"Anger is just anger. It isn't good. It isn't bad. It just is. What you do with it is what matters. It's like anything else. You can use it to build or to destroy. You just have to make the choice."
―Jim Butler, White Nights"Waar rent ze naartoe?" vroeg Lila hijgend.
Mae rende een paar meter voor hen. De koningin was snel en wendbaar: ze leek zich zonder moeite zigzaggend voor te bewegen door de eindeloze gangen van het Sterrenpaleis.
"Haar ouders," antwoordde Sage. Zijn gezicht was doordrenkt van bezorgdheid. Hij had zijn wenkbrauwen gefronst en zijn groene ogen flitsten om de paar seconden naar Mae.
"Heer Arron en vrouwe Bronwen zijn een tijdje geleden plotseling ernstig ziek geworden. Ze zijn enorm verzwakt en reageren nauwelijks op prikkels. Ze staren maar een beetje in de leegte en zeggen vrijwel niets. Niemand hier weet wat er aan de hand is," zei hij. "Dat is de reden dat Mae de troon heeft overgenomen."
"En hoe weet jij dit?"
Lila's stem was koud en afstandelijk.
"Ze heeft me ze laten zien. Het was verschrikkelijk."
Lila perste haar lippen samen en zei niets meer. In stilte renden ze verder.
Elys hijgde en met moeite kon ze het hoge tempo bijbenen, maar ze was niet zwak en dat zou ze bewijzen. Af en toe zag ze dat Ash, kroonprins Aedan, naar haar keek. Zijn mond telkens halfopen en klaar om iets te zeggen, maar Elys ontweek zijn priemende blik vakkundig. Ze wilde niet horen wat hij te zeggen had. Hij loog toch alleen maar.
"We zijn er," fluisterde Sage hees.
Hij bleef hijgend bij de opengeslagen dubbele deur staan. In het hout waren sierlijke herten en ornamenten en snelle jagers te zien met pijl en boog. Dieprode bloedspetters verminkten het hout en druppelden naar beneden. Twee bewakers lagen slap op de vloer, hun nek in een rare hoek gedraaid en hun lichaam doorweekt met bloed. Hun open ogen staarden levenloos de leegte in.
Elys slikte. Het beeld van haar moeder flitste over haar netvlies. Ze balde haar vuisten en probeerde haar herinnering uit alle macht uit te wissen. Plotseling werd er een troostende, warme hand op haar onderarm gelegd. Grote zilveren kijkers drongen haar gezichtsveld binnen.
"Niet doen," siste ze terwijl ze haar arm wegtrok. Ze slikte de tranen weg. "Ik hoef je medelijden niet."
Met geheven hoofd stapte ze over de bewakers neer en volgde ze Sage en Lila die haar voor waren gegaan.
De kamer was enorm en houten pilaren omgeven door metalen rozenranken droegen het glazen dak. De zon verwarmde Elys' huid en het hout dat onder haar voeten kraakte was het enige hoorbare geluid, afgezien van het vogelgezang dat de kamer binnenstroomde door het open raam. De eens witte lakens op het hemelbed waren gekreukt en doordrenkt met bloed. Naast het bed zat Mae, geknield in de rode plas die zich had gevormd op de vloer.
Langzaam kwamen Elys, Ash, Sage en Lila dichterbij. De Koningin van Lyun keek niet op of om; haar ijsblauwe ogen waren enkel gericht op het lichaam dat in haar armen lag. De huid van de oudere man was bijna net zo wit als zijn haar en zijn ijsblauwe ogen--dezelfde als die van Mae--staarden naar de hemelsblauwe lucht boven hen. Mae's ranke vingers gleden trillend over zijn wang en streken het lange haar liefdevol uit zijn gezicht. Ze glimlachte licht. Het had een vredig tafereel kunnen zijn ware het niet dat rood glimmend bloed aan het haar van de man kleefde, zijn huid verfde en zijn kleren besmeurde.
''Mae...''
Sage knielde naast haar en legde zijn hand op haar rug. Ze keek op. Tranen glinsterden als kleine diamanten in haar ogen. Ze knipperde verbaasd.
JE LEEST
The Frostfire Prince
Fantasy||WINNAAR VAN THE WATTYS 2016 'VERBORGEN JUWELEN' EN WATTNED'S CHOICE AWARDS (NETTIES 2016)|| Wat zou jij doen als je 's nachts alleen in een bos rent en achtervolgd wordt door je eigen volk? Zou jij de hulp van een knappe en mysterieuze vreemdeling...