||48.2|| Reünie in de Lucht

1.2K 116 140
                                    

De nacht was gevallen en onder het toezicht van oneindig veel sterren voegde de Aeriaanse vloot zich bij de Uslaanse. Witte en blauwe zeilen trotseerden de wind en vanaf sommige schepen kon Elys luid gejoel en blije liederen horen. De krijgers verwelkomden elkaar en met wat verbeelding kon ze het geklater van wijn en het klinken van bekers bijna horen.

Het grootste Aeriaans luchtschip met glanzend hout dat de nachtlucht weerkaatste, naderde Iomeda. Het teken van Aerion was duidelijk zichtbaar op de zeilen, enkele groene vlaggen wapperden aan de hoogste mast en het dek krioelde van werkende Aeri.

Gódir Murator kwam met slaperige ogen het dek oplopen, riep wat bevelen naar enkele krijgers en stapte met flinke passen op Elys en Ash af.

''Zo jongelui, ik dacht dat ik al kon gaan slapen, maar het schijnt dat we bezoek hebben?'' vroeg hij. Elys merkte nu pas op hoe moe de gódir er uitzag zonder zijn glimlach die gebruikelijk zijn gezicht sierde.

Ash knikte en keek naar een minuscuul luchtschip dat door de Aeri werd neergelaten. Er was maar plaats voor enkele mensen, maar door de duisternis kon Elys enkel wat vage schaduwen ontwaren. Ze vroeg zich af of Sage er een van was.

''Vrouwe Elys en ik hebben met onze andere vrienden afgesproken dat zij naar Aerion zouden gaan om Afgevaardigde Canrun proberen over te halen om ons bij te staan in de strijd tegen Eroh, zoals ik u eerder heb verteld,'' sprak Ash tegen zijn grootvader.

De gódir knikte bedachtzaam en zijn grijze ogen volgden het kleine luchtschip dat Iomeda nu dicht was genaderd. Nog enkele ogenblikken en ze zouden bezoekers krijgen.

''Verbazingwekkend dat het jullie vrienden gelukt is om Guthrir Canrun over te halen om zich tegen prins Eroh te keren. Ik heb nog nooit in mijn leven zo'n koppige man ontmoet.''

''Onze vriend beschikt over een goed ... pressiemiddel,'' antwoordde Ash terwijl zijn ogen afdwaalden naar de gedaantes in het luchtschip. Hij vroeg zich vast ook af of hij Sage eindelijk weer zou zien en hoe het zijn beste vriend was vergaan in Amrine, dacht Elys.

De ogen van de gódir lichtten op in het sterrenlicht. Een zweem van een glimlach werd zichtbaar. ''Ik wenste dat je me vertelde over dat wonderbaarlijke pressiemiddel, Aedan. Als er iets anders is dan zijn egoïstische hart waar de Afgevaardigde naar luistert, zou ik dat graag weten.''

De ogen van de gódir glinsterden.
Ash boog zijn hoofd iets. ''Het spijt me, maar ik moet rekening houden met mijn beste vriend. Zolang ik niet weet hoe zijn onderhandelingen met de Afgevaardigde zijn gegaan, vrees ik dat ik er niets over kan zeggen.''

Gódir Murator legde zijn verweerde hand op Ash' schouder. ''Het is al goed, mijn jongen,'' zei hij terwijl hij met een twinkeling in zijn ogen naar Elys keek, ''hoewel ik het natuurlijk zou waarderen, vrouwe Elys, als u mijn kleinzoon zou kunnen overhalen. Ik ben een nieuwsgierig man.''

Ze glimlachte. ''Ik denk niet dat ik Ash zomaar op andere gedachten kan brengen.''

Haar woorden maakten dat gódir Murator luid begon te lachen. ''Ik denk dat u de enige bent die hem op andere gedachten kan brengen.''

Gódir Murator draaide zich hoofdschuddend en lachend om en liep naar de Aeri die vanaf het kleine luchtschip Iomeda's dek betraden.

Elys keek Ash vragend aan, maar die haalde zijn schouders op. Zij aan zij volgden ze de Uslaanse leider naar de late bezoekers. Haast onmiddellijk herkende ze Guthrir Canrun en — naast zijn rechterzijde — Sage, die meer dan ooit op zijn vader leek. Zijn groene ogen vulden zich met blijdschap toen hij Elys en Ash in het oog kreeg en zonder wat te zeggen omhelsden te twee beste vrienden elkaar.

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu