||14|| Gouden Vuur

2.4K 172 211
                                    

[A/N] Misschien hebben jullie wel van de Netties gehoord ^^ Het is een wedstrijd met verschillende prijzen en ik doe deze maand met "The Frostfire Prince" mee aan fantasy! Het zou enorm veel voor me betekenen als jullie op mijn verhaal zouden willen stemmen♥ Ik sta ergens onderaan (en ze hebben ze titel per ongeluk verkeerd XD Er staat: "A Frostfire Prince")

De link staat in deze comment >>
(Op pc: in de eerste comment staat de link)

Veel leesplezier met dit hoofdstuk!

Xx Amarelia

"Gold shall be their crowns and gold their shrouds."
―George R.R. Martin, A Feast for Crows

''Voel je je al beter?''

Elys keek op, verrast door de welkome komst van Ash' warme en diepe stem. Zijn zilveren ogen keken haar onverstoord aan. Ze was verbaasd hoe kalm en opgelucht hij de afgelopen dagen was geweest. Ze wist niet wat hij had uitgespookt in Parrodin, maar het had hem minder chagrijnig en opgefokt gemaakt.

''Min of meer,'' zuchtte ze en ze dacht onwillekeurig aan de enorme blauwe plekken die op haar sleutelbeenderen en buik zaten. Voorzichtig liet ze haar vingers over de groengele en paarsblauwe bloeduitstortingen glijden die verspreid op haar armen zaten. De luchtaanvallen van Istar hadden hun sporen nagelaten. Elys beet op haar lip. ''Het is iets te blauw naar mijn smaak.''

Ash' rechter mondhoek ging geamuseerd omhoog en hij sloeg zijn armen nonchalant over elkaar. ''Blauw staat je goed.''

Elys' maag maakte een sprongetje en ze wist een klein zenuwachtig glimlachje te produceren, niet zeker hoe ze moest reageren op Ash' plotselinge vriendelijkheid. Ze had meerdere keren voorzichtig toenadering gezocht, maar elke keer dat zij één stap vooruit deed, deed hij er twee terug. En nu had zijn mysterieuze bezoek aan Parrodin voor een enorme ommezwaai gezorgd. Het maakte haar wantrouwig. Ze geloofde niet dat mensen zomaar veranderden.

''We zijn er bijna,'' zei ze, het onderwerp veranderend.

Meteen gleed er een schaduw over Ash zijn gezicht, alsof de sterrenloze nacht een masker was dat hij kon opzetten wanneer hij wenste.

''Dat weet ik.''

Hij leunde voorover en liet zijn armen naast die van haar op de dikke houten balken van het luchtschip rusten. Zijn ogen schoten onrustig over de wolken die onder hen en het schip voorbij gleden. Ademloos bewonderde Elys het uitzicht zelf. Ze dacht dat de aanblik van de opkomende roodgouden zon die zich over het water uitstrekte het mooiste van de wereld was, maar daar was ze sterk aan gaan twijfelen sinds ze de onmetelijk blauwe lucht en de satijnen wolkendekens van boven had aanschouwd. Het was hier vredig en het gaf haar meer en meer het gevoel dat ze in een andere wereld was beland. Een wereld waar men geen oorlog, dood en ellende kende. En plotseling, in dat ene moment, begreep ze de aantrekkingskracht van het luchtruim, van het leven op een luchtschip.

''Soms wens ik dat ik mijn hele leven kan doorbrengen op een luchtschip. Ver van alle ellende daar beneden.''

Elys knipperde verrast en haar ogen ontmoette kort die van Ash. Het had haar verbaasd hoe onleesbaar zijn gezicht, maar leesbaar zijn ogen waren. Soms. Maar wat haar meer verbaasde, was dat hij precies haar allerliefste wens op dit moment had uitgesproken.

''Waarom doe je dat dan niet?''

Het moment dat de vraag haar lippen verliet, realiseerde ze zich dat het een overbodige vraag was. Hij had geen tijd om te lanterfanten op een luchtschip. De harde realiteit was dat hij genezing nodig had, want anders kon hij zijn leven net zo goed nu gedag zeggen. Niettemin verraste zijn antwoord haar.

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu