||20|| De Arena

2K 151 127
                                    

"The boy's skeletal frame was now all that remained of him, and through his flesh could be seen the steady beat of his indomitable heart."
―Sage Steadman, Upon Destiny's Song

Sage ijsbeerde door de kamer. Zijn stappen waren klein en haastig en maakten echo's op de vale zandkleurige tegels. Lila had hen naar een verassend luxe verblijf laten brengen met twee slaapruimtes en een kamer met een comfortabele zithoek. De terracottakleurige muren waren dik en egaal en de smalle ramen lieten maar kleine hoeveelheden licht door. Elys had gemerkt dat de nacht in Zalaberín donkerder was dan de diepste krochten van de Eheroi en de dag niet meer was dan schemer tijdens een zonsondergang. Het maakte dat ze constant op haar hoede was en de behoefte had om haar omgeving goed in zich op te nemen. 

Het meubilair in het vertrek was gemaakt van licht hout en overal hingen kleurige kleden en okergele doeken. Maar wat Elys het mooiste vond, was de vloer. Het waren zandkleurige tegels, belegd met een chaotisch mozaïek in azuurblauw, goudgeel, sienna bruin en koraalrood. 

''Kun je alsjeblieft stoppen?'' vroeg ze aan Sage die verbaasd opkeek. ''We proberen een oplossing te bedenken."

''Ik ben aan het denken! Ik heb zelfs al een paar ideeën,'' bracht Sage uit terwijl hij doorging met ijsberen. 

Ash wreef met een diepe zucht over zijn neusbrug. Hij zat op een bankje en leunde op zijn knieën. ''En we weten alledrie wat jouw ideeën ons gebracht hebben.''

Sage deed alsof hij zijn vriend niet had gehoord en ging door met zijn nerveuze gewandel. Elys wierp hem een geïrriteerde blik toe en zuchtte. 

''Ik snap het probleem eigenlijk gewoon niet!'' begon ze. ''Ik bedoel...ja, die Lila is behoorlijk vervelend en ja, het gevecht is ook niet echt voordelig, maar Arús Elo. Je bent een dalikoi. Je kunt echt wel winnen.''

''Dát is nou juist het probleem,'' riep Ash uit terwijl Sage met grote ogen naar hen keek. Zijn groene ogen leken hen te smeken om een schreeuwende ruzie te voorkomen. 

''Ik kan niet watersturen tijdens het gevecht, omdat ze denkt dat ik alleen een vuurstuurder ben. En mijn vuursturen is zwakker dan ooit.''

''Bekijk het van de positieve kant,'' kwam Sage tussenbeide. ''Jouw zwakke vuursturen is nog altijd sterk.''

Ash wierp zijn vriend een moedeloze blik. ''Dat is misschien niet genoeg als ik het tegen de beste vechter uit deze omgeving moet opnemen.''

''Daarom moet je dus je watersturen gebruiken!'' zei Elys. 

''Nee, dat kan ik niet.'' 

''Waarom niet?'' 

Ash en Elys waren beiden opgestaan en stonden nu recht tegenover elkaar. Ash met zijn vastberaden zilveren ogen, zijn brede schouders en een zweem van arrogantie en Elys met haar furieuze turquoise blik en haar koppigheid in volle glorie. 

''Uh, mensen?'' begon Sage met grote ogen van schrik. ''Kunnen we misschien―''

''Nee!'' onderbraken Ash en Elys hem tegelijkertijd. 

''Je bent een dalikoi. Maak er gebruik van,'' siste Elys. 

''Nee.''

''Waarom niet?''

Ash zuchtte geërgerd. ''Omdat er maar heel weinig mensen zijn die over die krachten beschikken.''

''Dé reden dat je het in je voordeel kunt gebruiken,'' protesteerde Elys. Wist die jongen dan niets van strategie? 

''Ik probeer zo veel mogelijk onder de radar te blijven,'' siste Ash. 

Ze kneep haar ogen samen. ''En waarom is dat?''

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu