. er zit een hele diepe snee in haar arm. bang kijkt ze me aan. 'Sophie wat the fack doe je!? roep ik boos uit. harry komt ook naar boven rennen. hij kijkt geschrokken naar ons allebei. 'louis je maakt haar alleen maar bang en sophie wat is er gebeurd?' vroeg hij kalm. 'sorry' zeg ik. 'geeft niet louis, ik liet dat glas vallen en toen viel ik om, midden in dat stuk.' zegt Sofie. louis loopt er voorzichtig doorheen , hij heeft schoenen aan en ik loop hier met mijn blote voeten. hij tilt me op en brengt me de kamer uit. ernstig kijkt hij naar de wond. 'harry haal eens een theedoek?' zei hij en hij rende naar beneden. 'wil je me niet meer zo laten schrikken pleeas.' zei hij. ik knikte. harry kwam aangerend met een theedoek. voorzichtig knoopt louis hem om mijn pols waar de snee zat. 'die verbinden we in het hotel goed? de scherven ruimen we later wel op, nu is het donker en zien we niet veel.' zei hij. en weer kon ik alleen maar knikken. harry nam mijn tas mee en louis tilde me op. 'louis zet me neer pleas' smeekte ik. gelukkig zette hij me neer en kon ik mijn schoenen aandoen. het hotel was gelukkig vanaf hier maar 5 minuutjes lopen en die waren zo voorbij. toen we aankwamen had ik nog net genoeg om op louis' te springen. ik was doodop. 'kan je me asjeblieft naar een bed brengen?' vroeg ik. 'tuurlijk' zei hij en droeg me naar zijn bed. ik kroop onder de dekens en viel gelijk in slaap.

I need your help [louis tomlinson]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu